poëma van de god-mens

- Sebastia (Samaria t.t.v. Herodes - naar Augustus, de 'verheven', Σεβάστος) - 142.4 Maria Valtorta: '"Kijk, daar zijn de grenzen van Samaria . Geloven jullie dat het goed zou zijn als Ik daar zou gaan spreken?" "Oh!" Ze zijn allemaal min of meer geschokt. "Voorwaar, Ik zeg jullie, dat er overal Samaritanen zijn, en als Ik niet zou spreken waar er een Samaritaan is, zou Ik nergens hoeven te spreken. Kom dan. Ik zal niet zoeken te praten. Maar Ik zal ook niet nalaten om over God te spreken als Mij ernaar gevraagd wordt. Een jaar is voorbij. Het tweede begint. Het bevindt zich tussen het begin en het einde. In het begin was de Leermeester nog dominant. En zie, nu openbaart zich de Redder. Het einde zal het gezicht van de Verlosser hebben. Laten we gaan. Hoe verder de rivier naar de monding stroomt, hoe breder hij wordt wordt. Ook Ik vermeerder het werk van Barmhartigheid, omdat de monding dichterbij komt." "Gaan we na Galilea naar een grote...

142.3 Jezus zegt: "Ik heb gedoopt – of beter gezegd, Ik heb jullie laten dopen – omdat de geest nu zo zwaar/traag is, dat het nodig is om hem materiële vormen van vroomheid, materiële vormen van wonderen, materiële vormen van scholing aan te bieden. Vanwege deze geestelijke zwaarte zal Ik Mijn toevlucht moeten nemen tot materiële middelen als Ik van jullie wonderdoeners wil maken. Maar geloof Mij, het bewijs van heiligheid ligt niet in olie, net zoals het niet in water ligt, net zoals het niet ligt in andere ceremonies. - wonderen Brindisi - De tijd komt dat iets ongrijpbaars, onzichtbaar, onvoorstelbaar voor materialisten, koningin zal zijn, de 'teruggekeerde' koningin, machtige en heilige van elk heilig ding en in elk heilig ding. Door haar zal de mens terugkeren als de 'zoon van God' en zal hij doen wat God doet, omdat hij God met zich zal hebben. De Gratie/Genade. Ziehier de terugkerende koningin. Dan zal de doop een sacrament zijn. Dan zal de mens de taal va...

- jonge Mooji - 142.2 Jezus zegt: "Jij, en jij niet alleen, vraagt ​​je af waarom Ik bepaalde dingen wel of niet doe. Je vraagt ​​je af, waarom God zulke dingen wel of niet toestaat. Kijk, Petrus, en jullie allemaal, mijn vrienden! Eén van de geheimen van de volmaakte gelovige is dat hij zichzelf nooit opwerpt als iemand die God in twijfel trekt. 'Waarom doet Gij dit?' vraagt ​​iemand die weinig vorming heeft gehad aan zijn God. En het lijkt wel dat hij zich in de gedaante van een wijze volwassene voor een schooljongen plaatst om te zeggen: 'Dat mag niet. Dat is dwaasheid. Dat is een vergissing.' Wie geeft meer dan/staat boven God? Nu zien jullie dat Ik onder het mom van opkomen voor Johannes word weggestuurd. En je bent er geschokt door. En je wilt dat Ik de fout rechtzet door een polemische houding aan te nemen tegenover de voorstanders van die reden. Nee, dat zal nooit gebeuren. - Osho - Jullie hebben de Doper door de mond van zijn discipelen horen zeggen: '...

CXLII MET DE TWAALF OP WEG NAAR SAMARIA -TWEEDE JAAR VAN HET OPENBARE LEVEN VAN JEZUS- -Farizeeën bij Jezus en apostelen (Fr. Ludy)- 142.1 Maria Valtorta: 'Jezus is met Zijn twaalf. Het is nog steeds een bergachtig gebied, maar omdat de weg goed begaanbaar is, blijven ze allemaal in een groep en praten met elkaar. "Maar nu we alleen zijn, kunnen we zeggen: waarom is er zoveel jaloezie tussen twee groepen ?" zegt Filippus. "Jaloezie? Maar het is niets anders dan trots!" antwoordt Judas van Alfeüs. "Nee. Ik zeg dat het slechts een voorwendsel is om op de een of andere manier hun onrechtvaardige gedrag jegens de Meester te rechtvaardigen. Onder het mom van ijver jegens de Doper, slaagt men erin Hem op afstand te houden, zonder de menigte al te veel walging te bezorgen", zegt Simon. "Ik zou ze ontmaskeren." "Wij, Petrus, zouden veel dingen doen die Hij niet doet." "Waarom doet Hij ze niet?" "Omdat Hij weet dat het beter...

-Samaritaanse bij de put (George Richmond)- Joh.4:40-42 Toen dus de Samaritanen bij Hem gekomen waren, verzochten zij Hem bij hen te blijven. Hij bleef er dan ook twee dagen en door Zijn Woord kwamen er nog veel meer tot het geloof. Tot de vrouw zeiden ze: ' Niet langer geloven wij om wat gij gezegd hebt, want wij hebben Hem zelf gehoord en wij weten, dat Deze werkelijk de Redder van de wereld is.' - Maar van even groot belang, al eerder: Joh.4:20-24 'Onze vaderen aanbaden op die berg daar, en gij, Joden, zegt dat in Jeruzalem de plaats is waar men aanbidden moet.'  'Geloof Mij, mevrouw,' zei Jezus haar, 'er komt een uur dat jullie noch op die berg noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. Jullie aanbidden wat je niet kent; wij aanbidden wat wij kennen, omdat het heil uit de Joden komt. Maar er zal een uur komen, ja het is er al, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid. De Vader toch zoekt mensen die Hem zo aanbidden. God is...

Silo ... Shiloh... 'rust, rustplaats'... rust... vrede... shalom... Jeru-shalayim... plek van de Vrede de Verzoening... de Vergiffenis... waar God rust... zoals Jezus in de boot... zelfs in de storm... mét ons dán is er Eden ! in de Tempel, in het Tabernakel brengt God Zijn Aanwezigheid bij hen dáár kunnen ze Hem komen ontmoeten kan de hogepriester Hem ontmoeten de gewone man, sterveling, niet (laat staan Hem opeten) vóór de Tempel te Jeruzalem, in Judea, was vele eeuwen lang Silo de plek, in Samaria ! God's aanwezigheid daar was wat leven in het Beloofde Land zo kostbaar maakte maar net door de welvaart vergaten ze Hem allerlei kwaad begon uit de harten van mensen te stromen van de priesters bij het Tabernakel en omlaag men waardeerde het land en de rijkdom van het land meer dan God Zelf gevolg: splitsing van Israël in twee koninkrijken oorlog met de Filistijnen de Israëlieten nemen de Ark mee in het gevecht, bijgelovig... als hun talisman... en ze verliezen de Ark de vern...

Gen.2:4-8 Dit is de geschiedenis van het ontstaan van de hemel en aarde, zoals ze geschapen zijn. Toen Jahwe God de aarde en de hemel maakte, waren er op aarde nog geen wilde planten en groeide er geen enkel veldgewas, want Jahwe God had nog geen regen op de aarde laten vallen en er was nog geen mens om de grond te bebouwen, om het water uit de aarde omhoog te halen en de aardbodem te bevloeien. Toen boetseerde Jahwe God de mens uit stof, van de aarde genomen, en Hij blies hem de levensadem in de neus: zo werd de mens een levend wezen. Daarna legde Jahwe God een tuin aan in Eden, ergens in het oosten, en daarin plaatste hij de mens die Hij geboetseerd had... -vier rivieren van Eden (Nijl, Tigris, Eufraat, Indus)- Water = Gods eigen Leven Wij dorsten altijd naar meer. Willen meer wijsheid om meer veiligheid en meer controle te creëren naar eigen inzicht Resultaat: terug in de wildernis de woestijn dood Toegang tot Levenswater kwijt Dus geen vermogen meer om Gods Leven te verspreide...

140.6-7 Maria Valtorta: '"Ik ben het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt. Alle Oordeel is aan Mij toevertrouwd door de Eeuwige. Iedereen die in Mijn Woord gelooft, zal eeuwig leven hebben. Kom, arme zoon van Israël. Herstel je vermoeide lichaam en versterk je gebroken geest. Ik zal nog veel meer zonden vergeven. Nee. Wanhoop zal niet door Mij in de harten komen! Ik ben het Lam zonder gebreken, maar Ik vlucht niet voor de gewonde schapen, uit angst dat Ik Mezelf besmet. Ja, Ik zoek hen en leid hen met Mij. Te veel, te veel mensen zijn volledig geruïneerd  door te strenge, zelfs onrechtvaardige, oordelen. Wee hen die door onwrikbare strengheid een geest tot wanhoop drijven! Niet Gods belangen, maar die van Satan. Nu zie Ik een zondares, die verlangt naar verlossing, maar die ver verwijderd is van de Verlosser. Ik zie een leider van een synagoge, die vervolgd wordt omdat hij rechtvaardig is. Ik zie iemand die onbedoeld in zonde is gevallen, en getroffen wordt. Ik zie te...

140.5 Maria Valtorta: '"Wie bent U eigenlijk?"... Jezus kan niet antwoorden, want de deur gaat open en Simon komt binnen, de schoonvader van de zoon van Kleopas. "Welkom terug. En?" De nieuwsgierigheid is zo groot dat niemand meer aan de Meester denkt. "Nou... absolute veroordeling. Ze accepteerden zelfs zijn offer niet. Jozef is uit Israël verstoten." "Waar is hij?" "Daarbuiten. En hij huilt. Ik probeerde met de machtigsten te praten. Ze hebben mij als een melaatse verstoten. Nu... Maar... Het is de ondergang van die man. Van zijn bezittingen en van zijn ziel. Wat wil je dat ik doe?" Jezus staat op en loopt zonder een woord te zeggen naar de deur. De oude Klopas gelooft dat Hij beledigd is door de veronachtzaming en zegt: "Oh! vergeef mij, Meester! Maar het is de pijn over deze aangelegenheid die mijn geest verontrust. Blijf alsjeblieft!" "Ik blijf, Klopas. Ik ga alleen naar de ongelukkige. Kom, als je wilt, met Mij ...

140.4 Maria Valtorta: '"Wat zal er met Jozef gebeuren? Hij zou al gehoord moeten zijn! Zou het?" Niemand antwoordt. Klopas zegt tegen Jezus: "Meester, een man uit Emmaüs heeft een ernstige zonde begaan. Diens vader is vroeger van zijn vrouw gescheiden, en zij is in Antiochië gaan wonen met haar broer, die een handelspost bezit. Hij had die vrouw, die na een paar maanden huwelijk was weggejaagd - en ik onderzoek de redenen niet -  nog nooit ontmoet. Hij had niets over haar gehoord, want haar naam was natuurlijk uit dat huis verbannen. Toen hij een man was geworden, en de zaak en het bezit van zijn vader had geërfd, dacht hij eraan een gezin te stichten, en toen hij in Joppe een vrouw ontmoette die een rijke winkel bezat, trouwde hij met haar. Nu weet ik niet hoe het bekend werd, maar het werd bekend dat deze vrouw de dochter was van de vrouw van zijn vader. Het is dus een ernstige zonde, hoewel het naar mijn mening zeer onzeker wie de vader is van de vrouw. Jozef wer...

140.3 Maria Valtorta: '"Ik verzoek jullie aan tafel te gaan," zegt Klopas, die in het midden, bij Jezus, plaatsneemt. Rechts van Jezus zit Hermas, en naast Klopas zit Simon, dan de zoon van de overste, op de andere plaatsen ​​de discipelen. Jezus, aan Wie de gastheer dat vraagt, offert en zegent, en de maaltijd begint. "Komt U naar deze streek, Meester?" vraagt He​rmas. "Nee. Ik ga naar Galilea. Ik kom hier langs." "Hoezo? Gaat U Aqua Speciosa verlaten?" "Ja, Klopas." "Er kwamen daar massa's mensen, ook al was het winter. Waarom stelt U ze teleur?" "Ik niet. Dit is wat de zuivere Israëlieten willen." "Wat? Waarom? Wat voor kwaad deed U? Palestina heeft veel rabbijnen die spreken, waar ze maar willen.  Waarom wordt dit niet aan U toegestaan?" "Graaf er niet naar, Klopas. Je bent oud en wijs. Stop het gif van bittere kennis niet in je hart." "Maar misschien leerde U nieuwe doctrines, di...

- Emmaüs-site vandaag - 140.2 Maria Valtorta: "Daar zijn Simon, met Hermas . Ze komen eraan!" kondigt de zoon van de overste aan. Ze staan ​​allemaal op, als twee middelbare, hoffelijke mannen binnenkomen. "Dit is Simon, en dit is Hermas, Meester. Zij zijn echte Israëlieten. Maar oprecht van ziel." "God zal zich aan hun ziel openbaren. Moge er intussen vrede over hen komen. Zonder vrede kan God niet gehoord worden." "Dat wordt ook in het boek Koningen gezegd, waar over Elia wordt gesproken." "Zijn dit Uw discipelen?" vraagt ​​degene die Simon heet. "Ja." "Er zijn er van alle leeftijden, en uit alle plaatsen. En U bent een Galileeër?" "Van Nazareth. Maar geboren in Bethlehem, ten tijde van de volkstelling." "Een Bethlehemiet dus. Dat bevestigt Uw voorkomen." "Het is een vriendelijke bevestiging, voor menselijke zwakte. Maar de [LV-ware] bevestiging ligt in het bovenmenselijke." -Romeins ...

CXL IN EMMAÜS , DE SYNAGOGE VAN KLOPAS -EEN GEVAL VAN INCEST- (EINDE EERSTE JAAR) - Emmaüs-Nicopolis site vandaag - 140.1 Maria Valtorta 'Johannes en zijn broer kloppen aan bij een huis in een dorp. Ik herken het huis waar de twee Emmaüsgangers met de verrezen Jezus binnenkwamen. Als de deur voor hen opengaat, gaan ze naar binnen en spreken, uiteraard, met iemand, die ik niet kan zien. Dan gaan ze naar buiten en lopen een straat door. Ze komen bij Jezus, die samen met de anderen op een afgelegen plek wacht. "Hij is er, Meester. En hij is helemaal blij dat Je daadwerkelijk gekomen bent. Hij zei tegen ons: 'Ga hem vertellen dat mijn huis van hem is. Nu kom ik ook.'" "Laten we dan gaan." Ze lopen een tijdje rond en komen dan de oude synagoge-overste  Klopas/Cleophas tegen, die te zien was bij Aqua Speciosa. Ze buigen voor elkaar, maar dan knielt de oude man – hij ziet eruit als een patriarch – als eerbiedwaardige groet. Sommige burgers die het zien, kome...

139.5 Maria Valtorta: '"Begrepen." Petrus denkt in stilte na over zijn les en concludeert plotseling: "Dus mijn broer is beter dan ik. Hij is echt heel netjes. Stap voor stap, rustig en kalm. Het lijkt alsof hij niet beweegt, en in plaats daarvan...  Ik wil altijd snel en veel doen. En ik doe niets. Wie kan mij helpen?" "Je goede verlangen. Wees niet bang, Petrus. Je doet het, ook jij. Je vormt jezelf." "En ik?" "Jij ook, Filippus." "En ik? Ik denk niet dat ik ergens goed voor ben." "Nee, Thomas. Jij werkt ook aan jezelf. Jullie werken daar allemaal aan. Jullie zijn wilde bomen, maar de enten veranderen jullie langzaam maar zeker, en Ik heb Mijn vreugde in jullie!" "Kijk weer. Wij zijn verdrietig en Jij troost ons. Zijn zwak en Jij versterkt ons. Zijn bang en Jij geeft ons moed. Voor ieder, en voor alle gevallen, heb Jij advies en troost paraat. Hoe lukt het Jou, Meester, om altijd zo paraat en goed te zijn?...

139.4 Maria Valtorta: '"Maar wat hebben jullie te zeggen, jullie zijn de hele tijd aan het praten?"  vraagt ​​Petrus van een afstandje. "Stop! Wacht op ons. Het is niet leuk om zo hard door te lopen, zonder te beseffen dat ik korte benen heb." Ze stoppen tot de andere groep hen heeft ingehaald. "Op! Wat hou ik van jou, mijn kleine bootje! Hier zwoegen wij als slaven... Wat zeiden jullie?" "We hadden het over de eigenschappen die nodig zijn om goed te zijn," antwoordt Jezus. "En Je vertelt ze mij niet, Meester?" "Maar jazeker: orde, geduld, standvastigheid, nederigheid, naastenliefde... Ik heb ze al vaak genoemd!" "Maar orde nog niet. Wat heeft die ermee te maken?" "Wanorde is nooit een goede eigenschap. Ik heb het aan je vrienden uitgelegd. Zij zullen het jou vertellen. En Ik zet haar op de eerste plaats, terwijl Ik naastenliefde op de laatste plaats zet, omdat zij de twee uitersten zijn van de rechte lijn ...