niet de priester, maar Símeon 1
32.7
Jezus zegt:
'Uit de beschrijving die je hebt gegeven
komen twee lessen voor iedereen naar voren.
De eerste (Simeon):
Niet aan de priester ondergedompeld in de riten, maar met een afwezige geest,
maar aan een eenvoudige gelovige wordt de waarheid geopenbaard.
De priester,
steeds in contact met de Goddelijkheid,
gericht op de zorg voor al wat met God te maken heeft,
toegewijd aan alles wat hoger is dan het vlees,
had onmiddellijk moeten begrijpen wie het Kind was
dat die ochtend aan de Tempel werd aangeboden.
Maar om dat te kunnen begrijpen, had hij een lévende geest nodig.
Niet alleen een gewaad, een geest bedekkend, zo niet dood,
dan toch zeer slaperig.
De Geest van God kan, als Hij dat wil,
zelfs in de saaiste geest inslaan als de bliksem
en Hem schokken als een aardbeving.
Dat kan Hij.
Maar over het algemeen,
- omdat Hij de Geest van Orde is,
zoals Gods Orde in elk van Zijn personen is, en in Zijn manieren van handelen -
stroomt Hij uit en spreekt Hij daar...
Ik zeg niet waar er voldoende verdienste is om die uitstorting te ontvangen
- dan zou Hij slechts een paar keer uitstromen, en ook jij zou de lichten niet kennen -
maar waar Hij de ‘goede wil’ ziet om Gods uitstorting te verdienen.
Hoe komt deze ‘goede wil’ tot uiting?
Met een leven dat, zover als mogelijk is, geheel uit God bestaat.
In geloof, in gehoorzaamheid, in zuiverheid,
in (naasten)liefde, in vrijgevigheid,
in gebed.
Niet in praktijken,
in gebed.
Er is minder verschil tussen dag en nacht
dan tussen praktijken en gebed.
Gebed is gemeenschap van geest met God,
waaruit je herboren tevoorschijn komt
en vastbesloten om bij God te horen
steeds meer.
Praktijk is elke gewoonte,
gemaakt voor diverse maar altijd egoïstische doeleinden,
die je laat zoals je bent, of beter gezegd, je belast
met de schuld van liegen en luiheid.'
Reacties
Een reactie posten