Jezus onderricht Jabes over hiernamaals
194.3
Maria Valtorta:
'Het kind, dat allesbehalve dom is,
maar slechts verbijsterd is door de pijn en het verlies dat het heeft geleden,
vraagt, geïnteresseerd in het verhaal:
"Maar U zegt dat U de poorten van de hemel zult openen. Zijn ze niet gesloten vanwege de grote zonde? Mama vertelde me dat niemand binnen kon komen tot de Vergeving zou komen, en dat de rechtvaardigen daarop wachtten in het Voorgeborchte."
"Zo is het. Maar nadien zal Ik naar de Vader gaan, nadat Ik het Woord van God heb gepredikt en... en vergeving heb ontvangen. En Ik zal zeggen: 'Mijn Vader, nu heb Ik al Uw Wil volbracht. Nu wil Ik Mijn beloning voor Mijn Offer. Laat de rechtvaardigen die wachten, naar Uw Koninkrijk komen'... En de Vader zal tegen Mij zeggen: 'Het geschiede zoals Jij wilt.'
En dan zal Ik afdalen om alle rechtvaardigen te roepen, en het Voorgeborchte zal zijn poorten openen op het geluid van Mijn stem, en de heilige aartsvaders, de lichtende profeten, de gezegende vrouwen van Israël zullen juichend naar buiten komen, en daarna... weet jij hoeveel kinderen? Als een weide vol bloemen, kinderen van alle leeftijden! En zingend zullen ze Mij volgen, opstijgend naar het prachtige Paradijs."
"En zal mama daar zijn?"
"Zeker."
"U hebt me niet gezegd dat ze bij U aan de hemelpoort zal staan, als ook ik dood ben..."
"Zij, en met haar jouw vader, zullen niet bij die poort hoéven te zijn. Als stralende engelen zullen ze altijd van de hemel naar de aarde vliegen, van Jezus naar hun kleine Jabes, en wanneer jij op het punt staat te sterven, zullen ze doen wat die twee vogeltjes daar doen, in die heg. Zie je ze?"
Jezus neemt het kind in Zijn armen zodat hij beter kan zien.
"Zie je hoe ze op hun eitjes zitten? Ze wachten tot ze uitkomen, en dan spreiden ze hun vleugels uit over hun kroost, om het tegen alle kwaad te beschermen. Dan, als die groot zijn en klaar om te vliegen, zullen ze hen met hun sterke vleugels ondersteunen en ze omhoog, omhoog, steeds hoger brengen... richting de zon. Jouw familieleden zullen hetzelfde met jou doen."
"Zal het echt zo zijn?"
"Precies zo."
"Maar zult U ze zeggen dat ze eraan moeten denken om te komen?"
"Dat zal niet nodig zijn, want ze houden van je, maar Ik zal het ze vertellen."
"O! Wat hou ik van U!"
Het kind, nog steeds in Jezus' armen, klampt zich vast aan Zijn nek,
en kust Hem met zo'n vreugdevolle uitbundigheid dat het ontroert.
Jezus kust terug en zet hem neer.'
Reacties
Een reactie posten