Johanna vraagt Jezus als spreker voor Romeinse dames - Hij komt


-De rozen van Heliogabalus (Lourens Alma Tadema)-

158.4

Maria Valtorta:

'"Maar je had het over een Romeinse vriendin van je..."

"Ja. Ze is heel close met Claudia en ik denk dat ze familie van haar moet zijn.

En zij zou heel graag met U praten, U tenminste horen praten. En ze is niet de enige.

Nu U Valeria's dochtertje [Faustina, in Caesarea...] hebt genezen, en het nieuws zich als een weerlicht heeft verspreid, is hun verlangen nog levendiger.

Tijdens het banket, laatst op de avond, waren er veel stemmen voor en tegen U... omdat er ook Herodianen en Sadduceeën aanwezig waren... ook al zouden ze dat ontkennen, als je het ze zou vragen... en er waren ook vrouwen... rijke en... en oneerbare... Er was... 

Ik moet dit helaas zeggen, want ik weet dat U een vriend van haar broer bent... maar er was Maria Magdalena, met haar nieuwe vriend, en nog een andere vrouw, een Griekse geloof ik, net zo losbandig als zij. Weet je... onder heidenen zitten vrouwen met mannen aan tafel, en dat is heel... heel... zo ongemakkelijk! Mijn vriendin was zo vriendelijk om ervoor te zorgen dat ik mijn eigen man als gezelschap kreeg, en dat gaf mij een opgelucht gevoel. Maar de anderen... oh!...

Welnu... ze hadden het over U, omdat het wonder op Faustina veel ophef veroorzaakte, en als de Romeinen in U de grote dokter of magiër bewonderden – vergeef me, Heer – dan gooiden de Herodianen en de Sadduceeën meteen gif over Uw Naam...

En Maria, oh! Maria! wat verschrikkelijk!... Zij begon te spotten en toen... Nee, dat wil ik U niet vertellen. Ik heb er de hele nacht om gehuild..."





"Laat haar maar doen. Zij zal beter worden."

"Maar het gaat goed met haar, weet U?..."

"Naar het vlees. De rest is volkomen vergiftigd... Zij zal beter worden."


"Als U het zegt... De Romeinse vrouwen, U weet hoe ze zijn... zij zeiden: 'Wij zijn niet bang voor hekserij, en we geloven al evenmin in sprookjes. Wij zullen zelf oordelen!'

En toen zeiden ze tegen mij: 'Zouden we Hem niet eens kunnen toehoren?'"


"Vertel hen, dat Ik aan het einde van de maan van Sjevat [dus half februari] in jouw huis zal zijn."

"Ik zal het hun vertellen, Heer. Denkt U dat ze tot U toe zullen komen?"


"Er valt een wereld in hen te herscheppen.

Eerst moet je vernietigen, en dan opbouwen.

Maar onmogelijk is het niet."'


8 mei 1945

Reacties

Populaire posts van deze blog

Jezus gaat naar Samaria - 2e jaar begint - nu Redder (meer dan Leermeester) - Barmhartigheid uitbreiden!

en Zijn volk ontving Hem niet...

zie het Lam van God !