ook karavaan van hof van consul passeert - met vele slaven
193.3
Maria Valtorta:
'De volgende dag.
De apostelen, die 's ochtends vertrokken zijn, zullen 's avonds Sichem binnenrijden, nadat ze Samaria zijn gepasseerd, een prachtige stad omgeven door muren, bekroond met prachtige en majestueuze gebouwen, omringd door elegante, goed geordende huizen.
Ik heb de indruk dat de stad, net als Tiberias, recentelijk is herbouwd met behulp van bouwmethoden die zijn overgenomen uit Rome. Erom heen, voorbij de muren, ligt een cirkel van vruchtbaar, goed bewerkt land.
De weg van Samaria naar Sichem slingert heuvelafwaarts, met een systeem van muren (terrassen) dat het land ondersteunt en me doet denken aan de heuvels van Fiesole, en met een prachtig uitzicht op groene bergen in het zuiden en een prachtige vlakte die zich naar het westen uitstrekt.
De weg daalt meestal af naar de vallei, maar klimt zo nu en dan weer omhoog om andere heuvels over te steken. Vanaf de top kijkt men neer op het land Samaria, met zijn prachtige olijf-, graan- en wijngaarden, beschermd door bossen van eiken en andere hoge bomen. Dat moet een zekere voorzienigheid zijn tegen de winden, die ongetwijfeld wervelwinden vormen vanuit de kloven en de oogsten zouden verwoesten.
Deze streek doet me sterk denken aan delen van onze Apennijnen hier, richting Amiata, wanneer het oog tegelijkertijd de vlakke graanvelden aanschouwt van de Maremma, en de feestelijke heuvels en de strenge bergen die hoger in het binnenland oprijzen.
Ik weet niet hoe Samaria er nu uitziet.
Toen was het erg mooi.
Nu,
tussen twee hoge bergen, zowat de hoogste in de omgeving, kan men een vallei zien,
en in het midden ervan, zeer vruchtbaar en goed geïrrigeerd, ligt Sichem.
Hier worden Jezus en Zijn volgelingen ingehaald door de weelderige karavaan van het hof van de consul, die naar Jeruzalem wordt gevoerd voor de festiviteiten. Slaven te voet en slaven in wagens om toezicht te houden op het transport van de inboedel... Mijn God, wat konden ze in die tijd veel vervoeren!!!
En met slaven erbij, echte wagens, volgeladen met van alles en nog wat, en zelfs hele draagstoelen, en reiskoetsen: grote, vierwielige karren, goed geveerd, overdekt, waaronder de dames beschutting vinden. En nóg meer wagens en slaven...
Een gordijntje beweegt, opgetild door de met juwelen bezette hand van een vrouw, en het strenge profiel van Plautina verschijnt, groetend zonder te spreken, maar met een glimlach. En Valeria ook, die haar dochtertje tussen haar knieën houdt, trillend en giechelend.
De andere reiskoets, nog pompeuzer, rijdt voorbij zonder ook maar één gordijn te openen. Maar wanneer die al voorbij is, verschijnt Lidia's rozige gezicht erachter, buigend tussen de gesloten gordijnen.
De karavaan trekt weg...'
Reacties
Een reactie posten