buiten Sichem overnachten in een schuur met hooi
193.5
Maria Valtorta:
'"We staan nu voor de poorten van Sichem.
Ga met je broer en Judas van Simon [Iskariot] op zoek naar onderdak.
Ik ga naar het marktplein en wacht op je."
En ze gaan uiteen,
terwijl Petrus weggaloppeert op zoek naar onderkomen
en de anderen maar moeizaam door de straten voortsjokken,
vol met schreeuwende en gebarende mensen, ezels en karren,
allemaal op weg naar Jeruzalem voor het aanstaande Pesach.
De stemmen, de kreten, de vloeken vermengen zich met het gebalk van ezels,
wat een geluid maakt dat luid weerkaatst onder de bogen die van huis tot huis lopen,
een geluid dat doet denken aan het gebrul van sommige schelpen die tegen het oor worden gehouden.
De echo gaat van boog tot boog, waar zich al schaduwen verzamelen,
en de mensen, als eeuwig stromend water, zich door de straten haasten,
zich een weg banend, op zoek naar een dak, een plein, een weide
om te overnachten...
Jezus, het kind bij de hand, leunend tegen een boom,
wacht op Petrus op het plein, dat voor zulke gelegenheid altijd vol staat met verkopers.
"Moge niemand ons zien en herkennen!" zegt Iskariot.
"Zoals het herkennen van een zandkorrel tussen het zand?" antwoordt Thomas.
"Zie je de menigte niet?"
Petrus keert terug:
"Buiten de stad staat een schuur met hooi. En ik heb niets anders gevonden."
"Wij zullen niet verder zoeken. Het is veel te mooi voor de Mensenzoon!"'
Reacties
Een reactie posten