Judas weet waar gesluierde woont
124.3
Maria Valtorta:
'"Wie is zij?... Een ziel.
Voor Mij zijn jullie allemaal 'zielen'. Niets anders.
Mannen, vrouwen, ouderen, kinderen: zielen, zielen, zielen.
Witte zielen, de kkleuters, blauwe zielen, de kinderen, rozige zielen, de jongeren, gouden zielen, de rechtschapenen, pekzwarte zielen, de zondaars. Maar slechts zielen, alleen maar zielen.
En Ik glimlach naar de witte zielen, omdat Ik dan naar de engelen lijk te glimlachen;
en Ik rust tussen de roze en blauwe bloemen van goede adolescenten;
en Ik verheug Me in de kostbare zielen van de rechtschapenen;
en zwoeg, lijdend, om de zielen van zondaars kostbaar en prachtig te maken.
De gezichten?... De lichamen?... Niets.
Ik ken je en herken je aan jullie zielen."
"En wat voor soort ziel heeft zij?" vraagt Thomas.
"Een minder nieuwsgierige ziel dan die van mijn vrienden.
Want zij vorst niet na, zij vraagt niet, zij komt en gaat, zonder een woord of blik."
"Ik dacht dat ze een bedriegster of een melaatse was.
Maar ik ben van gedachten veranderd omdat...
Meester, als ik Jou iets vertel, zult Je mij dan niet bestraffen?" vraagt Iskariot,
terwijl hij op de grond gaat zitten, tegen de knieën van Jezus.
Helemaal anders, nederig, goed, zelfs mooier in deze nederige houding
dan wanneer hij de pompeuze en hooghartige Judas is.
"Ik zal je geen verwijt maken, spreek!"
"Ik weet waar zij woont. Ik ben haar op een avond gevolgd...
en deed alsof ik naar buiten ging om water te halen,
want ik had gemerkt dat ze altijd in het donker naar de put komt...
Op een ochtend vond ik een zilveren haarspeld op de grond...
precies op de rand van de put... en ik begreep dat ze hem kwijt was.
Nou, ze woont in een houten hutje in het bos.
Misschien wordt dat gebruikt door landarbeiders. Maar het is half rot.
En ze legde er wat takken bovenop, om er een dak van te maken.
Misschien wil ze daarom opnieuw dat bundeltje.
Het is een hol. Ik begrijp niet hoe iemand daarin past.
Het zou nauwelijks genoeg zijn voor een grote hond of een kleine ezel.
Het was een maanverlichte avond, en ik zag alles helder.
Het is half begraven onder de braamstruiken, maar van binnen... leeg en geen deur.
Daarom ben ik van gedachten veranderd, en heb ik me gerealiseerd
dat ze geen oplichtster is."
"Je had het niet mogen doen.
Maar wees eerlijk, heb je verder niets gedaan?"
"Nee, Meester. Ik zou haar graag willen hebben zien, want ik ken haar al sinds Jericho,
en ik herken haar lichte tred, waarmee ze snel gaat waarheen ze maar wil.
Ook haar lichaam moet flexibel en... mooi zijn. Ja, dat snap je wel, ondanks al die kleren...
Maar ik durfde haar niet te bespieden toen ze op de grond ging rusten.
Misschien dat dan de sluier oplichtte. Maar ik respecteerde het..."
Jezus kijkt hem recht aan en zegt: "En je hebt daaronder geleden...
Maar je vertelde de waarheid. En Ik zeg je dat ik blij met je ben.
Een volgende keer zal het je nog minder kosten om goed te zijn.
Het gaat erom dat je de eerste stap zet. Goed gedaan, Judas!"
En Hij liefkoost hem.'
Reacties
Een reactie posten