februari in galilea

XIV 

HET PASGETROUWDE STEL ARRIVEERT IN NAZARETH




14.1

Maria Valtorta:

'De blauwste lucht van een milde februari

strekt zich uit over de heuvels van Galilea.

De glooiende heuvels...

die ik in deze reeks over de Maagd als meisje nog nooit heb gezien,

en die mij nu al net zo bekend voorkomen alsof ik ertussen geboren was.




De hoofdweg,

fris door de nieuwe regen die misschien vannacht is gevallen,

heeft geen stof, maar ook geen modder.

Hij is goed vast en schoon, alsof het een stadsstraat is,

en slingert tussen twee heggen van bloeiende meidoorns.



Een sneeuwval, lijkt het, die bitter en bosachtig smaakt,

gebroken door de monsterlijke opeenhopingen van cactussen,

met dikke, schepvormige bladeren, alle bezaaid met stekels

en versierd met enorme granaten van bizarre vruchten,

ontsproten zonder stengel aan de bovenkant van de bladeren

die door hun kleur en vorm bij mij altijd mariene diepten oproepen,

bosjes koraal en kwallen, of andere dieren uit de diepe zeeën.



Voorbij de heggen...

– wiens functie het is om de eigendommen van individuen af ​​te schermen,

waardoor ze zich in alle richtingen uitstrekken, bizarre geometrisch ontwerpen makend

van rondingen en hoeken, van lange ruiten, korte ruiten, vierkanten, halve cirkels,

driehoeken van de meest onwaarschijnlijke scherpte of stompheid,

een tekening, geheel wit bespat (van de bloesems), als een grillig lint,

dat ze a.h.w. zo van vreugde langs het platteland hebben gespannen,

en waarop honderden vogels van elke soort vliegen, fluiten en zingen,

in de vreugde van de liefde en het werk van de te herbouwen nesten -






voorbij die heggen, het platteland...

met ontluikende granen, hier al hoger dan op de akkers van Judea,

en weilanden allemaal in bloei, en daarop - als reactie op de lichte wolken aan de hemel

die de zonsondergang roze maakt, bleek lila, maagdenpalm-paars, blauw getinte opaal, oranje koraal -

bij honderden en honderden, de plantaardige wolken van de fruitbomen:

wit, roze, rood, in alle tinten van wit, roze en rood.



In de lichte avondwind flikkeren de eerste bloemblaadjes

en ze vallen van de bloeiende bomen, en zien eruit als zwermen vlinders

op zoek naar stuifmeel op de bloemen van het veld.


En van de ene naar de andere boom, slingers van nog naakte wijnranken,

die alleen aan de top van de slingers, waar de zon het meeste schijnt,

een onschuldige, verbaasde, kloppende opening hebben

van de eerste kleine blaadjes.



De zon gaat vredig onder aan de hemel,

zo zacht in zijn blauw, dat het licht het nog duidelijker maakt,

en in de verte schijnt de sneeuw van de berg Hermon

en andere verre pieken.'


6 sept. 1944

Reacties

Populaire posts van deze blog

Jezus gaat naar Samaria - 2e jaar begint - nu Redder (meer dan Leermeester) - Barmhartigheid uitbreiden!

en Zijn volk ontving Hem niet...

zie het Lam van God !