hard tegen Judas: Tempel legde Mij het zwijgen op!


-Samenzwering van de Joden (Tissot)-

206.16

M. Valtorta:

'"Vorig jaar, toen Ik alleen was

(één man tegen een hele wereld die niet eens wist of Ik een profeet was),

liet Ik zien dat Ik niet bang was. En jij bent een beloning voor die stoutmoedigheid van Mij.


Ik liet Mijn stem horen tegen een hele wereld vol schreeuwers.

Ik liet Gods Stem horen tot een volk dat die Stem vergeten was.

Ik zuiverde het Huis van God van het materiële vuil erin,

niet hopend het te reinigen van het veel érnstiger morele vuil dat erin nestelt

- want Ik ben niet onwetend over de toekomst van de mensheid -

maar om Mijn plicht te doen, 

uit ijver voor het Huis van de Eeuwige Heer,

veranderd in een luidruchtige marktplaats van oplichters, woekeraars en dieven,

en om degenen die door eeuwen van priesterlijke verwaarlozing

in geestelijke lethargie waren vervallen, 

uit hun gevoelloosheid te schudden.


Het was de mobiliserende oproep tot Mijn volk,

om hen tot God te brengen...


Dit jaar keerde ik terug...

En ik zag dat de Tempel nog steeds dezelfde is... Wat nog erger is.

Niet langer een rovershol, maar een plaats van samenzwering.

En daarna zal het een broedplaats van misdaad worden.

En daarna een bordeel.

En dan, uiteindelijk, zal hij vernietigd worden

door een macht machtiger dan die van Simson,

een kaste verpletterend die het niet waard is zichzelf heilig te noemen.


Het is zínloos om te spreken op die plaats.

Waar, Ik herinner je eraan, Mij verboden werd te spreken.

Ongelovig volk! Volk vergiftigd in zijn leiders,

dat het waagt te verbieden dat het Woord van God in Zijn Huis wordt gesproken!

Mij is het verboden!


Ik heb gezwegen uit liefde voor de minsten.

De tijd is nog niet gekomen om Mij te doden. Te velen hebben Mij nodig.

En Mijn apostelen zijn nog niet sterk genoeg om Mijn kroost in hun armen te ontvangen: de wereld.


Huil niet, Moeder. Vergeef, jij goede, de behoefte van je Zoon

om hen die zichzelf willen of kunnen bedriegen,

de waarheid te vertellen die Ik ken...


Ik zwijg...

Maar wee degenen door wie God zwijgt!...

Moeder, Margziam, huil niet!... Ik smeek jullie.

Laat niemand wenen."


Maar in werkelijkheid wenen ze allemaal, min of meer pijnlijk.

Judas, doodsbleek in zijn geel-rood gestreepte gewaad, durft opnieuw te spreken,

met een tranentrekkende en belachelijke stem:

"Geloof me, Meester, dat ik verbaasd en bedroefd ben...

Ik weet niet wat Jij bedoelt... Ik weet niets...

Waar is dat ik niemand van de Tempel heb gezien.

Ik heb het contact met iedereen verbroken...

Maar als Jij het zegt, zal het waar zijn..."


"Judas!... Heb jij Zadok evenmin gezien?"

Judas buigt zijn hoofd en mompelt:

"Hij is een vriend... Ik heb hem als zodanig gezien.

Niet als iemand van de Tempel..."'


1 juli 1945

Reacties

Populaire posts van deze blog

Jezus gaat naar Samaria - 2e jaar begint - nu Redder (meer dan Leermeester) - Barmhartigheid uitbreiden!

en Zijn volk ontving Hem niet...

zie het Lam van God !