sabbatrust in Lazarus' vlasveld
CCIV
GELOOF EN ZIEL UITGELEGD AAN DE HEIDENEN
DOOR EEN GELIJKENIS MET TEMPELBOUW
204.1
Maria Valtorta:
'In de vrede van de Sabbat rust Jezus uit,
vlakbij een bloeiend vlasveld dat toebehoort aan Lazarus.
Meer dan "vlakbij", zou ik zeggen... Hij is werkelijk ondergedompeld in het hoge vlas
en is, zittend aan de rand van een voor, verzonken in Zijn gedachten.
Niets of niemand bij Hem in de buurt,
behalve een paar stille vlinders of ritselende hagedissen,
die Hem met gitzwarte ogen gadeslaan, hun driehoekige kopjes opheffend
uit hun bleke, kloppende keeltjes.
En verder niets.
In de late namiddag is zelfs het kleinste zuchtje wind tussen de hoge stengels stil.
Van veraf, misschien uit de tuin van Lazarus, klinkt het gezang van een vrouw,
en daarmee vermengd de vreugdekreten van een kind dat met iemand speelt.
Dan één, twee, drie stemmen die roepen: "Meester!"... "Jezus!"...
Jezus wordt opgeschrikt en staat op.
Hoewel het vlas, al helemaal volgroeid, erg hoog is,
steekt Jezus een flink stuk boven deze blauwgroene zee uit.
"Daar is Hij, Johannes!" roept de Zeloot.
En Johannes roept op zijn beurt: "Moeder! De Meester is hier, in het vlas!"
En terwijl Jezus over het pad richting huizen nadert, komt Maria op Hem toe.
"Wat wil je, Moeder?"
"Mijn Zoon, er zijn een paar heidenen met een paar vrouwen aangekomen.
Ze zeggen dat ze van Johanna hebben gehoord dat Jij hier bent.
Ze zeggen ook dat ze al die dagen op Jou hebben gewacht,
bij de Antoniaburcht..."
"Ah! Ik begrijp het! Ik kom meteen.
Waar zijn ze?"
"In het huis van Lazarus, in zijn tuin.
Hij is geliefd bij de Romeinen,
en heeft niet de afkeer die wij hebben.
Hij liet hen met hun strijdwagens binnen,
in de grote tuin, om niemand te ergeren."'
Reacties
Een reactie posten