in Emmaüs: Jozefs onvrijwillige incest wordt vergeven
140.5
Maria Valtorta:
'"Wie bent U eigenlijk?"...
Jezus kan niet antwoorden,
want de deur gaat open en Simon komt binnen,
de schoonvader van de zoon van Kleopas.
"Welkom terug. En?"
De nieuwsgierigheid is zo groot dat niemand meer aan de Meester denkt.
"Nou... absolute veroordeling. Ze accepteerden zelfs zijn offer niet.
Jozef is uit Israël verstoten."
"Waar is hij?"
"Daarbuiten. En hij huilt.
Ik probeerde met de machtigsten te praten.
Ze hebben mij als een melaatse verstoten. Nu... Maar...
Het is de ondergang van die man. Van zijn bezittingen en van zijn ziel.
Wat wil je dat ik doe?"
Jezus staat op
en loopt zonder een woord te zeggen naar de deur.
De oude Klopas gelooft dat Hij beledigd is door de veronachtzaming
en zegt: "Oh! vergeef mij, Meester! Maar het is de pijn over deze aangelegenheid
die mijn geest verontrust. Blijf alsjeblieft!"
"Ik blijf, Klopas.
Ik ga alleen naar de ongelukkige.
Kom, als je wilt, met Mij mee."
Jezus gaat naar buiten, de voorhal in.
Het huis heeft een strook land aan de voorkant,
met wat kleine bloemperken en daarachter de weg.
Een man ligt languit op de drempel.
Jezus komt met uitgestrekte handen naar hem toe.
Achter Hem zijn de anderen, die proberen te kijken.
"Jozef, heeft niemand je vergeven?"
Jezus spreekt met alle vriendelijkheid.
De man schrikt op,
als hij, na zoveel veroordelende stemmen, deze nieuwe en almachtige stem hoort.
Hij heft zijn gezicht op en kijkt Hem verbaasd aan.
"Jozef, heeft niemand je vergeven?"
Jezus herhaalt dit nog een keer, en buigt zich voorover,
om de handen van de man vast te pakken en hem op te tillen.
"Wie bent U?" vraagt de ongelukkige man.
"Ik ben Genade en Vrede."
"Voor mij bestaat er geen genade en vrede meer."
"In de Borst van God zijn ze er altijd. Die borst zit vol met dit soort dingen,
en dan vooral voor Zijn ongelukkige kinderen."
"Maar mijn schuld is zodanig dat ik van God afgesneden ben.
Verlaat mij, U die zeker goed bent, om Uzelf niet te verontreinigen."
"Ik verlaat jou niet. Ik wil jou vrede brengen."
"Maar ik ben... Wie bent U?"
"Ik zei het je toch: Genade en Vrede.
Ik ben de Redder, ik ben Jezus. Sta op. Ik kan doen wat Ik wil.
In Naam van God ontsla Ik jou van je onvrijwillige bevlekking.
Een ander kwaad is er niet."'
Reacties
Een reactie posten