in Emmaüs: na Gerechtigheid, nu Barmhartigheid koningin
140.3
Maria Valtorta:
'"Ik verzoek jullie aan tafel te gaan," zegt Klopas,
die in het midden, bij Jezus, plaatsneemt.
Rechts van Jezus zit Hermas, en naast Klopas zit Simon,
dan de zoon van de overste, op de andere plaatsen de discipelen.
Jezus, aan Wie de gastheer dat vraagt, offert en zegent,
en de maaltijd begint.
"Komt U naar deze streek, Meester?" vraagt Hermas.
"Nee. Ik ga naar Galilea. Ik kom hier langs."
"Hoezo? Gaat U Aqua Speciosa verlaten?"
"Ja, Klopas."
"Er kwamen daar massa's mensen, ook al was het winter.
Waarom stelt U ze teleur?"
"Ik niet. Dit is wat de zuivere Israëlieten willen."
"Wat? Waarom? Wat voor kwaad deed U?
Palestina heeft veel rabbijnen die spreken, waar ze maar willen.
Waarom wordt dit niet aan U toegestaan?"
"Graaf er niet naar, Klopas. Je bent oud en wijs.
Stop het gif van bittere kennis niet in je hart."
"Maar misschien leerde U nieuwe doctrines, die als gevaarlijk worden beschouwd, oh!
Zeker door een beoordelingsfout van de schriftgeleerden en farizeeën?
Voor wat wij over U weten, lijkt het niet zo... toch, Simon?
Maar misschien weten we niet alles.
Waarin bestaat de Leer voor U?"
vraagt Hermas.
"In de exacte kennis van de Tien Geboden.
In Liefde en Barmhartigheid. Liefde en Barmhartigheid,
deze adem en dit bloed van God, zijn de norm voor Mijn gedrag en Mijn leer.
En Ik pas ze elk moment van de dag toe."
"Maar dat is geen fout! Dat is goed!"
"De schriftgeleerden en farizeeën beschouwen het als een fout.
Maar Ik kan niet liegen over Mijn Missie, noch ongehoorzaam zijn aan God
die mij als 'Barmhartigheid' naar de aarde heeft gestuurd.
Na eeuwen van Gerechtigheid is de tijd van volledige Barmhartigheid aangebroken.
Zij is een zusje van de eerste. Als twee geboren uit één Borst.
Maar terwijl voorheen de Gerechtigheid sterker was,
en de ander alleen de strengheid temperde
– omdat God zichzelf niet kan verbieden lief te hebben –
is nu Barmhartigheid koningin, en hoe verheugt de Gerechtigheid zich,
die het zo erg vond te moeten straffen!
Als je goed kijkt, kun je zien dat ze er altijd al waren,
sinds de mens God dwong streng te zijn.
Het bestáán van de mensheid is slechts bewijs voor wat Ik zeg.
In de bestraffing zelf van Adam is Barmhartigheid vermengd.
Hij had hen in hun zonde kunnen verbranden.
Hij gaf hun verzoening/uitboeting
en aan de vrouw, de oorzaak van alle kwaad,
die vernederd werd doordat zij de oorzaak was van het kwaad,
toonde Hij het beeld van een Vrouwe, oorzaak van het goede.
En aan beiden schonk hij kinderen
en de kennis van het bestaan.
Aan de moordenaar Kaïn
gaf Hij tegelijk met de gerechtigheid een teken: genade,
zodat hij niet gedood zou worden.
En om de verdorven mensheid te redden,
gaf Hij Noah de opdracht om haar in de ark te bewaren.
Vervolgens beloofde Hij een eeuwigdurend Vredesverdrag.
Geen verwoestende vloed meer. Nooit meer.
Gerechtigheid werd door Genade omgebogen.
Wil je met Mij teruggaan in de heilige geschiedenis, tot aan Mijn tijd?
Je zult de golven van Liefde steeds opnieuw zien, steeds groter.
Nu is de zee van God vol en tilt jou, O Mensheid, op in haar zoete en serene wateren.
Ze tilt jullie op naar de Hemel, gereinigd en mooi, en zegt tot jullie:
'Ik geef jullie terug aan Mijn Vader.'"
De drie zijn verzonken in de verbazing over zoveel licht van liefde.
Dan zucht Klopas: "Zo is het. Maar alleen U bent zo iemand!"'
Reacties
Een reactie posten