kleine Jakob brengt gift
60.7
Maria Valtorta:
'"Is Jezus van Nazareth hier?"
vraagt een klein kind dat aan de deur verschijnt.
"Hij is hier. Kom binnen!"
Er komt een kind naar voren,
dat ik herken als een van die kinderen uit de eerste visioenen van Kafarnaüm,
en precies dat zelfs, dat tussen de voeten van Jezus gevallen, beloofde braaf te zijn...
om de honing van het Paradijs te kunnen eten.
"Kleine vriend, kom naar voren!" zegt Jezus.
Het kind, een beetje geïntimideerd door zoveel mensen die naar hem kijken,
vat moed en rent naar Jezus toe, die hem omhelst, op Zijn knieën zet
en hem een stukje van Zijn vis geeft, op een sneetje brood.
"Hier, Jezus. Dit is voor jou!...
Ook vandaag zei die man tegen mij: 'Het is zaterdag. Breng dit naar de rabbijn van Nazareth, en zeg tegen hem, je vriend, dat hij voor mij bidt!'... Hij weet dat jij mijn vriend bent!..."
Het kind lacht vrolijk en eet zijn brood en vis.
"Goed gedaan, kleine Jakobus! Je zult die man vertellen dat Mijn gebeden voor hem naar de Vader gaan."
"Is het voor de armen?" vraagt Petrus.
"Ja!"
"Is het opnieuw hetzelfde aanbod? Laten we kijken!"
Jezus geeft de beurs aan hem door.
Petrus draait de munten om en telt.
"Altijd hetzelfde grote bedrag! Maar wie is die man? Zeg op, kind! Wie is het?"
"Ik hoef het niet te zeggen en ik zal het ook niet zeggen."
"Wat een baasje! Kom op, wees zoet, dan zal ik je wat fruit geven."
"Ik zal het niet zeggen, of je me nu beledigt of aardig bent."
"Maar luister naar die taal!"
"Jakobus heeft gelijk, Petrus. Hij houdt zijn woord. Laat hem met rust."
"Jij, Meester, weet jij wie deze persoon is?"
Jezus antwoordt niet.
Hij zorgt voor het kind, aan wie Hij nog een stuk geroosterde vis geeft, goed ontdaan van de botten.
Maar Petrus dringt aan en Jezus moet reageren.
"Ik weet alles, Simon."
"En wij mogen het niet weten?"
"Zul jij dan nooit herstellen van je gebrek?"
Jezus scheldt, maar Hij glimlacht.
En Hij voegt eraan toe: "Binnenkort zul je het weten.
Want als het kwaad verborgen wil blijven, en dat niet altijd kan blijven,
dan wordt het goede, ook al wil het verborgen blijven, om verdienstelijk te zijn,
toch op een dag ontdekt, ter ere van God, Wiens Natuur schittert in een van Zijn kinderen.
De Natuur van God: Liefde. En deze heeft dat begrepen, want hij houdt van zijn naaste.
Ga, Jacobus. Breng die man Mijn Zegen!"
Hiermee eindigt het visioen.
Reacties
Een reactie posten