Jezus leert Onzevader níet aan Judas - die volgens Petrus sinds Endor bezeten is
203.3
Maria Valtorta:
'Een van jullie heeft de afgelopen dagen veel geleden.
Hij leed door een daad die hij niet verdiende, en hij leed door de moeite die hij deed om de verontwaardiging die die daad had opgewekt te bedwingen.
Ja, Simon van Jona, kom maar hier! Er was geen rilling in je oprechte hart die Mij onbekend was, en er was geen pijn die Ik niet met jou deelde. Ik en jouw metgezellen..."
"Maar Jij, Heer, bent veel erger beledigd dan ik! En dát was voor mij een lijden dat... groter, nee, gevoeliger... ook niet... nog... nog... Kijk: dat Judas walgde van het deelnemen aan mijn feestmaal, deed mij als mens pijn. Maar toen ik zag dat Jij er bedroefd en beledigd om was, deed dat mij op een andere manier pijn, en ik leed dubbel... Ik... ik wil niet opscheppen en pronken met Uw woorden... Maar ik moet zeggen, en als ik trots ben, zeg het me dan... Ik moet zeggen... dat ik met mijn ziel heb geleden... en dat doet meer pijn."
"Het is geen trots, Simon. Jij hebt geestelijk geleden omdat Simon van Jona, de visser uit Galilea, verandert in Petrus van Jezus, de Meester van de geest, door Wie ook Zijn discipelen actief en wijs van geest worden... Het is vanwege deze vooruitgang van je in het leven van de geest, het is vanwege deze vooruitgang van jullie, dat ik je vanavond wil leren bidden. Wat zijn jullie veranderd sinds die eenzame grotervaring [165.6]!"
"Wij allemaal, Heer?" vraagt Bartholomeüs een beetje ongelovig.
"Ik begrijp wat je bedoelt... Maar ik spreek tot jullie elven. Niet tot anderen..."
"Maar wat is er toch met Judas van Simon, Meester? Wij begrijpen hem niet meer...
Hij leek zo veranderd, en nu, sinds we het meer verlaten hebben..."
zegt Andreas troosteloos.
"Zwijg, broer, ik heb de sleutel tot het mysterie!
Een klein stukje Beëlzebub heeft zich aan hem vastgehecht.
Hij ging hem zoeken, in de grot van Endor, om te kunnen verbazen en... hij is bediend!
De Meester heeft het gezegd, die dag...
Bij Gamala gingen de duivels de varkens in.
Bij Endor zijn de duivels, die uit die ellendige Johannes kwamen, in hem gevaren...
Het is duidelijk dat... het is duidelijk... Laat het me vertellen, Meester!
Het zit hier, in mijn keel, en als ik het niet zeg, komt het er niet uit
en vergiftig ik mezelf..."
"Simone, wees lief!"
"Ja, Meester... en ik verzeker Jou dat ik hem geen kwaad zal doen.
Maar ik zeg en ik denk dat, gezien Judas gemeen is – dat begrepen we allemaal –
hij enigszins op een varken lijkt... en het is duidelijk...
dat demonen graag varkens uitkiezen voor hun...
verandering van woonplaats.
Zo, ik heb het gezegd."
"Jij zegt dat het zo zit?" vraagt Jakobus van Zebedeüs.
"En wat anders zou het kunnen zijn?
Er was geen reden voor hem om zo onhandelbaar te worden.
Erger dan bij Aqua Speciosa! En daar kon ik nog denken dat het de plek was
en het seizoen, die hem zo nerveus maakten.
Maar nu..."'
Reacties
Een reactie posten