het onkruid onder de tarwe 5
181.7
Maria Valtorta:
'"Maar als Je aanneemt dat het altijd Satan en zijn volgelingen zijn...
lijkt het mij dat de verantwoordelijkheid van de discipel afneemt,"
zegt Matteüs.
"Denk niet zo.
Als het Kwaad bestaat, bestaat ook het Goede,
en bestaat ook het onderscheidingsvermogen in de mens,
en daarmee zijn vrijheid."
"Je zegt dat God niet meer toestaat dan nuttig is voor de triomf van Zijn wil van liefde.
Dus is zelfs deze dwaling nuttig, als Hij die toelaat, en dient ze de triomf van de goddelijke wil,"
zegt Iskariot.
"En jij concludeert, net als Matteüs, dat dit de misdaad van de discipel rechtvaardigt...
God had de leeuw zonder wreedheid geschapen, en de slang zonder gif.
Nu is de ene wreed en de andere giftig.
Maar God heeft hen om deze reden
van de mens gescheiden...
Mediteer hierover
en pas het toe."
Laten we naar binnen gaan.
De zon is al sterk, te sterk.
Alsof er een storm opsteekt.
En jullie zijn moe van de slapeloze nacht.
"Het huis heeft een hoge kamer, groot en koel.
Je zult kunnen uitrusten," zegt Elia.
Ze gaan de buitentrap op.
Maar alleen de apostelen gaan op de matten liggen om uit te rusten.
Jezus gaat naar het terras, overschaduwd door een zeer hoge eik in een hoek,
en verdiept zich in Zijn gedachten.'
Reacties
Een reactie posten