visboer bij renbaan
70.4
Maria Valtorta:
'Er valt een kleine stilte.
Dan spreekt Johannes weer.
"Meester...
Ik ken Annas en Kajafas.
Mijn fanilie heeft, voor zakelijke belangen, contact met hen gehad,
en toen ik in Judea was voor Johannes, ging ik ook naar de tempel,
en zij waren goed voor de zoon van Zebedeüs.
Mijn vader denkt altijd aan hen, met de beste vis.
Dat is gewoonte, weet Je?
Als je ze te vriend wilt houden, wil blijven houden,
dan moet je dit doen..."
"Ik weet het."
Jezus is serieus.
"Wel, als je gelooft...
zal ik over jou spreken met de Hogepriester.
En dan...
als je wilt, ken ik iemand die een zakelijke relatie heeft met mijn vader.
Hij is een rijke vishandelaar, hij heeft een mooi en groot huis vlakbij de hippodroom,
omdat het rijke mensen zijn, maar ze zijn ook erg goed.
Je zou comfortabeler zijn en minder moe.
Om hier te komen, moet Je langs die buitenwijk Ophel,
zo rommelig en altijd vol ezels en ruziezoekende jongens."
"Nee, Johannes. Ik dank je.
Maar het gaat goed met mij hier. Zie je hoeveel vrede/rust hier?
Ik zei dit ook tegen de andere discipel die mij hetzelfde voorstel deed.
Hij zei het 'om beter gezien te worden'..."
"Ik zei het, zodat je minder moe zou worden..."
"Ik word niet moe.
Ik zal veel wandelen en Ik zal nooit moe worden.
Weet je wat Nij moe maakt? Gebrek aan Liefde.
Oh! dat, wat een last! Alsof Ik een last op mijn hart droeg!"
"Ik hou van je, Jezus!"
"Ja, en jij tilt Mij op. Ik hou zoveel van je, Johannes!
Ik zal altijd van je houden, want jij zult Mij nooit verraden."
"Jou verraden! Oh!"
"En toch zullen er velen zijn
die Mij zullen verraden..."'
Reacties
Een reactie posten