hoe geloof opbouwen: bestudeer een tempel


204.4

Maria Valtorta:

'Plautina staat weer op en zegt:

"Ik heb veel nagedacht... Ik zou zoveel willen weten... alles, om het te kunnen beoordelen.

Maar, als ik vragen mag, zou ik graag willen weten hoe men geloof – het Uwe bijvoorbeeld – kan  opbouwen op een terrein waarvan U hebt gezegd dat het verstoken is van waar geloof. U zei dat onze overtuigingen ijdel zijn. Dus blijven we met niets achter. Hoe kunnen wij dit dan bereiken?"


"Ik neem het voorbeeld uit iets wat jullie kennen.

Jullie tempels. Jullie heilige gebouwen, werkelijk prachtig,

waarvan de enige onvolmaaktheid is dat ze gewijd zijn aan het Niets,

kunnen jullie leren hoe je tot geloof kunt komen en waar je geloof moet plaatsen.

Kijk!


Waar zijn die gebouwd?

Welke plek wordt, zo mogelijk, voor ze gekozen?

Hoe zijn ze opgebouwd?


De plek is over het algemeen ruim, vrij en verheven.

En als ze niet ruim en vrij is, wordt ze zo gemaakt

door alles wat haar rommelig en benauwend maakt te slopen.



Als ze niet verheven is,

dan wordt ze verhoogd door een stereobaat, drie treden hoger

dan de gebruikelijke die gebruikt wordt voor tempels die al op een natuurlijke verhoging staan.


Meestal is de tempel omgeven door een heilige omheining,

bestaande uit zuilengalerijen en zuilengangen met bomen die heilig zijn voor de goden,

fonteinen en altaren, beelden en stèles, meestal voorafgegaan door het propyleum,

waarachter zich het altaar bevindt, waar gebeden tot de godheid worden opgedragen.

Hiervoor bevindt zich de offerplaats, want offeren gaat aan gebed vooraf.


Vaak, vooral in de meest indrukwekkende tempels, omringt een peristylium ze

met een krans van kostbaar marmer.

Binnenin bevinden zich de voorhal, zowel buiten als binnen het peristylium,

de cella van de godheid en de achterhal.

Marmer, beelden, frontons, acroteria en tympana, allemaal gepolijst, kostbaar en versierd,

maken de tempel tot een zeer nobel gebouw, zelfs voor het meest primitieve oog.

Klopt dat?



"Dat is zo, Meester. U hebt ze heel goed bekeken en bestudeerd!" bevestigt en prijst Plautina.

"Maar wij weten toch dat Hij Palestina nooit heeft verlaten!?" roept Quintillianus uit.

"Ik ben nooit naar Rome of Athene vertrokken. Maar Ik ben niet onbekend met de architectuur van Griekenland en Rome. En in het genie van de man die het Parthenon versierde, was Ik aanwezig, want Ik ben overal waar leven is en manifestatie van leven.

Waar een wijze denkt, een beeldhouwer kerft, een dichter componeert, een moeder zingt boven een wieg, een man zwoegt in de voren, een dokter vecht tegen ziekte, een levend wezen ademt, een dier leeft, een boom groeit... daar ben Ik, samen met Hem van Wie Ik kom.

In het gebulder van de aardbeving of de blikseminslag, in het licht van de sterren of de stroming van de getijden, in de vlucht van de adelaar of het gezoem van de mug, ben Ik, samen met de Allerhoogste Schepper."


"Dus... U... U weet alles? Ook menselijke gedachten en werken?"

vraagt Quintillianus ​​opnieuw.

"Ik ken ze."


De Romeinen kijken elkaar verbaasd aan.'


29 juni 1945

Reacties

Populaire posts van deze blog

Jezus gaat naar Samaria - 2e jaar begint - nu Redder (meer dan Leermeester) - Barmhartigheid uitbreiden!

en Zijn volk ontving Hem niet...

zie het Lam van God !