kind Maria wilde kusjes noch aanrakingen
196.7
Maria Valtorta:
'"Maar zou het niet mooier zijn om het onderricht van de Meester voort te zetten, in plaats van te lijken op evenzovele onhandelbare geitebokken?" vraagt de vredelievende Thomas.
"Ja, Meester! Vertel ons meer over Jouw moeder. Haar kindertijd is zo stralend! Die maakt onze ziel maagdelijke door reflectie erover, en ik, arme zondaar, heb daar zoveel behoefte aan!" roept Mattheüs uit.
"Wat zal Ik jullie vertellen? Er zijn zovele gebeurtenissen, de ene nog zoeter dan de vorige..."
"Heeft zij ze Jou verteld?"
"Sommige. Maar Jozef nog meer, als het mooiste vertelsel dat Ik als kind heb meegemaakt, en ook Alfeüs van Sara, die, slechts een paar jaar ouder dan mijn moeder, haar vriend was tijdens de korte jaren die ze in Nazareth doorbracht."
"O! Vertel, vertel..." bidt Johannes.
Ze vormen allemaal een kring,
zittend in de schaduw van de olijfbomen, met Jabes in het midden,
starend naar Jezus alsof ze naar een hemels sprookje luisteren.
"Ik zal jullie vertellen over de les in kuisheid die Mijn moeder, een paar dagen voor haar intrede in de tempel, aan haar vriendje en vele anderen gaf.
Een meisje uit Nazareth, familielid van Sara, was die dag getrouwd, en Joachim en Anna waren ook uitgenodigd voor de bruiloft. De kleine Maria was mee met hen, en had samen met andere kinderen de taak bloemblaadjes op het pad van de bruid te strooien.
Ze zeiden dat ze prachtig was als kleutertje, en dat iedereen na de feestelijke intrede van de bruid om haar vocht. Het was erg moeilijk om Maria te zien te krijgen, want ze leefde meestal thuis en hield meer van een kleine grot dan van welke andere plek ook - die ze nu nog steeds 'haar huwelijksgrot' noemt.
Daarom werd ze, blond, rozig en zacht, overspoeld door liefkozingen, toen ze werd gezien. Ze noemden haar de 'bloem van Nazareth', of de 'parel van Galilea', of zelfs de 'vrede van God'... ter nagedachtenis aan de enorme regenboog die plots verscheen bij haar eerste kreet.
Zij was, en is, in feite dit alles en meer. Zij ís de Bloem van de Hemel en van de schepping, zij ís de Parel van het Paradijs, zij ís de Vrede van God... Ja, de Vrede. Ik ben de Vredige omdat Ik de Zoon van de Vader en de zoon van Maria ben: de oneindige Vrede en de zachte/zoete/lieve Vrede.
Die dag wilde iedereen haar kussen en op schoot nemen. En zij, terughoudend voor kussen en aanrakingen, zei met zachte ernst: 'Ik smeek jullie. Verkreukel mij niet."
Ze dachten dat ze het had over haar linnen jurkje, met een blauwe sjerp om haar middel gebonden, haar smalle polsjes, haar nek... of over de krans van kleine blauwe bloemetjes waarmee Anna haar had gekroond om haar lichte krulletjes op hun plaats te houden, en ze verzekerden haar dat ze noch haar jurkje noch haar krans zouden kreuken.
Maar zij, zelfverzekerd, een kleine driejarige vrouw die te midden van een kring volwassenen stond, zei ernstig: 'Ik denk niet aan dat wat gerepareerd kan worden. Ik heb het over mijn ziel. Die behoort God toe. En die wil alleen aangeraakt worden door God.'
Ze protesteerden: 'Maar wij kussen jou, niet jouw ziel.'
En zij: 'Mijn lichaam is tempel van de ziel, en de Geest is er de priester van. Het volk wordt niet toegelaten tot de priesterlijke omheining. Ik smeek jullie. Ga de omheining van God niet binnen."
Alfeüs, die toen meer dan acht jaar oud was en veel van haar hield, was getroffen door dit antwoord. De volgende dag, toen hij haar bij haar kleine grot aantrof, druk bezig met bloempjes plukken, vroeg hij haar: 'Maria, als jij een vrouw bent, zou je mij dan als je man willen?'
De roes van het bruiloftsfeest dat hij net had bijgewoond, bleef nog in hem hangen.
En zij: 'Ik hou heel veel van jou. Maar ik zie jou niet als een man. Ik zal je een geheim vertellen. Ik zie alleen de ziel van de levenden. Daar houd ik heel veel van, met heel mijn hart. Maar ik zie alleen maar God als de 'ware Levende' aan wie ik mezelf geven kan."
Ziehier een van de episoden!"
"De 'Werkelijk Levende'!!! Maar je weet dat dat een diepzinnig woord is!"
roept Bartholomeüs uit.
En Jezus, nederig en met een glimlach:
"Zij was de Moeder van de Wijsheid."
"Was?... Maar was ze niet drie jaar oud?"
"Dat was ze. Ik leefde al in haar, zijnde God in haar, vanaf haar conceptie,
in Zijn meest volmaakte Eenheid en Drie-eenheid."'
Reacties
Een reactie posten