bezoek aan kreupele Isaak in Juttah
LXXVI
IN JUTTAH BIJ DE HERDER ISAAK
-SARA EN HAAR KINDEREN-
76.1
Maria Valtorta:
'Een frisse vallei klinkend van water dat naar het zuiden stroomt, tussen de sprongen en het schuim van een zilveren stroom, die zijn lachende frisheid over de kleine weilanden van de hellingen sproeit, maar waarvan het sap ook de hellingen op lijkt te stijgen, zo groen zijn ze: smaragdgroen, bont van kleur, dat uit de grond oprijst, door de struiken en heesters van het kreupelhout, tot aan de toppen van de hoge bomen, waaronder veel walnoten, van het eigenlijke bos, alle doorsneden met open gebieden: groene vlaktes met gevoed gras en gezonde en robuuste weidegronden voor de kuddes.
Jezus daalt af, met Zijn leerlingen en de drie herders, richting de stroom. Geduldig blijft Hij staan, als ze moeten wachten op een achterblijvend schaap, of op een van de herders die een verdwaald lam moet achtervolgen. Hij is nu echt de Goede Herder.
Ook Hij heeft zichzelf uitgerust met een lange staf om de twijgen van bramen, meidoorns en wijnranken te ontwijken, die van alle kanten uitsteken en proberen zijn kleren vast te pakken. En dat maakt Zijn pastorale verschijning helemaal af.
"Zie je? Juttah is daarboven! Nu zullen we de stroom oversteken,
er is een doorwaadbare plaats die nuttig is in de zomer, zonder de brug nodig te hebben.
Het zou korter zijn geweest om vanuit Hebron te komen. Maar dat wilde Je niet."
"Nee. Daarna pas naar Hebron.
Altijd eerst naar hen die lijden!'
Reacties
Een reactie posten