presentatie in de tempel 2
32.3
Maria Valtorta:
'Ze gaan eerst richting een porticus,
waar zich diegenen bevinden die Jezus later op indrukwekkende wijze gegeseld heeft:
de verkopers van tortelduiven en lammeren, en de geld-wisselaars.
Jozef koopt twee witte duiven.
Er wordt geen geld gewisseld.
De verkoper heeft blijkbaar al alles wat hij nodig heeft.
Jozef en Maria gaan naar een zijdeur
met acht treden, zoals denk ik alle deuren hebben,
bijna alsof de kubus van de tempel boven de rest van de begane grond uitsteekt.
Deze deur geeft op een groot atrium,
net als de deuren van onze stadshuizen,
om je een idee te geven, maar dan groter en sierlijker.
Daarin staan rechts en links twee soorten altaren,
t.t.z. twee rechthoekige constructies, waarvan ik het doel in eerste instantie niet echt begrijp.
Het lijken lage bassins, omdat de binnenkant lager is dan de buitenrand,
die enkele centimeters omhoog gaat.
Ik weet niet of hij door Jozef is geroepen of alleen is gekomen,
maar er komt een priester aanrennen.
Maria biedt de twee arme duiven aan
en ik, die hun lot begrijp, wend mijn blik af.
Ik observeer de versieringen van het zeer zware portaal,
van het plafond, van het atrium...
Maar vanuit mijn ooghoek lijk ik te zien
dat de priester Maria met water besprenkelt.
Het moet water zijn, want ik zie geen vlekken op haar kleed.
Dan gaat Maria, die (ik vergat het te zeggen)
samen met de duiven een stapeltje munten aan de priester heeft gegeven,
samen met Jozef de eigenlijke tempel binnen,
vergezeld door de priester.
Ik kijk van alle kanten.
Het is een zeer sierlijke plek.
Op de kolommen, muren en plafond lopen sculpturen
met engelenkoppen en palmbomen en ornamenten.
Het licht dringt binnen door merkwaardige lange, smalle ramen,
uiteraard zonder glas, en schuin in de muur gesneden.
Ik neem aan dat dit is om te voorkomen
dat er regenbuien binnenkomen.'
Reacties
Een reactie posten