maria met bloempjes 6
7.5
Maria Valtorta:
'"Ik zou ook graag een zondaar willen zijn,
een erge zondaar, als ik niet bang was de Heer te beledigen...
Vertel het mij, mama! Kan iemand een zondaar zijn uit liefde voor God?"
"Wat zeg je, lieverd? Ik begrijp je niet."
"Ik probeer te zeggen: zondigen... om bemind te worden door God... die Verlosser wordt.
De verlórenen worden gered. Is het niet waar? Ik zou graag gered willen worden
door de Heiland en zou Zijn blik van Liefde willen hebben. Om die reden
zou ik graag willen zondigen, maar geen zonde waar Hij van walgt.
Hoe kan Hij mij redden... als ik niet verdwaal?"
Anna is verbijsterd.
Ze weet niet meer wat ze moet zeggen.
Joachim komt haar te hulp
terwijl hij, lopend over het gras, naderde
zonder enig geluid te maken, achter de heg van lage takken.
"Hij heeft jou vooruit gered.
Omdat hij weet dat jij van Hem houdt, en alleen van Hem wilt houden.
Om deze reden ben je al verlost, en kun je maagd zijn zoals je wilt,"
zegt Joachim.
"Echt, m'n vader?"
Maria klampt zich vast aan zijn knieën
en kijkt hem aan met de heldere sterren van haar ogen,
zo gelijkend op die van haar vader.
En zo blij met de hoop die haar vader haar geeft.
"Echt, klein liefje.
Kijk! Ik heb hier dit musje voor jou meegebracht
dat tijdens zijn eerste vlucht vlakbij de bron vloog.
Ik had hem kunnen achterlaten, maar zijn zwakke vleugels en kleine zijden pootjes
hadden geen kracht om een nieuwe vlucht te maken
of hem op de gladde, bemoste stenen vast te houden.
Hij zou in de fontein zijn gevallen.
Ik heb niet gewacht tot het zou gebeuren.
Ik heb hem opgepakt en geef hem aan jou.
Jij zult ermee doen wat je wilt.
Feit is dat hij werd gered
vóórdat hij in gevaar kwam.
Hetzelfde heeft God met jou gedaan.
Vertel me nu, Maria, hield ik meer van de mus door hem eerst te redden?
Of zou ik meer van hem hebben gehouden door hem later te redden?"
"Nu hield je meer van hem,
omdat je niet toestond dat hij zichzelf pijn zou doen met het ijskoude water."
"En God hield meer van jou, omdat Hij je redde vóór je zondigde."
"En dan zal ik volledig van Hem houden. Volledig.
Mooie mus, ik ben net zoals jij.
De Heer hield evenveel van ons
en gaf ons redding...
Nu zal ik jou opvoeden
en dan zal ik je laten gaan.
En jij zult in het bos en ik in de tempel
de lof van God zingen,
en wij zullen zeggen:
"Stuur, stúúr Uw Beloofde naar hen die wachten!"
'"Oh! m'n vader! Wanneer breng je me naar de tempel?"
"Binnenkort, m'n parel. Maar doet het je geen pijn om je vader te verlaten?"
"Veel! Maar jij komt... en dan, als het geen pijn deed, welk offer zou het dan zijn?"
"En zul je je ons nog herinneren?"
"Altijd. Na het gebed voor Emmanuel zal ik voor jullie bidden.
Moge God jullie vreugde en een lang leven geven... Tot de dag dat Hij Verlosser is!
Dan zal ik zeggen dat hij jullie meeneemt naar het Jeruzalem van de hemel."
Het visioen houdt voor mij op met Maria
stevig in de armen genomen
van haar vader.'
Reacties
Een reactie posten