Publius laat Jabes even meerijden te paard
192.6-7
M. Valtorta:
'Publius kijkt om zich heen en ziet Petrus, zwaar, rood en bezweet.
"Dat kind?"
"Een weeskind dat ik heb meegenomen."
"Maar die man van jou vermoeit zich te hard! Jongen, ben jij bang om een paar meter te paard te gaan? Ik zal je onder mijn mantel leggen en langzaam verdergaan. En ik zal je teruggeven aan... aan deze man... als we de poort bereiken."
Het kind verzet zich niet.
Hij moet zo zacht zijn als een lammetje, en Publius tilt hem in het zadel.
En terwijl hij de soldaten beveelt langzaam paard te rijden,
ziet hij ook de man uit Endor.
Hij staart hem aan en zegt: "Ben jij hier?"
"Ik. Ik ben gestopt met het verkopen van eieren aan de Romeinen. Maar de kippen zijn er nog! Nu ben ik bij de Meester..."
"Goed zo! Je zult zo meer troost vinden. Tot ziens!
Vaarwel, Meester. Ik wacht op jullie bij die bomengroep."
En hij geeft het paard de sporen.
"Ken jij hem? En kent hij jou?"
vragen velen aan Johannes van Endor.
"Ja, als kippenleverancier. Daarvoor hende hij mij niet. Maar ooit werd ik naar de commandopost in Naïn geroepen om quota vast te stellen, en hij was daar. Sindsdien begroette hij mij altijd, als ik boeken of gereedschap in Caesarea ging kopen. Hij noemt me 'Cycloop' of 'Diogenes'... Hij is geen slechte kerel, en hoezeer ik de Romeinen ook haat, hem ik nooit beledigd, omdat hij nuttig voor me kon zijn."
"Heb Je dat gehoord, Meester?
Mijn toespraak tot de centurio van Kafarnaüm heeft goed gedaan.
Nu ga ik rustiger verder," zegt Petrus.
Ze bereiken het groepje bomen in de schaduw waarvan de patrouille is afgestegen.
"Hier geef ik de jongen terug. Hebt U nog orders, Meester?"
"Nee, Publius. Moge God zich aan jou openbaren."
"Gegroet!" en hij klimt weer op het paard en spoort hem aan,
gevolgd door zijn mannen met luid hoefgetrappel en harnas.
-
Ze komen de stad binnen
en Petrus en zijn kleine vriend gaan sandalen kopen.
"Die man snakt naar een kind," zegt de Zeloot,
en concludeert: "Hij heeft gelijk."
"Ik geef er hem duizenden.
Laten we nu een schuilplaats zoeken,
zodat we morgen bij zonsopgang verder kunnen."
Reacties
Een reactie posten