Jozef van Arimathea zal helpen bij Jabes' bar mitswa
CXCVII
IN DE TEMPEL MET JOZEF VAN ARIMATHEA
HET UUR VAN DE WIEROOK
197.3
Maria Valtorta:
'Ze zijn bij het offerblok om hun offers te brengen
wanneer Jozef van Arimathea hen roept.
"Jullie hier? Sinds wanneer?"
zegt hij na hun wederzijdse begroeting.
"Sinds gisteravond."
"De Meester?"
"Die is daar, met een nieuwe leerling. Hij komt zo."
Jozef kijkt naar het kind en vraagt Petrus: "Een kleinzoon van je?"
"Nee... ja... Om kort te gaan: niet qua bloed, veel qua geloof, totaal qua liefde."
"Ik begrijp je niet..."
"Een weeskind... dus niet wat het bloed betreft.
Een leerling... dus veel wat het geloof betreft.
Een zoon... dus totaal wat de liefde betreft.
De Meester heeft hem aangenomen... en ik vertroetel hem.
Hij wordt een dezer dagen volwassen..."
"Al twaalf jaar? Zo klein?"
"Euh!... de Meester zal het je vertellen... Jozef, jij bent goed... een van de weinige goede mensen hier... Vertel me, zou je mij hierbij willen helpen? Weet je... Ik stel hem voor alsof hij mijn eigen zoon is. Maar ik ben een Galileër, en ik heb een ernstige vorm van melaatsheid..."
"Melaatsheid?!" roept Jozef uit en vraagt hij angstig, terwijl hij achteruit deinst.
"Wees niet bang!... Ik heb de melaatsheid van Jezus! De meest gehate, door de mensen in de Tempel, op een paar uitzonderingen na."
"Nee! Zeg het niet!"
"Het is de waarheid en het moet gezegd worden... Daarom ben ik bang dat ze wreed zullen zijn tegen de kleine, vanwege mij en Jezus. Want ik weet niet hoe goed hij de Wet, de Halasja, de Haggada en de Midrasj kent. Jezus zegt dat hij veel weet...
"Eh, maar als Jezus dat zegt! Wees dan niet bang!"
"Alleen maar om mij te mishagen, hebben die..."
"Je houdt heel veel van dit kleintje! Wil je hem altijd bij je houden?"
"Kan ik niet!... Ik ben altijd op pad... Het kind is klein en broos..."
"Maar ik ga graag met je mee!...", zegt Jabes, gerustgesteld door Jozefs liefkozingen.
Petrus straalt van vreugde...
Maar hij zegt: "De Meester zegt dat we dat niet moeten doen, en dan doen we dat niet...
Want we zullen elkaar toch wel zien... Jozef... wíl je me helpen?"
"Natuurlijk! Ik ga met je mee. Mij zullen ze geen onrecht aandoen.
Wanneer?"'
Reacties
Een reactie posten