daar waar Salomo's tuinen waren
208.5
Maria Valtorta:
'De drie grote bassins, uitgehouwen in de rotsen van de berg, een werkelijk grandioos werk, schitteren met hun kristalheldere oppervlak en de enorme hoeveelheid water die van het eerste bassin naar het tweede, grotere, stroomt, en van daaruit naar het derde, dat werkelijk een klein meer is, en dat het vervolgens via zijn leidingen naar verre steden leidt.
Maar dankzij de vochtigheid van de bodem in dit gebied is de hele berg, van de bron tot de poelen en van daaruit naar de grond, prachtig vruchtbaar, en bloeien er langs de groene hellingen bloemen die gecultiveerder zijn dan de wilde, samen met zeldzame, geurige kruiden.
Het lijkt alsof de mens hier de tuinbloemen en geurige kruiden heeft gezaaid, die zich dankzij de verwarmende zon door de lucht verspreiden, met aroma's van kaneel, kamfer, kruidnagel, lavendel en andere kruidige, geurige, sterke en zoete geuren, in een wonderbaarlijke fusie van de fijnste geuren van de aarde. Ik zou zeggen dat het een symfonie van parfums is, want het is werkelijk een gedicht van kruiden en bloemen in hun tinten en geuren.
Alle apostelen zitten in de schaduw van een boom vol grote witte bloemen waarvan ik de naam niet ken – enorme, hangende wit-emaille klokken – die wiegen bij het minste zuchtje wind, en met elke wieging verspreidt zich een golf van geur. Ik weet de naam niet van deze boom. De bloemen doen me denken aan de struik die ze in Calabrië "bottaro" noemen, maar de stam is anders, want dit is een hoge boom met een stevige stam, geen struik.
Jezus roept hen en ze komen naar Hem toegesneld.
"We hebben Jozef haast onmiddellijk getroffen, toen hij terugkwam van een markt. Vanavond zullen ze allemaal in Bethzur zijn. We verzamelden ons weer, riepen elkaar toe, en bleven hier wachten, in de koele lucht," legt Petrus uit.
"Wat een prachtige plek! Het lijkt wel een tuin! We hadden er ruzie over of hij natuurlijk was of niet, en sommigen houden vol dat het zo is, en anderen zeggen stellig van niet," zegt Thomas.
"Judea heeft zulke wonderen," zegt Iskariot, die onvermijdelijk door alles, zelfs door bloemen en kruiden, tot trots wordt gedreven.
"Ja, maar... ik geloof dat, bijvoorbeeld, als Johanna's tuin in Tiberias verlaten zou worden en verwilderde, Galilea ook zulke wonderen van prachtige rozen tussen de ruïnes zou hebben," antwoordt Jakobus van Zebedeüs.
"En je hebt geen ongelijk. In dit gebied waren de tuinen van Salomo, in de wereld van zijn tijd net zo beroemd als zijn paleizen. Misschien droomde hij hier het Hooglied, waarbij hij alle schoonheden, die hier naar zijn wil waren gegroeid, toepaste op de Heilige Stad," zegt Jezus.
"Dan had ik gelijk!" zegt Thaddeüs.
"Jij had gelijk! Weet Je, Meester, hij citeerde Prediker, combineerde het idee van tuinen met dat van waterreservoirs en besloot met de woorden: 'Maar hij besefte dat alle dingen ijdelheid zijn, en dat niets onder de zon blijft bestaan, behalve het Woord van mijn Jezus'"... zegt de andere neef, Jacobus.
"Daar dan Ik je voor. Maar laten we ook Salomo danken. Of de oorspronkelijke bloemen nu van hem waren of niet. Zeker van hem zijn de reservoirs, die kruiden en mensen voeden. Moge hij gezegend zijn daarvoor. Laten we naar die grote, warrige rozenstruik gaan die een bloeiende tunnel van boom tot boom heeft gemaakt. Daar zullen we even halthouden. We zijn bijna halverwege."…'
Reacties
Een reactie posten