Simon door Jezus genezen van wrok
LXXII
OP WEG NAAR BETHLEHEM
met JOHANNES, SIMON de ZELOOT en JUDAS ISKARIOT
72.1
Maria Valtorta:
'Ik zie sinds de vroege ochtend Jezus die, altijd aan dezelfde poort,
zich bij Zijn discipelen Simon en Judas voegt.
Jezus is al met Johannes.
En ik hoor Hem zeggen:
"Vrienden, Ik vraag jullie om met Mij mee te gaan naar Judea.
Als het jullie niet te veel kost, vooral jou niet, Simon."
"Waarom, Meester?"
"De reis op de Joodse bergen is zwaar...
en misschien zal het jou zelfs nog moeilijker vallen
om sommigen tegen te komen die je kwaad hebben gedaan."
"Voor de reis zelf verzeker ik Je, nogmaals,
dat ik, nadat Je mij hebt genezen, sterker ben dan een jonge man
en dat geen enkele inspanning op mij weegt, ook omdat ze voor Jou wordt gedaan, en nu zelfs met Jou.
Wat een ontmoeting met mensne die mij pijn hebben gedaan betreft,
is er niet langer enige bitterheid van oud sentiment, of zelfs van gevoelens nu,
in het hart van Simon sinds hij de Jouwe werd.
De haat is samen met de schilfers van het kwaad gevallen.
En ik weet niet, geloof me, of ik Jou moet vertellen
dat Je een groter wonder hebt verricht in de genezing van mijn verroeste vlees,
of van mijn ziel verbrand door wrok.
Ik denk dat ik het niet mis heb
als ik zeg dat het grootste wonder dat laatste was.
Een plaag van de geest geneest alsmaar minder makkelijk...
en Jij genas mij plotsklaps. Dat is een wonder!
Want nee, men geneest niet plotseling, ook al wil je dat met al je kracht,
men geneest niet plotseling van een morele gewoonte,
als Jij die gewoonte niet opheft, met Jouw heiligende Wil."
"Er zijn geen fouten in je oordeel."
Reacties
Een reactie posten