Maria was in extase, ondanks de kou


207.2

Maria Valtorta:

'Ze vervolgen hun weg door de koele vallei die van oost naar west loopt. Dan buigen ze iets naar het noorden af ​​om een ​​uitstekende heuvel te omzeilen, en bereiken zo de weg die van Jeruzalem naar Bethlehem leidt, vlakbij de kubus met erbovenop een kleine ronde koepel van Rachels graf. Iedereen gaat er eerbiedig naartoe om te bidden.



"Jozef en ik stopten hier...

Alles is hetzelfde als toen. Alleen het seizoen is anders.

Toen was het een koude Kislew-dag. Het had geregend en de wegen waren modderig geworden, daarna was er een koude wind opgestoken en wellicht was er 's nachts vorst gevallen. De wegen waren verhard, maar, allemaal doorploegd door karren en menigten, waren ze als een zee vol kuilen, en mijn kleine ezel had het er erg moeilijk mee..."

"En jijzelf, Mijn Moeder?"

"O! Ik had Jou!..."

en ze kijkt Hem aan met zo'n gelukzalig gezicht dat het ontroert.



Dan gaat ze verder:

"De avond viel en Jozef maakte zich grote zorgen...

Een snijdende wind stak steeds sterker op...

Mensen haastten zich naar Bethlehem, botsten tegen elkaar op, en velen beledigden mijn kleine ezeltje, dat zo langzaam liep, zoekend naar een plek om zijn hoeven neer te zetten... Hij leek te weten dat Jij er was... en dat Je Jouw laatste dutje deed in de wieg van mijn schoot.

Het was koud... Maar ik brandde. Ik voelde Je komen... Komen? Je zou kunnen zeggen: 'Ik was er al, Moeder, negen maanden.' Ja. Maar nu was het alsof Je uit de Hemelen kwam. De Hemelen daalden, daalden neer op mij, en ik zag hun pracht...

Ik zag de Goddelijkheid branden in Zijn Vreugde om Jouw naderende geboorte, en die vuren drongen door in mij, zetten mij in vuur en vlam, onttrokken mij... aan alles... Koude... wind... waanzin... niets! Ik zag God..."


-Census te Bethlehem (Bruegel)-

"Zo nu en dan, met moeite, slaagde ik erin mijn geest terug naar de Aarde te brengen, en glimlachte naar Jozef, die bang was voor de kou en de vermoeidheid voor mij, en die de ezel leidde uit angst dat hij zou struikelen, en die mij in het deken wikkelde, uit angst dat ik verkouden zou worden...

Maar er kon niets gebeuren. Ik voelde de trillingen niet. Ik leek te lopen op een pad van sterren, tussen witte wolken, ondersteund door engelen... En ik glimlachte... Eerst naar Jou... Ik keek naar Jou, door de barrières van het vlees, slapend met gebalde vuistjes in Jouw bed van levende rozen, mijn lelieknop... 

Toen glimlachte ik naar mijn man, zo bedroefd, zo bedroefd, om hem op te vrolijken... Toen naar de mensen, die niet wisten dat ze de aura van de Heiland al inademden...

We stopten bij Rachels graf, om de ezel even te laten rusten en wat brood en olijven te eten, ons proviand van arme mensen. Maar ik had geen honger. Ik kon geen honger hebben... Ik werd gevoed door mijn vreugde...'


3 juli 1945

Reacties

Populaire posts van deze blog

Jezus gaat naar Samaria - 2e jaar begint - nu Redder (meer dan Leermeester) - Barmhartigheid uitbreiden!

en Zijn volk ontving Hem niet...

zie het Lam van God !