Jozef van A. uitgenodigd in Bethanië
197.4
Maria Valtorta:
'"O! Meester! Geef me uw zegen!"
"Vrede zij met u, Jozef. Ik ben blij u te zien, en u verkeert in goede gezondheid!"
"Ik ben ook blij, Meester, en ook de vrienden zullen u met vreugde zien.
Bent u in Getsemane?"
"Ik was er. Na het gebed ga ik naar Bethanië."
"Naar Lazarus?"
"Nee, naar Simon. Mijn Moeder, en de moeder van Mijn neven, en de moeder van Johannes en Jakobus zijn er ook. Komt u Mij bezoeken?"
"Vraagt u dat? Grote vreugde en grote eer! Dank u wel! Ik kom met een paar vrienden..."
"Voorzichtig, Jozef, met de vrienden!" adviseert Simon Zeloot.
"O! Jullie kennen hen al. Voorzichtigheid zegt: 'Laat de lucht het niet ruiken'... Maar als je hen ziet, zul je begrijpen dat het vrienden zijn."
"O..."
"Meester, Simon van Jona vertelde me over de ceremonie van de kleine.
U kwam net aan terwijl ik vroeg wanneer jullie die zouden vieren. Ik wil er ook bij zijn!"
"De woensdag voor Pasen. Ik wil dat hij zijn Pesach viert als een zoon van de Wet."
"Goed. Dat is duidelijk. Ik kom jullie ophalen in Bethanië.
Maar maandag kom ik met... de vrienden."
"Afgesproken."
"Meester, ik ga. Vrede zij met u. Het is het uur van de wierook!" (*)
"Tot ziens, Jozef. Vrede met u."'
(*) vgl. metten en vespers
Reacties
Een reactie posten