God vraagt Jezus om te bidden
CLXXVI
TIJDENS DE SABBATPAUZE, DE LAATSTE BERGREDE:
DE WIL VAN GOD LIEFHEBBEN
(Michael Dudash)
176.1
M. Valtorta:
'Jezus is 's nachts een tijdje de berg opgelopen,
zodat de dageraad hem laat zien staan op een richel.
Petrus, die Hem ziet, wijst Hem aan zijn metgezellen
en ze klimmen naar Hem toe.
"Meester, waarom ben Je niet bij ons gekomen?" vragen sommigen.
"Ik moest bidden."
"Maar Je moet ook veel rusten."
"Vrienden, vannacht klonk er een Stem uit de hemel
die vroeg om gebed voor de goeden en de slechten, en ook voor Mij."
"Waarom? Heb Jij dat dan nodig?"
"Net als de anderen.
Mijn kracht wordt gevoed door gebed
en Mijn vreugde door te doen wat Mijn Vader wil.
De Vader noemde Mij twee namen van mensen, en één pijn/verdriet voor Mij.
Die drie dingen die genoemd zijn, hebben gebed zo hard nodig."
Jezus is erg bedroefd,
en kijkt Zijn discipelen aan
met een oog dat lijkt te smeken, iets vragend, of ondervragend.
Het rust op deze en op gene, en rust uiteindelijk op Judas Iskariot, en blijft daar staan.
De apostel ziet het en vraagt: "Waarom kijk Je mij zo aan?"
"Ik keek niet naar jou. Mijn oog richtte zich op iets anders..."
"En dat is?"
"En dat is de aard/het karakter van de discipel.
Al het goede en al het kwade dat een discipel kan geven, kan doen voor zijn meester.
Ik dacht aan de discipelen van de profeten en die van Johannes.
En Ik dacht aan de Mijne.
En ik bad voor Johannes,
voor de discipelen, en voor Mij..."
"Je bent vanmorgen verdrietig en moe, Meester.
Vertel Je verdriet aan Je geliefden," nodigt Jakobus van Zebedeüs uit.
"Ja, zeg het, en als er iets is wat we kunnen doen om het te verlichten, zullen we het doen,"
zegt Zijn neef Judas.
Petrus spreekt met Bartholomeüs en Filippus,
maar ik begrijp niet wat ze zeggen.
Jezus antwoordt:
"Wees goed, span je in om goed en trouw te zijn. Dit is verlichting.
Er is geen andere, Petrus. Begrijp je dat?
Zet je argwaan opzij. Heb Mij lief en heb elkaar lief,
laat jullie niet verleiden door hen die mij haten,
heb bovenal de wil van God lief."
"Tja! Maar als daaruit alles voortkomt...
zullen zelfs onze fouten daaruit voortkomen!"
roept Thomas uit, met een filosofisch air.
"Geloof jij dat? Zo is het niet..."'
Reacties
Een reactie posten