mens is lievelingsschepsel: Gods beeld en gelijkenis
126.2
Jezus zegt:
"Wat is de mens?
De mens is het soevereine schepsel
dat God schiep om koning te zijn in de schepping,
geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis,
hem de gelijkenis gevend overeenkomstig de geest,
en het beeld door dit perfecte beeld te tekenen/trekken uit Zijn perfecte gedachte.
Kijk naar de lucht, de aarde en het water.
Zien jullie een dier of plant die, hoe mooi ook, net zo mooi is als de mens?
Het dier rent, eet, drinkt, slaapt, plant zich voort, werkt, zingt, vliegt, kruipt, klimt.
Maar het kan niet praten.
De mens kan ook rennen en springen, en is bij het springen zo licht dat hij vogels imiteert;
hij kan zwemmen, en als hij zwemt is hij zo snel dat hij wel een vis lijkt;
hij kan kruipen en ziet eruit als een reptiel;
hij kan klimmen en ziet eruit als een aap;
Hij kan zingen en lijkt op een vogel.
Het kan genereren en reproduceren.
Maar... hij kan ook praten.
En zeg niet: 'Elk dier heeft zijn eigen taal.'
Ja. De een loeit, de ander blaft, de ander balkt, de ander tjilpt, de ander kwettert,
maar van het eerste rund tot het laatste zullen ze altijd hetzelfde en unieke geloei hebben,
en zo zullen de schapen blaten tot het einde van de wereld,
en de ezel zal balken zoals de eerste balkte,
en de mus zal altijd zijn korte tjirp laten horen,
terwijl de leeuwerik en de nachtegaal dezelfde hymne zullen zingen,
aan de zon de eerste, aan de sterrennacht de tweede, zelfs als het de laatste dag van de aarde zal zijn,
net zoals ze de eerste zon en zijn eerste nacht hebben begroet.
De mens daarentegen heeft niet alleen een keel en een tong,
maar ook een zenuwcomplex dat geconcentreerd is in de hersenen, de zetel van het intellect.
Daardoor kan hij nieuwe sensaties vatten, erover nadenken en er een naam aan geven.
Adam noemde zijn vriend 'hond',
en die 'leeuw', die meer op hem leek in het dikke haar, staande op zijn pas bebaarde gezicht.
Hij noemde het lam dat hem nederig begroette een schaap,
en die bloem van veren die vloog als een vlinder, maar een lieflijk liedje zong
dat de vlinder niet heeft, werd vogel genoemd.
En zie, in de loop der eeuwen hebben de zonen van Adam steeds nieuwe namen geschapen,
van zodra zij de werken van God in schepselen 'kenden', of vanwege de goddelijke vonk
die in de mens zit, niet alleen kinderen voortbrachten, maar ook dingen creëerden
die nuttig of schadelijk waren voor hun kinderen,
afhankelijk van of ze met of tegen God waren.
Zij die goede dingen scheppen en doen, zijn met God.
Zij die slechte dingen creëren die anderen schaden, zijn tegen God.
God wreekt Zijn kinderen die door de kwade geest van de mens gemarteld worden."
Reacties
Een reactie posten