het onkruid onder de tarwe 4
181.6
Maria Valtorta:
'"In de discipelen, de akkers van de meester,
komen de vijanden. Ze zijn talrijk.
De eerste is Satan. De anderen zijn zijn dienaren,
namelijk de mensen, de hartstochten, de wereld en het vlees.
Zie, daar heb je de discipel die er het makkelijkst door getroffen wordt,
omdat hij niet helemaal dicht bij de meester staat,
maar tussen de meester en de wereld in zwenkt.
Hij weet zich niet, wil zich niet volledig afscheiden
van wat wereld, vlees, hartstochten en duivel is,
om volledig toe te behoren aan degene die hem tot God brengt.
Op zo iemand strooien ze hun zaad,
wereld zowel als vlees, hartstochten zowel als duivel.
Goud, macht, vrouwen, trots...
de angst voor een slecht oordeel van de wereld,
en de geest van utilitarisme: 'De groten zijn de sterksten.
Welnu, ik dien hen, om hen als vrienden te hebben.'
En zo wordt men crimineel en verdoemde,
voor deze ellendige dingen!
Waarom verwijdert de meester, die de onvolmaaktheid van de leerling ziet,
-zelfs als hij zich niet wil overgeven aan de gedachte: 'Die zal mijn moordenaar zijn'...-
hem niet onmiddellijk uit zijn gelederen?
Vragen jullie je af...
Omdat het zinloos is om dat te doen.
Als hij dat deed,
zou het die ene niet ervan weerhouden een vijand te zijn,
een dubbele en snellere vijand, door de woede van ontdekt te zijn,
of de pijn om verbannen te worden.
Uit pijn. Ja.
Want de slechte leerling realiseert zich soms niet dat hij zo is.
Het demonische werk is zo subtiel dat hij het niet opmerkt.
Hij wordt gedemoniseerd zonder te vermoeden
dat hij aan deze operatie onderworpen is.
Uit woede. Ja.
Woede omdat hij nu bekend staat om wie hij is
(wanneer hij zich niet onbewust is van het werk van Satan en zijn volgelingen:
de mensen die de zwakken in hun zwakheden verleiden
om de heilige die hen beledigt, in hun slechtheid,
gelijk met de vergelijking van zijn goedheid,
uit de wereld te verwijderen.)
En dan...
bidt de heilige
en geeft zich over aan God.
'Wat Gij toestaat, laat het gebeuren!' zegt hij.
Hij voegt er alleen deze zin aan toe:
'Mits het Uw doel dient.'
De heilige weet dat het uur zal komen
dat het kwade onkruid uit zijn oogst zal worden verdreven.
Door wie? Door God zelf.
Die niet meer toestaat dan nuttig is
voor de triomf van Zijn Wil van Liefde."
Reacties
Een reactie posten