poëma van de god-mens

LIII VERDRIJVING VAN DE KOOPLIEDEN UIT DE TEMPEL 53.1 Maria Valtorta: 'Ik zie Jezus met Petrus, Andreas, Johannes en Jakobus, Filippus en Bartholomeüs de omheining van de Tempel binnengaan. Zowel binnen als buiten is er een grote menigte. Pelgrims komen massaal uit alle delen van de stad. Vanaf de top van de heuvel, waarop de tempel is gebouwd, kun je de straten van de stad zien, smal en kronkelig, vol met mensen. Het lijkt erop dat zich tussen het rauwe wit van de huizen een bewegend lint heeft uitgestrekt van duizenden kleuren. Ja, de stad ziet eruit als een bizar stuk speelgoed, gemaakt van kleurrijke linten tussen twee witte draden, alle samenkomend in het punt waar de koepels glanzen van het Huis van de Heer. Binnen is het... een echte kermis. Ieder bijeenkomen op een heilige plaats is tenietgedaan. Het rent en het roept, het onderhandelt over lammetjes en schreeuwt en vloekt om de exorbitante prijs, het duwt de arme blatende beesten de hokken in (het zijn rudimentaire schotte...

  ( Greta Leśko )

-Het Mirakel in Kana (Elizabeth Wang)- 52.8 Maria Valtorta: 'Maria beveelt de bedienden: "Doe wat Hij jullie zegt." Maria las de instemming in de glimlachende ogen van haar Zoon, versluierd door de grote leer voor alle ‘geroepenen’. En tegen de bedienden beveelt Jezus: "Vul die kruiken met water." Ik zie de bedienden de kruiken vullen met water dat uit de put komt (ik hoor het gieren van de katrol die de druipende emmer op en neer beweegt). Ik zie de butler met ogen van verbazing een beetje van die vloeistof inschenken, haar proeven met gebaren van nog grotere verbazing, ervan genieten en spreken met de heer des huizes en de bruidegom (ze waren in de buurt). Maria kijkt nog steeds naar haar Zoon en glimlacht. Dan, nadat ze een glimlach van Hem heeft ontvangen, buigt ze haar hoofd, lichtjes blozend. Ze is gezegend. Er gaat een gefluister door de kamer. De hoofden draaien zich allemaal naar Jezus en Maria, sommigen staan ​​op om beter te kunnen zien, anderen gaan ...

-Weduwe van Zarfath (Rose Datoc Dall) - - verhaal OT - 52.6 Maria Valtorta: 'Maria bemerkt dat de bedienden met de butler praten en dat hij gegeneerd is, en ze begrijpt wat onaangenaam is. "Zoon," zegt ze zacht, met dat woord de aandacht van Jezus trekkend. "Zoon, ze hebben geen wijn meer." "Wat is er nog tussen Mij en u, vrouw?" [ cf 1 Kon.17:18 ] Jezus, bij het zeggen van deze zin, glimlacht nog lieflijker, en Maria glimlacht. Als twee die een waarheid kennen die hun vreugdevolle geheim is, genegeerd door iedereen.' 16 jan.1944

-Bruiloft te Kana (Paolo Veronese)- 52.5 Maria Valtorta: 'Jezus klimt naast zijn moeder de trap op, gevolgd door discipelen en gastheren, en komt de feesttent binnen, waar de vrouwen druk bezig zijn met het plaatsen van stoelen en servies voor de drie gasten, onverwacht, lijkt mij. Ik zou zeggen dat de komst van Jezus onzeker was, en die van zijn metgezellen was absoluut onverwacht. Ik hoor duidelijk de volle, mannelijke, lieve stem van de Meester zeggen: bij het betreden van de kamer: "Vrede zij in dit huis en de Zegen van God over jullie allen!" Een groet aan alle aanwezigen tegelijk en vol majesteit. Jezus domineert iedereen met Zijn uiterlijk en Zijn gestalte. Hij is de gast, en een toevallige, maar Hij lijkt de Koning van het banket, meer dan de bruidegom, meer dan de vader van het huis. Voor zover Hij bescheiden en zelfingenomen zou zijn, Hij is het die Zichzelf opdringt. -opstelling zoals gezien door MV- Jezus neemt plaats aan de middelste tafel, met de bruidegom, ...

- Christus Pantocrator (Aya Sofia)- 52.4 Maria Valtorta: 'En nu verandert het visioen. In plaats van een huis, zie ik een dorp. Ik weet niet of het Kana is, of een ander nabijgelegen gehucht. En ik zie Jezus met Johannes en nog iemand, die voor mij op Judas Thaddeus lijkt, maar bij deze tweede kan ik het mis hebben, wat betreft Johannes heb ik geen ongelijk. Jezus is in het wit gekleed, en heeft een donkerblauwe mantel. Wanneer hij het geluid van de instrumenten hoort, vraagt de gezel van Jezus ​​iets aan een gewone burger en brengt verslag uit bij Jezus. "Laten we gaan en Mijn Moeder gelukkig maken!" zegt Jezus dan glimlachend. En Hij loopt door de velden, met zijn twee metgezellen, richting het huis. (renaissance) ( Bill Bell ) Ik vergat te zeggen dat ik de indruk heb dat Maria of familielid is of een zeer goede vriendin van de familie van de bruidegom, omdat je kunt zien dat zij hen vertrouwd is. Als Jezus arriveert, waarschuwt de gebruikelijke man, die daar geplaa...

- Joodse Choepa - 52.3 Maria Valtorta: 'Maria, hartelijk welkom geheten en geflankeerd door een oudere man die de eigenaar van het huis lijkt te zijn, gaat de buitentrap op en komt een grote ruimte binnen die de hele bovenverdieping of een groot deel daarvan lijkt te beslaan. Ik begrijp dat de kamers beneden de echte huiskamers zijn, de voorraadkamers, schuren en kelders, en dat dit de omgeving is gereserveerd voor speciaal gebruik, zoals uitzonderlijke feesten,  of voor werkzaamheden die veel ruimte nodig hebben, of zelfs voor het uitpreiden van landbouwproducten. Op feestjes ontdoen ze de plek van ieder obstakel en versieren hem zoals nu het geval is, met groene takken, met matten, met gedekte tafels. -opstelling zoals gezien door MV (L. Ferri)- In het midden is een zeer rijk gedekte, met amforen er al op en borden vol fruit. Langs de rechtermuur, voor mij dan die kijkt, staat nog een gedekte tafel, maar minder rijkelijk. Langs de linkerkant, een soort lang dressoir, met borden...

-Onbevlekte Ontvangenis (J. Antolínez)- 52.2 Maria Valtorta: 'Dan zie ik twee vrouwen, met lange gewaden en een mantel die tevens als sluier fungeert, voortgaan op de weg en vandaar dan op het pad. De ene is ouder, in de vijftig, gekleed in een donkere, grijsbruine kleur, zoals natuurlijke wol. De ander is lichter gekleed, een lichtgeel gewaad en een blauwe mantel, en lijkt midden dertig te zijn. (Giovanni Battista Tiepolo) Zij is heel mooi, slank, en heeft een houding vol waardigheid, ook al is ze een en al vriendelijkheid en nederigheid. Wanneer ze dichterbij is, merk ik de bleke kleur van haar gezicht, de blauwe ogen en blonde haren, die verschijnen onder de sluier op haar voorhoofd. Ik herken de allerheiligste Maria. Wie die andere is, die donker haar heeft en ouder is, weet ik niet. Ze praten met elkaar en de Madonna lacht. (José Antolínez) Als ze dichtbij het huis zijn, laat iemand, die daar staat om de gasten te verwelkomen, dat weten, en mannen en vrouwen, allemaal opgeklee...

LII BRUILOFT IN KANA -DE ZOON, NIET LANGER ONDERWORPEN AAN DE MOEDER VERRICHT ZIJN EERSTE WONDER VOOR HAAR- 52.1 Maria Valtorta: 'Ik zie een huis. Een karakteristiek oriëntaals huis – een witte kubus, breder dan hoog, met weinig openingen – met daarboven een terras dat als dak fungeert, omheind door een lage muur van ca.1m hoog, en in de schaduw van een druivenpergola, die daar omhoog klimt zijn en takken spreidt over ruim de helft van dit zonnige terras. Langs de gevel stijgt een buitentrap op tot de hoogte van een deur, die halverwege de gevel opengaat. Beneden op de grond zijn er slechts enkele lage deuren, niet meer dan twee per kant, die leiden naar lage, donkere kamers. Het huis staat midden op een soort boerenerf, meer een grasveld dan een dorsvloer, met een put in het midden. Er zijn vijgen- en appelbomen. -Kana gezien vanaf de weg  naar Nazareth (Corwin Knapp Linson)- De woning kijkt uit op de straat, maar het ligt niet aan de straat. Het ligt er wat vandaan, en een pad do...

-Jezus en Johannes (zonder halo?) op feest te Kana (Giotto)- 51.5 Maria Valtorta: '"Wat heb jij in die tas?" "Het gewaad dat Je Moeder Je stuurt. Groot feest, morgen. Ze denkt dat haar Jezus het nodig heeft, om niet te misstaan tussen de gasten. Ze werkte onvermoeibaar, van het eerste tot het laatste licht, elke dag, om dit pak voor Jou klaar te maken. Maar ze kreeg de mantel niet af. De franjes ontbraken, nog steeds... Ze is er volkomen van slag van." "Die zijn niet nodig. Ik zal met deze gaan en die andere voor Jeruzalem bewaren. De Tempel is meer nog, dan een bruiloftsfeest." "Ze zal gelukkig zijn." "Als je bij zonsopgang op weg naar Kana wilt zijn, moeten jullie nu onmiddellijk vertrekken. De maan komt op en de oversteek zal goed zijn," zegt Petrus. -Jezus, Maria en Johannes? op bruiloft te Kana (Juan de Flandes)- "Laten we dan gaan! Kom, Johannes. Ik neem je mee. Simon Petrus, Jacobus, Andreas, tot ziens! Ik wacht op jull...

- Coredenzione (G. Gasparro) - 51.4 Maria Valtorta: '"En wat denk jij?" "Ik... ik..." "Jij wordt verscheurd tussen de stemmen van Boven en die van de Aarde. Ik zeg niet die van Beneden. Ik zeg die van de aarde. Jakobus [ Judas Thaddeus' broer ] ook, zelfs meer dan jij. Maar Ik zeg jullie dat er boven de aarde de hemel is, en dat er boven de belangen van de wereld de Zaak van God is. Jullie moet je manier van denken veranderen. Als je dat weet te doen, zijn jullie perfect." "Maar... en Je Moeder dan?" "Judas, alleen Zij zou het recht hebben om Mij terug te roepen naar Mijn plichten als Zoon, in overeenstemming met het Licht van de aarde: d.w.z. Mijn plicht om voor haar te werken, in haar materiële behoeften te voorzien, en Mijn plicht om te helpen en te troosten, door nabijheid tot de Moeder. En Zij vraagt Mij niets daarvan. Sinds Ze Mij kreeg, weet Ze dat Ze me zou verliezen. om Mij vervolgens in een ruimere zin te hervinden dan in ...

-H. Barbara ontvlucht haar vader- 51.3 Maria Valtorta: '"Geef Jij al les, Jezus?" vraagt ​​Thaddeus. "Ja, neef." "En met welke woorden! Ah! die worden niet gehoord op de lippen van anderen!" Judas zucht. Met zijn hoofd op zijn hand, zijn elleboog op zijn knie, kijkt hij naar Jezus en zucht. Het lijkt erop dat hij wil praten en niet durft. Jezus plaagt hem:  "Wat is er met jou, Judas? Waarom kijk je naar Mij en zucht je?" "O niets." "Nee. Niets is het niet. Ben Ik niet langer de Jezus van wie je hield? Degene voor wie je geen geheimen had?" "Jawel, dat ben je! En wat mis Ik jou, jij, leraar van je oudere neef..." "Wat dan? Spreek!" -H. Barbara gedood door haar eigen vader (Lucas Cranch de Oudere)- "Ik wilde je vertellen... Jezus... wees voorzichtig... Je hebt een moeder... die alleen Jou heeft... Je wil een "rabbi" zijn die anders is dan de anderen en je weet, beter dan ik, dat... dat de m...

-haven van Tiberias in de 1e eeuw AD- 51.2 Maria Valtorta: 'Jezus buigt lichtjes, spreidt zijn armen een beetje, en zegt: "Het verlangen van Mijn Moeder is Mijn wet. Maar Ik kom ook voor Susanna en haar familieleden. Ik... het spijt Me gewoon voor jullie..." en Hij kijkt naar Petrus en de anderen. "Dit zijn Mijn vrienden," legt Hij uit aan Zijn neef. En hij noemt ze, beginnend met Petrus. Tot slot zegt Hij: "En dit is Johannes," en Hij zegt het op een heel bijzondere manier, die de meest aandachtige blik van Judas Thaddeus trekt en de Geliefde laat blozen. Jezus eindigt het voorstellen door te zeggen: "Vrienden, en dit is Judas, de zoon van Alfeüs, Mijn neef-broer , volgens de gewoonte van de wereld, omdat hij de zoon is van de broer van de man van Mijn moeder. Een goede vriend van Mij , in werk en leven." "Mijn huis staat voor U open als voor de Meester. Ga zitten!" zegt Petrus, en dan, zich tot Jezus wendend: "En wij, gaan wi...

LI MARIA ZENDT JUDDAS THADDEUS -OM JEZUS UIT TE NODIGEN VOOR DE BRUILOFT IN KANA- -Judas Thaddeus, zoon van Jozefs broer- 51.1 Maria Valtorta: 'Ik zie Petrus' keuken. Daarin zijn, naast Jezus, Petrus en zijn vrouw, en Jacobus en Johannes. Het lijkt erop dat ze net klaar zijn met eten en met elkaar in gesprek zijn. Jezus is geïnteresseerd in het vissen. Andreas komt binnen en zegt: "Meester, hier is de man bij wie U logeert, met iemand die zichzelf Uw neef noemt." Jezus staat op en gaat naar de deur en zegt: "Kom naar voor." En wanneer hij, in het licht van de olielamp en de vlam van de haard, Judas Thaddeus ziet binnenkomen, roept hij uit: " Jij, Judas ?!" "Ik, Jezus." (El Greco) -naar MV (L.Ferri)- Ze kussen elkaar. Judas Thaddeus is een knappe man, vol mannelijke schoonheid. Lang, hoewel niet zo groot als Jezus, goed geproportioneerd in zijn robuustheid, donker, zoals Sint-Jozef was als jongeman, van een niet-aardse olijfkleurige tint e...

50.9 Maria Valtorta: '"Dan vertrek Ik morgen, bij zonsopgang, met Johannes." "Meester..." "Simone, wat is er?" "Meester... gaat u naar Jeruzalem?" "Dat weet je." "Ik ga er ook heen, met Pasen... en Andreas en Jakobus ook..." "Wel?... Wil je zeggen dat je graag mee wil gaan met Mij. En de visvangst? En je broodwinning? Je vertelde me dat je graag geld hebt, en Ik zal vele dagen weg zijn. Eerst ga Ik naar de Moeder. En op de terugweg ga Ik er opnieuw heen. Ik zal er stoppen en preken. Hoe ga je dat doen?..." Petrus is perplex, verscheurd... Maar besluit dan: "Wat mij betreft... ik kom. Ik geef de voorkeur aan U boven geld!" "Ik kom ook!" "En ik ook!" "En wij ook, toch, Filippus?" - Eerste zes (Candido Portinari) - "Komen jullie dan! Jullie zullen Mij helpen." "Oh!..." Petrus is opgewonden bij het idee om Jezus te helpen. "Hoe gaan we dat doen?" ...

-Steniging van takkenraper op Sabbat (James Tissot)- cf. Ex.31:12-17; 35:2  (e.a.) 50.8 Maria Valtorta: 'De mensen uiten ontroerd hun goedkeuring en vertrekken langzaam. Petrus, Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus en Bartholomeüs blijven. "Vertrekt U morgen, Meester?" "Morgen bij zonsopgang, als je het niet erg vindt." "Erg dat U gaat, wel. Maar erg omwille van het uur, nee. Het is veelbelovend!" "Gaan jullie vissen?" "Vanavond, bij de eerste maan." " Je hebt er goed aan gedaan, Simon Petrus, om gisteravond niet te vissen. Zaterdag was nog niet voorbij. Nehemia wilde in zijn hervormingen dat de Sabbat in Juda gerespecteerd zou worden. Ook nu nog zijn er te veel mensen die op de Sabbat wijn persen, bundels dragen, wijn en fruit laden, en vis en lammeren kopen en verkopen. Jullie hebt zes dagen hiervoor de tijd. De Sabbat behoort de Heer toe. Slechts één ding kunnen jullie doen op zaterdag: goed zijn voor je naaste. Maar winst...