boerenbruiloft 2
52.2
Maria Valtorta:
'Dan zie ik twee vrouwen,
met lange gewaden en een mantel die tevens als sluier fungeert,
voortgaan op de weg en vandaar dan op het pad.
De ene is ouder, in de vijftig,
gekleed in een donkere, grijsbruine kleur, zoals natuurlijke wol.
De ander is lichter gekleed,
een lichtgeel gewaad en een blauwe mantel,
en lijkt midden dertig te zijn.
(Giovanni Battista Tiepolo)
Zij is heel mooi, slank,
en heeft een houding vol waardigheid,
ook al is ze een en al vriendelijkheid en nederigheid.
Wanneer ze dichterbij is,
merk ik de bleke kleur van haar gezicht, de blauwe ogen
en blonde haren, die verschijnen onder de sluier op haar voorhoofd.
Ik herken de allerheiligste Maria.
Wie die andere is,
die donker haar heeft en ouder is, weet ik niet.
Ze praten met elkaar en de Madonna lacht.
Als ze dichtbij het huis zijn,
laat iemand, die daar staat om de gasten te verwelkomen, dat weten,
en mannen en vrouwen, allemaal opgekleed, komen de twee begroeten,
terwijl ze veel drukte maken rond hen beiden en vooral rond Maria.
Qua tijd lijkt het ochtend,
ik zou zeggen rond negen uur, misschien eerder,
want het platteland heeft nog steeds die frisse uitstraling van de vroege uren van de dag,
in de dauw die het gras groener maakt, en in de lucht die nog niet vertroebeld is door stof.
Het seizoen lijkt mij lente,
omdat de weilanden gras hebben dat sinds de zomer niet meer is verbrand,
en de velden tarwe die nog jong is en zonder aren, helemaal groen.
De bladeren van de vijgen- en appelboom zijn groen en nog zacht,
en zo ook die van de wijnstok.
Maar ik zie geen bloemen aan de appelboom
en zie ook geen vrucht aan de appelboom, noch aan de vijgenboom, noch aan de wijnstok.
Een teken dat de appelboom al heeft gebloeid, maar pas onlangs,
en dat de kleine vruchten nog niet zichtbaar zijn.'
Reacties
Een reactie posten