Jezus neemt stervende Jona mee naar Maria
109.11
Maria Valtorta:
'"Waar is Jona? Laat een bediende Mij onmiddellijk naar hem toebrengen. Ik heb voor hem betaald en omdat hij voor u een handelsartikel is, een machine, beschouw Ik hem ook als zodanig; en dan heb Ik hem gekocht, en wil Ik hem."
Doras neemt een gouden fluitje van zijn borst en blaast er drie keer op. Van alle kanten komen er groepjes dienaren van het huis en van het land tevoorschijn. Ze rennen, zo gebogen dat ze bijna kruipen, recht op de gevreesde meester af.
"Breng Jona naar deze man en lever hem uit. Waar ga U heen?"
Jezus antwoordt niet eens. Hij loopt achter de bedienden aan, die door de tuin naar de hutten van de boeren zijn gerend, de smerige holen van de arme landarbeiders.
Ze gaan het hutje van Jona binnen.
Die is inmiddels een skelet geworden en hijgt, halfnaakt, van de koorts, op het rieten rek, waarop een versteld gewaad als matras dient, en een nog meer gescheurde mantel als deken. De jonge vrouw van eertijds verzorgt hem, zo goed als ze kan.
"Jona! Mijn vriend! Ik ben gekomen om je op te halen!
"U? Mijn Heer! Ik ga dood... maar ik ben blij dat U er bent!"
"Trouwe vriend, je bent nu vrij! En je zult niet hier sterven. Ik breng je naar Mijn huis!"
"Vrij? Waarom? Naar Uw huis? Ach, natuurlijk! U hebt beloofd dat ik Uw Moeder zou zien!"
Jezus is één en al liefde,
gebogen over het ellendige bed van de ongelukkige.
En Jona lijkt weer tot leven te komen van vreugde.
"Petrus, jij bent sterk. Til Jona op, en jullie, geven jullie hem je mantel.
Dit bed is te hard voor iemand in zijn toestand."
De discipelen trekken meteen hun mantels uit,
vouwen ze in verschillende lagen en leggen ze neer.
Sommige mantels worden gebruikt als kussens.
Petrus legt de vracht botten weer neer
en Jezus bedekt hem met zijn eigen mantel.
"Petrus, heb jij geld?"
"Ja, Meester, ik heb veertig denariën."
"Oké. Laten we gaan. Houd moed, Jona!
Nog een kleine inspanning, en dan is er veel vrede in Mijn huis, bij Maria..."
"Maria... já... oh! Uw huis!"
Arme Jona huilt van vermoeidheid.
Hij weet alleen maar te huilen.
"Dag, mevrouw. De Heer zal u zegenen voor uw barmhartigheid."
"Dag Heer, dag Jona. Bid, bidden jullie voor mij!"
Het jonge meisje huilt...'
Reacties
Een reactie posten