Posts

Posts uit januari, 2025 tonen

bij de wateren van Merom

Afbeelding
CX IN HET HUIS VAN BOER  JAKOB BIJ  DE WATEREN VAN MEROM -een van wateren van Melchisedek ? (hier met brood & wijn voor Abraham, die hem tot groot geloof brachten en tot offerbereidheid...)- 110.1 Maria Valtorta: 'Ik zou zeggen dat, behalve het Meer van Galilea en de Dode Zee, Palestina nog een klein meer of vijver, kortom een ​​watermassa, had waar ik de naam niet van weet. Ik ben niet zo goed in meten, maar ik schat dat dit kleine bassin ongeveer drie bij twee kilometer groot is. Klein, erg klein, zoals je kunt zien. Maar het is sierlijk in de groene cirkel eromheen, en in zijn waterspiegel, zo blauw en kalm, dat hij lijkt op een grote vlok lichtblauw email, in het midden geaderd door een lichtere penseelstreek, met iets meer beweging. -brongebied Jordaan?- Misschien vanwege de stroming van de rivier die er in noordelijke richting in stroomt, om er in zuidelijke richting weer uit te gaan, en die, vanwege de lichtheid van het water, dat volgens mij ook ondiep is, zijn loo...

Jona sterft zoet, in bed van Jozef

Afbeelding
109.15 Maria Valtorta: 'Ze stappen allen uit en vervolgen hun reis. "Je zult spoedig rusten, Jona," stelt Jezus gerust. Jona glimlacht. Hij wordt steeds stiller, naarmate de avond valt en hij er zeker van is dat hij ver weg van Doras is. Johannes en zijn broer rennen vooruit om Maria te waarschuwen. En wanneer de kleine processie tegen de avond aankomt, in het bijna verlaten Nazareth, staat Maria al op de drempel te wachten op haar Zoon. "Moeder, hier is Jona! Hij neemt zijn toevlucht tot jouw zoetheid om een voorsmaakje te hebben van zijn Paradijs. Gelukkig, Jona?" "Gelukkig! Gelukkig!" mompelt de uitgeputte man alsof hij in extase is. Hij wordt meegenomen naar het kamertje waar Jozef stierf. "Je ligt op het bed van Mijn vader. En hier is Mijn Moeder, en hier ben Ik. Zie je? Nazareth wordt Bethlehem! En jij bent nu de kleine Jezus tussen twee mensen die van je houden, en die diegenen zijn die in jou de trouwe dienaar vereren. De engelen zie je n...

Jezus belooft officier naar Caesarea te komen

Afbeelding
-Romeinse ruïnes in Caesarea- 109.14 Maria Valtorta: '"Denk aan Publius Quintillianus van Itálica   [in Spanje] . Ik ben gelegerd in Caesarea . Maar nu ga ik naar Ptolemais   [Akko] . Order inspectie. "U bent Mij niet vijandig?" "Ik? Ik ben de vijand van de kwaden. Nooit van de goeden. En ik wil ook graag goed zijn. Vertel eens: welke leer predikt U voor ons, mannen van het zwaard? "Er is één leer, voor iedereen. Rechtvaardigheid, eerlijkheid, zelfbeheersing, compassie. Het uitoefenen van je ambt zonder misbruik. Zelfs als wapens hard nodig zijn, blijf menselijk. En probeer de Waarheid te kennen, d.w.z. de ene en eeuwige God. Zonder deze kennis blijft elke handeling verstoken van genade en dus van eeuwige beloning." "Maar als ik dood ben, wat doe ik er dan mee, met het goede dat ik gedaan heb?" "Wie tot de ware God komt, vindt dat goede terug in het hiernamaals." "Word ik herboren? Word ik tribuun of zelfs keizer?" "N...

Romeinse soldaten tonen wel compassie

Afbeelding
109.13 Maria Valtorta: 'Jezus bekommert zich alleen om Jona. Hij zoek de meest vlakke, meest beschutte paden, totdat ze bij een kruispunt komen nabij de velden van Jochanan . De vier landarbeiders  rennen om hun vertrekkende vriend te begroeten en zijn Verlosser, die hen zegent. Maar de weg van Esdrelon naar Nazareth is lang, en met zo'n erbarmelijke last kun je niet snel vooruitkomen. Er zijn geen karren of wagens op de hoofdweg te zien. Niets. Ze gaan zwijgend verder. Het lijkt erop dat Jona slaapt. Maar hij laat Jezus' hand niet los. - Tegen de avond arriveert er een Romeinse legerwagen. "In Naam van God, stop!" zegt Jezus, terwijl Hij zijn arm opsteekt. De twee soldaten blijven staan. Vanuit de tent die over de wagen is getrokken, kijkt een arrogante officier naar buiten, terwijl het begint te regenen. "Wat wilt U?" vraagt ​​hij aan Jezus. "Ik heb een stervende vriend. Ik vraag u om een ​​plaats voor hem op de kar." "Dat mag eigenlijk ...

Doras eist geld voor draagbaar, verwenst Jezus

Afbeelding
109.12 Maria Valtorta: 'Als ze op de drempel staan, komt Doras eraan. Jona heeft een angstaanval, en beschermt zijn gezicht. Maar Jezus legt een hand op zijn hoofd en gaat naast hem staan, strenger dan een rechter. De treurige stoet loopt naar de rustieke binnenplaats en neemt het pad van de boomgaard. "Dat bed is van mij! Ik heb U de dienaar verkocht, niet het bed." Zonder iets te zeggen gooit Jezus de beurs voor zijn voeten. Doras pakt ze op en maakt haar leeg. "Veertig denariën en vijf didrachmen. Dat is niet genoeg!" Jezus kijkt naar de hebzuchtige en weerzinwekkende kwelduivel - en het is onmogelijk om zijn uitdrukking te beschrijven - en antwoordt niet. "Zeg me dan tenminste dat U het anathema intrekt!" Jezus slaat hem opnieuw neer met een blik, en een korte zin: "Ik vertrouw u toe aan de God van de Sinaï!" En Hij loopt rechtop naast de eenvoudige draagbaar die zorgvuldig door Petrus en Andreas wordt gedragen. Doras, die ziet dat alles ...

Jezus neemt stervende Jona mee naar Maria

Afbeelding
109.11 Maria Valtorta: '"Waar is Jona? Laat een bediende Mij onmiddellijk naar hem toebrengen. Ik heb voor hem betaald en omdat hij voor u een handelsartikel is, een machine, beschouw Ik hem ook als zodanig; en dan heb Ik hem gekocht, en wil Ik hem." Doras neemt een gouden fluitje van zijn borst en blaast er drie keer op. Van alle kanten komen er groepjes dienaren van het huis en van het land tevoorschijn. Ze rennen, zo gebogen dat ze bijna kruipen, recht op de gevreesde meester af. "Breng Jona naar deze man en lever hem uit. Waar ga U heen?" Jezus antwoordt niet eens. Hij loopt achter de bedienden aan, die door de tuin naar de hutten van de boeren zijn gerend, de smerige holen van de arme landarbeiders. Ze gaan het hutje van Jona binnen. Die is inmiddels een skelet geworden en hijgt, halfnaakt, van de koorts, op het rieten rek, waarop een versteld gewaad als matras dient, en een nog meer gescheurde mantel als deken. De jonge vrouw van eertijds verzorgt hem, zo ...

ondankbaar om oude, wil Doras een nieuwe zegen!

Afbeelding
109.10 Maria Valtorta: '"Kijk maar, hoezeer ik van U hou, door toe te geven aan Uw wens en U Jona af te staan." "Ik heb voor hem betaald." "Dat is waar, en ik was verbaasd dat U zo'n bedrag kon betalen!" "Ik niet. Een vriend voor Mij." "Goed, goed. Ik doe geen onderzoek. Ik zeg: U ziet dat ik U liefheb en U gelukkig wil maken. Jona krijgt U, na de maaltijd. Alleen voor U breng ik zo'n offer..." en hij lacht zijn wrede lach. Jezus kijkt hem steeds strenger aan, met Zijn armen over Zijn borst gevouwen. Ze zitten nog steeds in de boomgaard, in afwachting van de maaltijd. "Maar U moet mij dan wel gelukkig maken. De ene gunst tegenover de andere. Ik geef U mijn beste dienaar. Daarmee ontneem ik mezelf een toekomst nut. Dit jaar heeft Uw zegen – ik wéét dat U kwam bij het begin van de grote hitte – mij oogsten gegeven die mijn boerderijen beroemd hebben gemaakt... Zegen nu mijn kudden en mijn velden! Volgend jaar zal ik dan ...

Doras, pronkerig-elitair, wil Jezus farizeeër maken

Afbeelding
109.9 Maria Valtorta: 'Nu ziet men het huis van de Farizeeër. Breed, laag, maar goed gebouwd, midden in een nu kale boomgaard. Een landhuis, maar dan luxueus en comfortabel. Petrus en Simon gaan voorop om Jezus aan te kondigen. Doras komt naar buiten. Een oude man, met het harde profiel van een oude roofvogel. Spottende ogen, een slangenmond die kronkelt in een valse glimlach tussen zijn baard die meer wit dan zwart is. "Heil met U, Jezus!" begroet hij Hem familiair, en met duidelijke neerbuigendheid. Jezus zegt niet: "Vrede". Hij antwoordt: "Moge uw groet naar u terugkeren." "Kom binnen! Het huis heet U welkom. U was punctueel als een koning." "Als een eerlijk man," kaatst Jezus terug. Doras lacht als om een grapje. Jezus draait zich om, en zegt tegen de ongenode discipelen: "Kom binnen... Zij zijn mijn vrienden." "Laat ze binnenkomen... maar... is dat niet de tollenaar, de zoon van Alfeüs?" "Dat is Matteüs...

Jona niet op het veld, maar op sterfbed

Afbeelding
-Doras (L. Ferri naar MV)- 109.8 Maria Valtorta: 'Jezus gaat rechtstreeks naar de appelboomgaard. Ze steken de weg over en bereiken de velden van Doras . Andere landarbeiders zijn daar aan het ploegen of buigen zich voorover om de voren vrij te maken van ontworteld onkruid. Maar Jona is er niet. Jezus wordt herkend en de mannen begroeten Hem, zonder hun werk te verlaten. "Waar is Jona?" "Na twee uur is hij op de voren in elkaar gezakt en naar huis gedragen. Arme Jona. Hij heeft nog maar even, hij staat helemaal al aan het einde. We zullen nooit meer een betere vriend hebben." "Jullie hebben Mij op aarde en hem in Abrahams schoot. De doden hebben de levenden lief met een dubbele liefde: hun eigen liefde en de liefde die ze hebben aangenomen door bij God te zijn. Volmaakte liefde dus." "Oh! Ga meteen naar hem! Moge hij U zien in zijn lijden! Jezus zegent en gaat. "En wat ga Je nu doen? Wat ga Je tegen Doras zeggen?" vragen de discipelen. ...

Jezus deelt brood en wijn: vier alvast Jona's bevrijding!

Afbeelding
109.7 Maria Valtorta: '"Ik laat jullie, zonen, achter met een zegen. Heb je brood en eten voor vandaag?" "Wij hebben dit brood," en ze laten een donker brood laten zien dat uit een op de grond gegooide zak is gehaald. "Neem Mijn eten. Ik heb niets anders dan dit. Maar Ik ben vandaag bij Doras en..." "Bent U bij Doras?" "Ja, om Jona te verlossen. Wisten jullie dat niet?" "Niemand weet hier iets. Maar... wees voorzichtig, Meester!  U bent als een schaap in het hol van de wolf." "Hij kan mij niets doen. Neem Mijn eten. Jakobus, geef wat we hebben. Jullie wijn ook. Verheugen ook jullie je een beetje, arme vrienden. Met de ziel en met het lichaam! Petrus! Laten we gaan." "Ik kom eraan, Meester. Er is alleen nog deze voor, die afgemaakt moet worden." En hij rent naar Jezus toe, overmand door vermoeidheid. Hij droogt zich af met de mantel die hij eerder had uitgedaan, trekt hem weer aan en lacht vrolijk. De vi...

Jona blijkt ziek, en afgeranseld om... goede oogst

Afbeelding
109.6 Maria Valtorta: 'De mannen zijn sprakeloos als ze dit horen. Dicht bij Jezus zijn Bartholomeüs, Mattheüs, Simon, Filippus, Thomas, en Jakobus en Judas van Alfeüs. De andere vier zetten hun werk voort, rood, warm, maar vrolijk. Petrus is voldoende om iedereen opgewekt te houden. "Oh! Wat had Jona gelijk om U 'heilig' te noemen! Alles in U is heilig: de woorden, de blik, de glimlach. Zo hebben wij onze ziel nog nooit gevoeld!..." "Hebben jullie Jona al lang niet meer gezien?" "Sinds hij ziek is." "Ziek?" "Ja, Meester. Hij kan het niet meer aan. Hij sleepte zich al voort. Maar na het zomerwerk en de druivenoogst kan hij niet meer rechtop staan. En toch... laat hij hem dat doen... Oh! U zegt dat wij van iedereen moeten houden. Maar het is heel moeilijk om van hyena's te houden! En Doras is erger dan een hyena!" "Jona houdt van hem..." "Ja, Meester. En ik zeg U dat hij net zo heilig is als zij die de mart...

essentieel voor hemel, leert Jezus, zijn 10 Geboden!

Afbeelding
109.5 Maria Valtorta: '"Hoe goed zijn Uw vrienden!" zegt de moedigste van  Jochanans  dienaren. "Hebt U ze zo gemaakt?" "Ik heb hun goedheid een richtlijn gegeven. Net zoals je dat met een snoeischaar doet. Maar het goede zat al in hen. Nu bloeit ze prachtig, omdat er iemand is die ervoor zorgt." "Ze zijn ook nederig. Uw vrienden, en toch ons arme dienaren dienen!" "Bij Mij kunnen alleen zij zijn die nederigheid, zachtmoedigheid, zelfbeheersing, eerlijkheid en liefde, bovenal liefde, liefhebben. Want wie God en zijn naaste liefheeft, bezit alle deugden en verwerft de hemel." "Kunnen wij die ook verwerven, wij die geen tijd hebben om te bidden, om naar de tempel te gaan, om zelfs maar ons hoofd uit de voor te heffen?" - belang 10 Geboden! (na BDE) - "Antwoord Mij: koesteren jullie haat jegens hen die je zo hard behandelen? Is er in jullie opstandigheid, en verwijt jegens God, dat Hij je tot de laagsten der aarde heeft ...

apostelen nemen ploegen even over

Afbeelding
109.4 Maria Valtorta: '"Lijden jullie veel?" "Oh!... Maar die van Dora nog veel meer! Als  Jochanan  ons hier aantrof terwijl we aan het praten waren!... Maar vandaag is hij in Gergesa . Hij is nog niet terug van het Loofhuttenfeest . Maar zijn rentmeester zal ons vanavond te eten geven nadat hij het werk heeft opgemeten. Maar dat maakt niet uit. We zullen de tijd inhalen door niet te rusten bij de eetpauze op het 6e uur." "Zeg, jongen. Zou het niet goed zijn als ik dat werk even verderzet? Is het moeilijk?" vraagt ​​Petrus. "Moeilijk niet, nee. Maar vermoeiend. Het vergt kracht." "Die heb ik. Laat me eens kijken. Als ik het kan, dan praten jullie en ik speel voor os. Jullie, Johannes, Andreas en Jakobus, kom ook naar de les! Laten we van de vissen naar de wormen gaan. Hup!" Petrus legt zijn hand op de dissel. Bij elke ploeg staan ​​twee mannen, één aan deze en één aan de andere kant van de stuurstok. Petrus kijkt en imiteert alle b...

Jezus bewijst arbeiders: Hij houdt van hen

Afbeelding
109.3 Maria Valtorta: 'Jezus komt, met Zijn lange stappen, al bij hen aan. De vier weten niet wat ze moeten doen. Ze willen naar Hem toe rennen, maar respect verlamt hen. Arme wezens die door de slechtheid van de mens bang zijn geworden voor alles. Zij vallen met hun gezicht naar de grond, en aanbidden vandaaruit de Messias die naar hen toe komt. "Vrede zij met allen die Mij wensen! Wie Mij begeert, verlangt naar het goede, en Ik heb hem lief als een vriend. Sta op, jullie. Wie ben je?" Maar de vier kunnen hun gezicht nauwelijks van de grond tillen en blijven knielen en zwijgen. Petrus zegt: "Het zijn vier dienaren van de Farizeeër Jochanan , een familielid van Doras. Ze willen graag met Je praten, maar... als hij komt, worden ze geslagen, en dus heb ik tegen Jou gezegd: "Kom hierheen!" Kom op jongens. Hij zal je niet opeten! Heb vertrouwen. Besef dat hij jullie vriend is!" "Wij... wij weten van U... Jona vertelde het..." "Hem kom Ik hal...

Petrus spreekt uitgeputte arbeiders aan

Afbeelding
109.2 Maria Valtorta: 'Maar Petrus, altijd nieuwsgierig, verlaat de weg en loopt langs een oever tussen twee velden. Op de rand daarvan zitten, eventjes, vier magere, bezwete boeren. Ze hijgen van de inspanning. Petrus vraagt ​​hen: "Zijn jullie van Doras?" "Nee. Wij zijn wel van familie van hem, wij zijn van Jochanan . En wie ben jij?" "Ik ben Simon, zoon van Jona, een visser uit Galilea, tot de maan van Ziv   [april-mei] . Nu/Sindsdien Petrus van Jezus van Nazareth, de Messias van de Blijde Boodschap." Petrus zegt dit met de eerbied en de glorie waarmee men zou zeggen: "Ik behoor toe aan de hoge en goddelijke keizer van Rome" en nog veel meer. Zijn eerlijke gezicht straalt werkelijk in de vreugde van zich te belijden tot Jezus. "Oh! de Messias! Waar, waar is Hij?" zeggen de vier ongelukkigen. "Die daar is het! Die lange, blonde, met het donkerrode gewaad! Degene die nu hierheen kijkt en glimlachend op mij wacht." "O...

Jochanans arbeiders als os aan de ploeg

Afbeelding
CIX OP DE VELDEN VAN JOCHANAN EN VAN DORAS -DOOD VAN JONA IN HET HUIS VAN NAZARETH- 109.1 Maria Valtorta: 'Ik zie, bij dag, de vlakte van Esdraelon [= Jizreëlvallei ] een halfbewolkte dag in de late herfst. Er moet vannacht wat regen gevallen zijn, een van de eerste regens van de trieste wintermaanden, want de aarde is vochtig, ook al is ze niet modderig. En er staat nog steeds wind. Een vochtige wind die de vergeelde bladeren afrukt en met zijn vochtige adem tot in je botten dringt. Op de velden zie ik her en der ossenparen aan de ploeg. Ze ploegen de vette, zware aarde van deze vruchtbare vlakte moeizaam om, om deze geschikt te maken voor het zaad. En wat mij verdrietig maakt, is om te zien dat het op sommige plaatsen zelfs mensen zijn die het werk van de ossen doen, die de ploegschaar voortduwen, met alle kracht van hun armen en zelfs van hun borst, en hun voeten schrap zetten in de al losgemaakte grond, zwoegend als slaven, in dit werk dat zelfs voor de stoere ossen vermoeie...

verlamde jongen dankzij Maria genezen

Afbeelding
108.7 Maria Valtorta: 'De menigte, de kleine menigte die zich hier heeft verzameld, schreeuwt het uit van vreugde en juicht voor de Messias. Maar dan wordt het stil en splitst de rij zich, om een ​​ moeder te laten passeren, die een verlamd kind van ongeveer tien jaar oud in haar armen houdt. Onderaan de trap houdt zij het omhoog, alsof ze het aan Jezus aanbiedt. "Dat is een van mijn dienaressen," legt de heer des huizes uit. "Vorig jaar viel haar zoontje van het terras en brak daarbij zijn rug. Hij zal zijn hele leven op zijn rug blijven liggen." "Al maanden heeft zij op U gehoopt..." voegt de vrouw des huizes eraan toe. "Zeg haar dat ze naar Mij toekomt." Maar de arme vrouw is zo opgewonden dat het lijkt alsof ze verlamd is. Ze beeft over haar hele lichaam en ze struikelt over haar lange kleed terwijl ze met haar zoontje in haar armen de hoge treden opklimt. Maria staat op, toont medeleven en gaat naar haar toe. "Kom. Wees niet bang....

wie liefheeft wordt honderdvoudig beloond

Afbeelding
108.6 Jezus zegt: "Veel, te veel woorden zijn tot jullie gezegd. Ik zeg je alleen dit: 'Heb God lief. Heb je naaste lief.' Die zijn als het werk dat de wijnrank vruchtbaar maakt, gedaan rond de wijnstok in het voorjaar. Liefde voor God en de naaste zijn als de eg die de grond reinigt van het schadelijke onkruid van egoïsme en kwalijke hartstochten. Ze zijn als de schoffel die een ring om de scheut graaft, zodat die geïsoleerd wordt van de besmetting door parasitair onkruid en gevoed wordt met vers irrigatiewater. Ze zijn als de snoeischaar die het overbodige verwijdert om de kracht te condenseren en te richten op de plaats waar ze vrucht zal dragen. Ze zijn de strop die, samen met de stevige paal, strak trekt en steunt. Ze zijn tot slot de zon die de vruchten van goede wil laat rijpen en ze tot vruchten van eeuwig leven maakt. Vandaag verheugen jullie je omdat het jaar goed was en de oogsten rijk en de wijnoogst overvloedig. Maar voorwaar, Ik zeg jullie, dat deze vreugde v...

liefdeloos werk wordt bestraft (nu of later)

Afbeelding
-Villa Cara Delevingne (LA Branden, 2025)- 108.5 Jezus zegt: "En nu kom Ik terug op het eerste concept: 'de eerste macht om Gods zegen te ontvangen - zowel voor de werken van de geest, als voor de werken van de mens - is de eerlijkheid van intentie.' Eerlijk is dan hij die zegt: 'Ik volg de Wet, niet om door mensen geprezen te worden, maar uit loyaliteit aan God.' Eerlijk is dan hij die zegt: 'Ik volg Christus, niet vanwege de wonderen die Hij doet, maar om het advies dat Hij mij geeft over het Eeuwige Leven.' Eerlijk is dan hij die zegt: 'Ik werk, niet voor hebzuchtig gewin, maar omdat het werk ook van God gekregen is als middel tot heiliging, gezien de vormende, vernederende, behoudende en verheffende waarde ervan. Ik werk, zodat ik mijn naasten kan helpen. Ik werk, om de wonderen van God te kunnen laten schitteren, die van een nietig graankorreltje een rijpe aar maakt, van een druivenpit een grote wijngaard, van een hazelnoot een boom, en van mij, m...

na Lente, nu Oogst: Rijpe Tros plúkken!

Afbeelding
Jezus zegt: "Wanneer de eerste lentewinden het stuifmeel van de wijnstokbloesem verspreiden, moet de boer nog steeds vrezen, omdat slecht weer en insecten veel gevaren voor het fruit kunnen opleveren. Maar wanneer het  gelukkige uur van de oogst  aanbreekt, dan verdwijnt alle angst en verheugt het hart zich in de zekerheid van de oogst. Voorspeld door de woorden van de Profeten, is de  Twijg van de stam van Jesse  ontsproten. Vandaag is Hij onder jullie. Een rijke  Tros die je het Sap van eeuwige Wijsheid brengt en die alleen vraagt om geplukt en geperst te worden om wijn te zijn voor de mensen. Wijn van eindeloze vreugde voor hen die zich met Hem voeden! - Maar wee degenen die, hoewel deze wijn binnen hun bereik was, hem hebben afgewezen! En driemaal wee degenen die, na erdoor gevoed te zijn, hem zullen hebben uitgekotst of vermengd met het voedsel van de Mammon!" 14 feb.1945

na Toorn, nu Vrede: nu líefde verschuldigd!

Afbeelding
Jezus zegt: "Maar moeten wij de eeuwige God alleen maar vrezen? Nee. Luister! Er werd tegen jullie gezegd: 'Vrees de Heer, uw God.' En de patriarchen hebben gebeefd, en de profeten hebben gebeefd wanneer het Aangezicht van God of een engel van de Heer aan hun rechtschapen geesten verscheen. En in waarheid, in tijden van Goddelijke Toorn moét de verschijning van het bovennatuurlijke het hart doen beven. Wie, ook al is hij puur als een kind, beeft niet voor de Machtige, voor wiens eeuwige pracht de engelen in aanbidding staan, neergeworpen in het hemelse Hallelujah? De ondraaglijke schittering van een engel tempert God met een genadige sluier, opdat het menselijk oog hem zou kunnen zien zonder de pupil en de geest te verbranden. Hoe zal het dan zijn om God te zien? Maar dit is zo... zolang de Toorn duurt. - Als de Vrede de overhand krijgt, en de God van Israël zegt: 'Ik heb gezworen, en  Ik houd Me aan Mijn Belofte/Verbond. Kijk, hier is Hij die Ik  zend,   en die Ik ben...

enkel eerlijk werk verdient zegen

Afbeelding
108.4 Maria Valtorta: 'Jezus spreekt traag en laat Zijn hand in een grote zak graan zakken, die achter Maria's schouders ligt. Hij lijkt met die bonen te dollen of ze met plezier te strelen, terwijl Hij met Zijn rechterhand enkel rustig gebaart. "Mij werd gezegd: 'Kom, O Jezus, om het werk van de mens te zegenen!' En Ik ben gekomen. In de Naam van God zegen Ik het. Want elke arbeid, mits eerlijk uitgevoerd, verdient de Zegen van de eeuwige Heer. Maar Ik zei het: de eerste macht om die Zegen van God te ontvangen... is eerlijk zijn in alle handelingen. Laten we nu samen kijken wanneer en hoe handelingen eerlijk zijn. Ze zijn dat wanneer ze zijn verricht met de eeuwige God in gedachten. Kan iemand ooit zondigen die zegt: 'God kijkt naar mij. God heeft Zijn ogen op mij gericht, van mijn daden mist hij geen enkel detail'...? Nee, dat kan niet. Omdat de gedachte aan God een heilzame gedachte is, en meer dan welke menselijke bedreiging ook, weerhoudt ze de mens v...