bruiloft in Kana 2
51.2
Maria Valtorta:
'Jezus buigt lichtjes, spreidt zijn armen een beetje, en zegt:
"Het verlangen van Mijn Moeder is Mijn wet.
Maar Ik kom ook voor Susanna en haar familieleden.
Ik... het spijt Me gewoon voor jullie..."
en Hij kijkt naar Petrus en de anderen.
"Dit zijn Mijn vrienden," legt Hij uit aan Zijn neef.
En hij noemt ze, beginnend met Petrus.
Tot slot zegt Hij: "En dit is Johannes,"
en Hij zegt het op een heel bijzondere manier,
die de meest aandachtige blik van Judas Thaddeus trekt
en de Geliefde laat blozen.
Jezus eindigt het voorstellen door te zeggen:
"Vrienden, en dit is Judas, de zoon van Alfeüs,
Mijn neef-broer, volgens de gewoonte van de wereld,
omdat hij de zoon is van de broer van de man van Mijn moeder.
Een goede vriend van Mij, in werk en leven."
"Mijn huis staat voor U open als voor de Meester. Ga zitten!"
zegt Petrus, en dan, zich tot Jezus wendend:
"En wij, gaan wij dan niet langer mee
met U naar Jeruzalem?"
"Natuurlijk gaan jullie mee. Na het huwelijksfeest vertrek Ik.
Maar Ik zal dan niet meer stoppen in Nazareth."
"Dat is inderdaad zo, Jezus.
Want Uw moeder is een paar dagen mijn gaste.
Zo is het afgesproken, en ook zij keert terug na de bruiloft."
Dat zegt de man uit Kafarnaüm.
"Dan zullen we het zo doen.
Nu ga Ik met die boot van Judas naar Tiberias, en vandaar naar Kana,
en met dezelfde boot zal Ik naar Kafarnaüm terugkeren, met de Moeder en met jou.
De dag na de volgende Sabbat kom jij, Simon, als je nog wilt komen,
en dan gaan we naar Jeruzalem voor het Pascha.'
"Ja, dat zal ik doen!
Sterker nog, ik kom op Sabbat naar U luisteren in de synagoge."'
Reacties
Een reactie posten