niet in bekoring komen
69.5
Maria Valtorta:
'"Ik heb werkelijk vlees aangenomen,
zodat Ik, door de ervaring van het vlees, kon weten wat de verleidingen van de mens zijn."
"En de zonden?"
"Verleid worden, kan iedereen.
Zondaar zijn, alleen zij die het willen."
"Hebt U nooit gezondigd, Jezus?"
"Ik heb nooit willen zondigen.
En dat is niet omdat Ik de Zoon van de Vader ben.
Maar Ik heb dit gewild en zal dit willen om de mens te laten zien
dat de Mensenzoon niet zondigde omdat Hij niet wilde zondigen
en dat de mens, als hij het niet wil, dat kan: niet zondigen."
"Bent u ooit in verleiding geweest?"
"Ik ben dertig jaar oud, Judas. En ik woonde niet in een grot op een berg.
Maar onder mensen. En zelfs als Ik op de eenzaamste plek op aarde was geweest,
denk je dan dat de verleidingen niet zouden zijn gekomen?
Wij hebben alles in ons: het goede en het kwade.
Wij dragen alles met ons mee.
En over het goede blaast de Adem van God
en maakt het levend als een wierookvat
van welkome en heilige wierook.
En over het kwade blaast Satan
en ontsteekt het tot een brandstapel met woeste vlammen.
Maar aandachtige wil en voortdurende gebed
zijn vochtig zand op het vuur van de hel:
ze verstikken en temmen het."
"Maar als U nooit gezondigd hebt,
hoe kunt U dan over de zondaars oordelen?"
"Ik ben mens en Ik ben Zoon van God.
Al wat Ik niet zou weten en verkeerd zou beoordelen als mens,
weet Ik en beoordeel Ik als de Zoon van God.
En bovendien...
Judas, beantwoord deze vraag van Mij: iemand die honger heeft,
lijdt die meer als hij zegt 'nu ga ik me aan tafel zetten'
of als hij zegt 'er is geen eten voor mij'...?
"In het tweede geval lijdt hij meer.
Omdat alleen het weten dat hem dit ontzegd wordt,
de geur van het voedsel terugbrengt, en zijn darmen draaien van verlangen."
"Zie je, verleiding is net zo bijtend als dit verlangen, Judas.
Satan maakt haar scherper, preciezer en verleidelijker dan welke uitgevoerde daad ook.
Bovendien geeft de handeling voldoening en maakt ze soms misselijk,
terwijl de verleiding niet valt, maar zoals een gesnoeide boom net steviger takken uitwerpt."
"En U hebt nooit toegegeven?"
"Ik heb nooit toegegeven."
"Hoe hebt U dat gekund?"
"Ik zei: 'Vader, leid Mij niet in verleiding/bekoring!'"
[Breng Mij niet in vervoering.../Laat Mij niet in vervoering komen...]
"He? U, de Messias, U die wonderen verricht,
U hebt om de hulp van de Vader gevraagd?"
"Niet alleen om Zijn hulp.
Ik vroeg Hem om Mij niet in verleiding te brengen.
Geloof jij dat Ik, omdat Ik Ik ben, het zonder de Vader kan stellen?
Oh! Nee! Voorwaar, Ik zeg je, dat de Vader alles aan de Zoon geeft,
maar dat de Zoon ook alles van de Vader ontvangt.
En Ik zeg je dat alles wat wordt gevraagd
aan de Vader in Mijn naam,
verleend zal worden.'
Reacties
Een reactie posten