waterschade bij zware regenval
CXXIV
DE GELSLUIERDE WORDT
IN HET AQUA SPECIOSA-HUIS GELOGEERD
124.1
Maria Valtorta:
'Het weer is zo verschrikkelijk dat er geen pelgrims zijn.
Het regent pijpenstelen en het erf is veranderd in een lage vijver waarop dorre bladeren drijven,
afkomstig van wie weet waar en meegevoerd door de wind die fluit en rammelt aan deuren en ramen.
In de keuken is het somberder dan ooit, want om te voorkomen dat de regen naar binnen komt,
moet men de deur slechts op een kier open houden, waardoor ze in de rook zitten,
en huilen en hoesten, omdat de wind de rook naar beneden slaat.
"Salomon had gelijk!", oordeelt Petrus.
"Drie dingen verdrijven een man: een twistzieke vrouw...
en die liet ik achter in Kapernaüm, om ruzie te maken met de andere schoonzonen...
een schoorsteen die rookt en een lekkend dak.
En die twee hebben wij hier!
Maar morgen ga ik de schoorsteen schoonmaken.
Ik ga op het dak, en jij en jij en jij (Jakobus, Johannes en Andreas) gaan met mij mee.
En met wat leien maken we een verhoging en een dak boven de schoorsteen."
"En waar vind je die leien?" vraagt Thomas.
"Op het afdak. Als het daar regent, is dat niet het einde van de wereld.
Maar hier... Vind je het jammer dan, dat jouw eten niet langer versierd is met roettranen?"
"Nee hoor! Ik wou dat ik het kon! Kijk eens hoe gekleurd ik ben!
Als ik hier bij het vuur sta, regent het op mijn hoofd!"
"Je ziet eruit als een Egyptisch monster!" lacht Johannes.
En inderdaad, Thomas heeft vreemde zwarte komma's op zijn mollige en goedhartige gezicht.
Hij is de eerste die erom lacht, altijd vrolijk, en Jezus lacht ook,
want terwijl hij spreekt, valt er een nieuwe druppel roet op zijn neus
en wordt het puntje ervan zwart.'
Reacties
Een reactie posten