Mozaïsche zegen voor inwoners Bethanië - Petrus bidt onzevader voor
206.14
Maria Valtorta:
'Sta op en laten we gaan rusten.
Ik zegen jullie, inwoners van Bethanië, jullie allemaal. Ik zegen jullie en geef jullie Mijn vrede.
En Ik zegen jullie in het bijzonder, Lazarus, Mijn vriend, en jou, Martha.
Ik zegen Mijn leerlingen, de oud en de nieuw, die Ik over de hele wereld zend
om te roepen, om uit te nodigen voor de Bruiloft van de Koning.
Kniel neer, zodat Ik jullie allen kan zegenen.
Petrus,
bid het gebed dat ik jullie heb geleerd
en bid het terwijl je hier naast Me staat,
want zo moet het gebed uitgesproken worden
door hen die er door God voor bestemd zijn."
De hele vergadering knielt op het hooi,
en alleen Jezus staat, in zijn linnen gewaad, lang en mooi,
en Petrus, in zijn donkerbruine gewaad, stralend van emotie,
bijna trillend, biddend, met een stem die niet mooi maar mannelijk is,
langzaam, uit angst een fout te maken: "Onze Vader..."
Er klinken een paar snikken... van een man, van een vrouw...
Margziam, knielend vlak voor Maria, die zijn gevouwen handen vasthoudt,
kijkt Jezus aan met een engelachtige glimlach en zegt zachtjes:
"Kijk, Moeder, hoe mooi hij is! En hoe mooi is ook mijn vader!
Het voelt alsof je in de hemel bent...
Zal mijn moeder hier ook zijn,
om te kijken?"
En Maria antwoordt, fluisterend en eindigend in een kus:
"Ja, lieverd. Ze is hier. En ze leert het gebed."
"En ik? Zal ik het leren?"
"Zij zal het je influisteren terwijl je slaapt,
en ik zal het je overdag herhalen."
Het kind buigt zijn bruine hoofdje achterover, op Maria's borst,
en blijft daar terwijl Jezus zegent, met de altijd plechtige Mozaïsche zegen.
Dan staat iedereen op en gaat naar huis.
Alleen Lazarus volgt Jezus nog, gaat met Hem Simons huis binnen om weer bij Hem te zijn.
Alle anderen gaan ook naar binnen.
Iskariot trekt zich gekrenkt terug in een schemerige hoek.
Hij durft zich niet aan Jezus vast te klampen zoals de anderen...'
Reacties
Een reactie posten