rustplek aan voorvaderweg
34.2
Maria Valtorta:
'Ik zie Bethlehem klein en wit,
ingetogen als een kloek onder het licht van de sterren.
Twee hoofdstraten kruisen het,
één komt van buiten de stad, en is de hoofdweg, die dan verder gaat voorbij de stad,
de andere loopt van het ene uiteinde naar het andere, maar heeft geen vervolg.
-snelweg 60 (met muur tegen Palestijnen)-
Andere straten segmenteren het, dit kleine stadje,
zonder ook maar het minste wegenplan zoals wij dat bedenken,
maar zich eerder aanpassend aan de oneffen ondergrond
en aan de huizen die her en der werden gebouwd,
volgens de grillen van de grond en hun bouwer.
Soms aan de rechterkant en soms aan de linkerkant,
soms op een rand geplaatst, vergeleken met de straat die erlangs loopt,
waardoor hij als een lint lijkt dat zich kronkelig afwikkelt
en niet als een rechte lijn die van hier naar daar gaat zonder af te wijken.
Zo nu en dan een pleintje,
hetzij voor een markt, hetzij voor een fontein,
of omdat er, hier en daar zonder regels gebouwd, een restje scheve grond overblijft
waarop niets meer gebouwd kan worden.
De plek waarop ik vooral schijn te pauzeren,
is een van deze onregelmatige kleine 'dorpspleintjes'.
Het zou vierkant of op zijn minst rechthoekig moeten zijn.
Maar in plaats daarvan ontstond er een trapezium, zo vreemd
dat het lijkt op een scherpe driehoek met een afgeschuinde rand aan de bovenkant.
Aan de langste zijde – de basis van de driehoek –
staat een groot en laag gebouw, het breedste van de stad.
Buiten heeft het een gladde en kale muur,
waarin slechts twee deuren opengaan,
die nu goed gesloten zijn.
Binnen echter, langs het grote binnenplein,
zijn er op de eerste verdieping vele ramen, terwijl daaronder zuilengangen zijn
die binnenvertrekken omringen die bezaaid zijn met stro en puin,
met kuipen om paarden en andere dieren water te geven.
Op de rustieke zuilen van deze portieken
bevinden zich ringen om de dieren aan vast te binden,
en aan de ene kant staat een grote schuur
om hele kuddes en rijdieren te beschutten.
Ik begrijp dat dit het hotel van Bethlehem is.
Aan de andere twee gelijke zijden van het stadsplein
staan huizen en huisjes, sommige met en andere zonder een groententuintje ervoor,
want het ene huis heeft zijn voorkant op het plein, het andere de achterkant...
Aan de smalste kant van het plein, met uitzicht op de karavanserai,
staat een enkel huis, met een buitentrap halverwege de gevel,
die de kamers op de bewoonde verdieping binnenkomt.
Alle huizen zijn gesloten, omdat het nacht is.
Gezien de tijd, is er niemand op straat.'
Reacties
Een reactie posten