waarom menswording, wil Judas weten
207.11
M. Valtorta:
'"Kijk..." onderbreekt Iskariot,
die, nog steeds onder de indruk van de vorige dag, weinig spreekt,
ook al probeert hij de vrijheid die hij voorheen had terug te krijgen.
"Kijk, ik zou graag willen begrijpen...
waarom de Incarnatie eigenlijk moest plaatsvinden.
Alleen God kan op de wijze spreken die Satan verslaat.
Alleen God kan de macht hebben van de verlossing.
En ik trek het niet in twijfel...
Maar kijk, mij lijkt het dat het Woord zich minder had kunnen verlagen dan Het deed,
door geboren te worden als alle mensen, zich onderworpend aan de ellende van de kindertijd,
en ga zo maar door... Had Hij niet in menselijke vorm kunnen verschijnen, volwassen al,
met het uiterlijk van een volwassene?
Of, als Hij echt een moeder wilde, er een kiezen, maar een adoptiemoeder,
zoals Hij met Zijn vader deed?
Ik geloof dat ik het Hem ooit heb gevraagd,
maar Hij gaf me geen gedetailleerd antwoord,
of ik weet het niet meer."
"Vraag het Hem! Nu we het er toch over hebben..." zegt Thomas.
"Ik niet. Ik heb Hem boos gemaakt, en ik voel me nog steeds niet vergeven.
Vragen jullie het Hem, namens mij."
"Pardon! Wij accepteren alles zonder veel uitleg,
en moeten dan degenen zijn die vragen stellen? Dat is niet juist/fair/eerlijk!"
antwoordt Jakobus van Zebedeüs.
"Wat is er dan niet eerlijk?" vraagt Jezus.
Er valt een stilte.
Waarna de Zeloot namens iedereen spreekt
en de vragen van Judas van Kerioth en de antwoorden van de anderen herhaalt.
"Ik koester geen wrok. Dit ten eerste.
Ik maak de observaties die ik moet maken, ik lijd en vergeef.
Dit voor hen die angst hebben, vrucht nog van hun onrust/spanning/verstoring/kwelling.
Aangaande de wérkelijke Incarnatie die Ik heb gedaan, zeg Ik:
het is juist/gerechtigheid dat het zo is gegaan.
In de toekomst zullen velen dwalen m.b.t. Mijn Menswording,
door Mij precies de verkeerde vormen te verlenen die Judas Mij had willen laten aannemen.
Een man, ogenschijnlijk compact van lichaam, maar in werkelijkheid vloeiend,
als een spel van licht, zodat Ik wel en niet vlees zou zijn.
En dat van Maria, wel en niet een moederschap.
Waarlijk ben Ik vlees.
En waarlijk is Maria de Moeder van het Geïncarneerde Woord.
Als het uur van de bevalling niets anders was dan extase,
dan komt dat omdat Zij de nieuwe Eva is,
zonder de last van de schuld/zonde,
en zonder de erfenis van kastijding.
Maar het was geen vernedering voor Mij, te rusten in haar.
Was dat misschien een vernedering, het Manna opgesloten in het Tabernakel?
Nee, het was veeleer een eer om in die woning te zijn.
Anderen zullen zeggen dat Ik, omdat Ik geen echt vlees ben,
niet heb geleden en niet ben gestorven tijdens Mijn verblijf op aarde.
Ja, aangezien ze niet zullen kunnen ontkennen dat Ik er was,
zullen ze Mijn ware Menswording óf Mijn ware Goddelijkheid ontkennen.
Nee, Ik ben waarlijk Eén met de Vader in eeuwigheid,
en Ik ben verenigd met God als Vlees,
want het is waarlijk mogelijk dat Liefde het onbereikbare bereikte in haar Volmaaktheid,
door zich in Vlees te kleden om het vlees te redden.
Mijn hele leven,
dat bloedt vanaf de geboorte tot de dood,
en dat zich heeft onderworpen aan alles wat het gemeen heeft met de mens, tenzij aan zonde,
is een antwoord op al deze dwalingen.
Geboren, ja, uit Haar.
En tot jullie heil.
Jullie weten niet hoezeer de Gerechtigheid getemperd wordt
sinds zij de Vrouw als medewerkster heeft.
Heb Ik je tevredengesteld, Judas?"
"Ja, Meester."
"Doe dan hetzelfde met Mij."
Iskariot buigt zijn hoofd, verward
en misschien ook waarlijk ontroerd door zoveel goedheid.
De pauze duurt voort in de koele schaduw van de appelboom.
Sommigen slapen, anderen dommelen in.
Maar Maria staat op en keert terug naar de grot,
en Jezus volgt haar...'
Reacties
Een reactie posten