- Sebastia (Samaria t.t.v. Herodes - naar Augustus, de 'verheven', Σεβάστος) - 142.4 Maria Valtorta: '"Kijk, daar zijn de grenzen van Samaria . Geloven jullie dat het goed zou zijn als Ik daar zou gaan spreken?" "Oh!" Ze zijn allemaal min of meer geschokt. "Voorwaar, Ik zeg jullie, dat er overal Samaritanen zijn, en als Ik niet zou spreken waar er een Samaritaan is, zou Ik nergens hoeven te spreken. Kom dan. Ik zal niet zoeken te praten. Maar Ik zal ook niet nalaten om over God te spreken als Mij ernaar gevraagd wordt. Een jaar is voorbij. Het tweede begint. Het bevindt zich tussen het begin en het einde. In het begin was de Leermeester nog dominant. En zie, nu openbaart zich de Redder. Het einde zal het gezicht van de Verlosser hebben. Laten we gaan. Hoe verder de rivier naar de monding stroomt, hoe breder hij wordt wordt. Ook Ik vermeerder het werk van Barmhartigheid, omdat de monding dichterbij komt." "Gaan we na Galilea naar een grote...
- Westbankbarrièrre - 73.9 Maria Valtorta: 'In de stilte, alleen onderbroken door het geritsel van sandalen op het grind van het pad, is een snik te horen. "Wie huilt er?" vraagt Jezus, terwijl Hij zich omdraait. En Judas: "Het is Johannes. Hij was bang." (Johannes:) "Nee. Niet bang. Ik had mijn hand al op het mes aan mijn riem... maar ik herinnerde me Jouw uitspraak: "Niet doden, vergeven!" Dat zeg Jij altijd..." "Waarom huil je dan?" vraagt Judas. "Omdat ik lijd als ik zie dat de wereld Jezus niet wil. Hij herkent Hem niet, en wil Hem niet kennen. Oh! Het is zo'n pijn! Alsof ze mijn hart doorprikten met doornen gemaakt van vuur. Alsof ik mijn moeder had zien vertrappen en spugen in het gezicht van mijn vader... Nog erger... alsof ik Romeinse paarden had zien eten in de Heilige Ark en zien rusten in het Heilige der Heiligen!" "Niet huilen, mijn Johannes! Je zult, deze keer en op talloze andere keren, zeggen:...
-Ecce Agnus Dei (Christopher Elias Heiss)- 45.4 Maria Valtorta: 'Jezus en Johannes staren elkaar even aan. Jezus met Zijn heel lieve blauwe blik. Johannes met zijn strenge, zeer blauwe ogen, vol flitsen. Van dichtbij gezien zijn de twee de anti-these van elkaar. Beiden lang - dat is de enige overeenkomst - zijn ze heel verschillend voor al het overige. Jezus blond, en met lang, gekamd haar, met een ivoorwit gezicht, met blauwe ogen, met een eenvoudig, maar majestueus kleed. -buste Johannes de Doper (Michele Fabris)- Johannes behaard, met zwart haren die soepel op de schouders vallen, glad en ongelijk van lengte, zwart in zijn dunne baard, die bijna zijn hele gezicht bedekt, wat niet verhindert, met die sluier, om toe te laten de wangen op te merken die uitgehold zijn door het vasten, zwart in zijn koortsige ogen, donker in de huid gebruind door de zon en het slechte weer en vanwege het dikke haar dat de huid bedekt, halfnaakt in zijn kameelharen gewaad, in de taille vastgeh...
Reacties
Een reactie posten