Jezus ondervraagd over belasting aan Romeinen
163.3
Maria Valtorta:
'De maaltijd begint.
Vage gesprekken in het begin. Daarna worden ze interessanter.
En, aangezien de wonden pijn doen en de ketenen zwaar wegen,
komt het tot het eeuwige gesprek over de slavernij van Palestina onder Rome.
Met opzet of zonder kwade bedoelingen, ik weet het niet.
Ik weet alleen dat de vijf farizeeën klagen over nieuwe Romeinse misstanden
alsof het heiligschennis is en dat ze Jezus bij de discussie willen betrekken.
"Begrijpt U? Ze willen onze inkomsten tot op de laatste drachme controleren!
En nu ze hebben begrepen dat wij in de synagogen samenkomen om hierover, en over hen, te praten,
dreigen ze er zonder respect te zullen binnendringen. Ik vrees dat ze op een mooie dag
ook de huizen van de priesters zullen binnendringen!"
schreeuwt Joachim.
"En wat zegt U ervan? Walgt U hier niet van?" vraagt Eli.
Jezus, direct aangesproken, antwoordt:
"Als Israëliet wel, als mens niet, nee."
"Waarom dit onderscheid? Ik begrijp het niet.
Bent U twee in één?"
"Nee. Maar in Mij is er vlees en bloed: het dier, kortom. En er is de geest.
De geest van een Israëliet die de Wet gehoorzaamt, lijdt onder deze ontheiligingen.
Het vlees en bloed niet, want voor Mij ontbreekt de angel die jullie verwondt."
"Welke dan?"
"De baat.
Jullie zeggen dat je in de synagogen bijeenkomt
om over zaken te praten zonder angst voor nieuwsgierige oren.
En je bent bang dat je dat niet meer kunt, en daarom ben je bang
dat je geen cent voor de belastingdienst zult kunnen verbergen
en dat je zult belast worden naar rato van je bezittingen.
Ik heb niets.
Ik leef van de goedheid van Mijn naaste
en door Mijn naaste lief te hebben.
Ik heb geen goud, geen velden, geen wijngaarden, geen huizen,
tenzij het huisje van Mijn Moeder in Nazareth, zo klein en zo arm
dat het door de belastingdienst wordt verwaarloosd.
Daarom laat Ik Mij niet leiden door de angst
om betrapt te worden op een valse aangifte,
noch om belast en gestraft te worden.
Alles wat Ik heb, is het Woord dat God Mij heeft gegeven en dat Ik doorgeef.
Maar dat is iets zo hoogstaands, dat de mens het met niets kan treffen."'
Reacties
Een reactie posten