poëma van de god-mens

-Jezus vergeeft zondares (Judith Fritchman)- 198.11 Maria Valtorta: 'Het is laat in de avond wanneer Jezus vredig met Zijn moeder kan praten. Ze zijn naar het terras gegaan en, zittend op een bankje, de een naast de ander, hand in hand, praten ze en luisteren ze naar elkaar. Eerst vertelt Jezus wat er is gebeurd. Dan zegt Maria: "Zoon, onmiddellijk na Jouw vertrek, kwam er een vrouw naar me toe... Ze zocht Jou. Eén grote ellende. En een grote verlossing... Maar dit schepsel heeft Jouw vergeving nodig om standvastig te kunnen zijn in haar besluit. Ik heb haar aan Susanna toevertrouwd, en tegen haar gezegd dat ze een van Jouw genezenen was. Het is waar. Ik had haar bij mij kunnen houden als ons huis nu geen zeehaven was, waar iedereen in- en uitzeilt... en velen met kwade bedoelingen. En die vrouw walgt nu van de wereld. Wil Je weten wie het is?" "Het is een ziel... Maar vertel me haar naam, zodat Ik haar zonder vergissing kan ontvangen." "Het is Aglaë , de...

- New Friends (Judith Fritchman) - 198.10 Maria Valtorta: 'Martha komt terug met Johannes en het kind, nu gekleed in een klein wit linnen gewaad, met een rode overjas. Over haar arm draagt ze een rode mantel. "Herken je ze, Lazarus? Zie je wel dat alles nuttig is?" Broer en zus glimlachen naar elkaar. -Broer en zus (J. Fritchman)- Jezus zegt: "Ik dank je, Martha!" "O! Mijn Heer! Ik heb de ziekte om alles te bewaren. Die heb ik van mijn moeder geërfd. Ik heb nog steeds veel kleren van mijn broer. Ze zijn kostbaar, omdat moeder ze heeft aangeraakt. Zo nu en dan neem ik er eentje, voor een kind... Nu zal ik ze aan Marzjiam geven. Ze zijn een beetje lang, maar ze kunnen worden ingekort. Lazarus wilde ze niet meer toen hij meerderjarig werd...  een mooie gril, volkomen kinderachtig... en hij won, omdat mijn moeder haar Lazarus aanbad." Zijn zus streelt hem liefdevol, en Lazarus pakt haar mooie hand, kust die en zegt: "En jij niet dan?" Ze glimlach...

- Breaking Free (Judith Fritchman) - 198.8 Maria Valtorta: '"Roep je de kleine?" smeekt Maria. En het kind rent meteen naar haar toe, samen met Johannes. "Hoe heet je?" vraagt Maria, terwijl ze hem aait. "Ik ben... ik was Jabes. Maar nu wacht ik op mijn nieuwe naam..." "Wacht jij erop?" "Ja, Jabes wil een naam die betekent dat Ik hem gered heb. Jij zult hem zoeken, Moeder. Een naam van Liefde en Redding." Maria denkt na... en zegt dan: "Marhgziam! Jij bent de druppel in de zee van hen die door Jezus gered zijn. Vind je hem mooi? Hij doet je dus zowel aan mij, als aan de Redding denken." "Hij is heel mooi!" zegt het kind blij. "Maar is dat geen vrouwennaam?" vraagt Bartholomeüs. Met een L aan het eind, in plaats van een M, kun je, wanneer dit druppeltje man volwassen is, zijn naam veranderen in een mannennaam. Nu draagt hij de naam die zijn Moeder hem gaf. Nietwaar? Het kind zegt ja, en Maria aait hem. ...

-drakenader agaat- 198.7 Maria Valtorta: '"Maar dat kind kost je wel wat! Laat me dan tenminste…?" "Ík zorg voor zijn zondagse mantel!" roept Petrus. Ze lachen allemaal om zijn impulsieve kreet. "Goed. Maar hij heeft wel meer mantels nodig. Simon, wees lief, ik ben ook kinderloos... Sta toe dat Martha en ik ons troosten door te denken aan wat kleren om te maken!" Petrus, zo gesmeekt, is meteen ontroerd en zegt: "De kleren... ja... Maar ík zorg voor de mantel van woensdag! De Meester heeft het me beloofd, en zei dat ik hem morgen mag kopen, met Moeder." Petrus zegt alles uit angst voor een verandering die hem niet aanstaat. Jezus glimlacht en zegt: "Ja, Moeder. Ik smeek je om morgen met Simon mee te gaan. Anders zal deze man nog sterven van verdriet... Jij zult hem adviseren bij zijn keuze." -drakenader agaat- "Ik zei: rode mantel en groene sjerp. Hij zal er heel goed uitzien! Beter dan de kleur die het nu heeft!" "Roo...

-Jezus met Martha en Maria in huis van Lazarus (Bruegel en Rubens)- 198.6 Maria Valtorta: "Wil Je Jabes adopteren?" vraagt Lazarus. "Nee. Dat kan Ik niet." "Dan zal ik hem aannemen." Petrus ziet zijn hoop vervliegen en kreunt luidkeels: "Heer! Helemaal voor hem?" Jezus glimlacht: "Lazarus, je hebt al zoveel gedaan, en Ik ben je dankbaar. Maar Ik kan dit kind niet aan je toevertrouwen. Hij is 'ons' kind. Van ons allemaal. De vreugde van de apostelen en de Meester. Bovendien zou hij hier opgroeien te midden van pracht en praal. Ik wil hem Mijn koninklijke mantel geven: 'eerlijke armoede'. Die die de Mensenzoon voor Zichzelf wilde, om al de grootste ellendes te kunnen naderen zonder iemand te beschamen. En jij hebt onlangs al een geschenk van mij gekregen..." "Ah! Ja! De oude patriarch en zijn dochter. De vrouw is erg actief, en de oude man is erg aardig." "Waar zijn ze nu? Ik bedoel, op welke plek?" ...

198.5 Maria Valtorta: '"Ik zag Jozef van Arimathea , Lazarus. Hij komt maandag hier, met een paar vrienden!" "O! Dus je bent die dag van mij!" "Ja. Hij komt om samen met ons te zijn, maar ook om een ceremonie door te spreken die Jabes betreft. Johannes, breng het kind naar het terras, hij zal zich vermaken!" De altijd gehoorzame Johannes van Zebedeüs staat onmiddellijk op van zijn stoel, en kort daarna zijn het getjilp en de kleine schopjes van het kind te horen op het terras rondom het huis. "Het kind," legt Jezus uit aan Zijn moeder, aan Zijn vrienden en aan de vrouwen, onder wie Martha, die is teruggesneld om geen moment van vreugde met de Meester te missen, "is de kleinzoon van een landarbeider van Doras. Ik ben door Esdrelon gekomen..." "Is het waar dat de velden een woestenij zijn en dat hij ze wil verkopen?" "Ze zijn een woestenij. Ik weet niets van een verkoop. Een boer van Jochanan er iets over verteld. Maar...

-Maria Magdalena en haar zus Martha (G.A. de Ferrari)- 198.4 Maria Valtorta: 'Ze gaan allemaal naar Simons huis: Maria met Jabes in haar armen, Jezus met Johannes van Endor bij de hand, en dan, om hen heen en achter hen, Lazarus en Martha, de apostelen met Maximinus, Isaak, Jozef en Timoneus. Ze gaan het huis binnen, waar Simons oude knecht Jezus, en zijn meester, eerbied betuigt. "Vrede met u, Jozef, en met dit huis," zegt Jezus, terwijl Hij Zijn hand zegenend opheft nadat Hij die op het witte hoofd van de oude knecht had gelegd. -Maria Magdalena, met Lazarus en Martha (Meester van Perea)- Lazarus en Martha zijn, na hun aanvankelijke vreugde, een beetje verdrietig, en Jezus vraagt: "Waarom, vrienden?"  "Omdat Jij niet bij ons bent, en omdat iedereen tot Jou komt, behalve de ziel die we graag de Jouwe zouden willen zien zijn." "Versterk je geduld, je hoop en je gebed. En dan ben Ik bij jullie. Dit huis!... Dit huis is niets meer dan het nest van w...

-Don Bosco knielt voor OLV- 198.3 Maria Valtorta: 'Jezus heeft inmiddels Johannes van Endor opgezocht en ontdekt, en gaat hem uit zijn afgelegen hoek halen. Terwijl alle apostelen Maria begroeten, komt Jezus naar haar toe, Johannes van Endor bij de hand houdend, en zegt: "Kijk, Moeder, Mijn andere discipel. Deze twee zonen zijn het, wat uw bevel heeft opgeleverd!" "Úw gehoorzaamheid, Zoon!" herhaalt Maria. En ze begroet de man vervolgens met de woorden: "Vrede zij met u!" -Don Bosco bij Mariabeeld- De man... de ruwe, rusteloze man van Endor, die al zo veranderd is sinds die ochtend dat Iskariots grillen Jezus naar Endor brachten, voltooit het loslaten van zijn verleden terwijl hij voor Maria buigt. Ik geloof dat dit zo, want zo sereen, waarlijk "gepacificeerd", is het gezicht dat hij opheft, na de diepe buiging.' 23 juni 1945

-Jezus en Maria in Mel Gibson's "The Passion" (2004)- 198.2 Maria Valtorta: 'Wie het meest kijkt, is Jabes, die Jezus losliet toen Hij naar Zijn moeder rende om haar te omhelzen, en die alleen achterbleef, omdat de aandacht in de menigte door de drukte vragen en antwoorden wordt afgeleid van het arme kind... Hij kijkt, hij kijkt, dan buigt hij zijn hoofd, vecht tegen de tranen... maar uiteindelijk kan hij het niet meer uithouden en barst in tranen uit, kreunend: "Mama! Mama!" Iedereen, Jezus en Maria het eerst, draait zich om, en iedereen probeert het goed te maken, of te achterhalen wie het kind is. Maria van Alfeüs rent weg, en Petrus rent weg – ze waren samen – en ze zeggen allebei: "Waarom huil je?" Maar voordat Jabes te midden van zijn hevige gehuil adem kan halen, rent Maria al naar hem toe, neemt hem in haar armen en zegt: "Ja, mijn zoontje, jouw mama! Huil niet meer... het spijt me dat ik jou niet eerder heb gezien. Kijk, vrienden, hie...

CXCVIII ONTMOETING MET ZIJN MOEDER IN BETHANIË -JABES VERANDERT ZIJN NAAM IN MARGZIAM- -Maria in Zeffirelli's "Jezus van Nazareth" (1977)- 198.1 Maria Valtorta: 'Over de schaduwrijke weg die de Olijfberg met Bethanië verbindt – en je zou kunnen zeggen dat de berg met zijn groene hellingen helemaal tot aan het platteland van Bethanië reikt – lopen Jezus en Zijn volgelingen snel naar het dorp van Lazarus toe. En Hij is nog niet binnen, of Hij wordt herkend.  Vrijwillige koeriers rennen alle kanten op om Zijn komst aan te kondigen. Lazarus en [zijn rentmeester]   Maximinus stormen dus aan de ene kant, Isaak met Timon en bediende Jozef aan de andere kant, op Hem toe, en Martha komt als derde met Marcella , die haar sluier optilt om zich voorover te buigen en Jezus' mantel te kussen. Direct na hen komen Maria van Alfeüs en Maria Salome, die de Meester eerbiedig groeten en vervolgens hun kinderen omhelzen. En terwijl de kleine Jabes, nog steeds Jezus' hand vastho...

197.5 Maria Valtorta: '"Kom, Jabes! Dit is het meest plechtige uur van de dag. Er is een soortgelijk uur in de ochtend. Maar dit is nog plechtiger! 's Morgens begint de dag. En dan is het goed voor de mens de Heer te zegenen, zodat hij de hele dag gezegend mag zijn, in al zijn werken. Maar 's avonds is het nog plechtiger! Het licht dooft, het werk houdt op, de nacht valt. Het dovende licht herinnert aan de val in het kwaad, en werkelijk zondige daden vinden meestal 's nachts plaats. Waarom? Omdat de mens, niet langer afgeleid door werk, gemakkelijker verleid wordt door de Boze, die zijn lokmiddelen en nachtmerries uitwerpt. Daarom is het goed, na God te hebben gedankt voor zijn bescherming overdag, tot Hem te bidden dat de geesten van de nacht en de verleidingen van ons verdreven mogen worden. Nacht, slaap... symbool van de dood. Maar gezegend zij die, na met de zegen van de Heer te hebben geleefd, niet in duisternis inslapen, maar in een heldere dageraad. De prie...

197.4 Maria Valtorta: '"O! Meester! Geef me uw zegen!" "Vrede zij met u, Jozef. Ik ben blij u te zien, en u verkeert in goede gezondheid!" "Ik ben ook blij, Meester, en ook de vrienden zullen u met vreugde zien. Bent u in Getsemane?" "Ik was er. Na het gebed ga ik naar Bethanië." "Naar Lazarus?" "Nee, naar Simon. Mijn Moeder, en de moeder van Mijn neven, en de moeder van Johannes en Jakobus zijn er ook. Komt u Mij bezoeken?" "Vraagt u dat? Grote vreugde en grote eer! Dank u wel! Ik kom met een paar vrienden..." "Voorzichtig, Jozef, met de vrienden!" adviseert Simon Zeloot. "O! Jullie kennen hen al. Voorzichtigheid zegt: 'Laat de lucht het niet ruiken'... Maar als je hen ziet, zul je begrijpen dat het vrienden zijn." "O..." "Meester, Simon van Jona vertelde me over de ceremonie van de kleine. U kwam net aan terwijl ik vroeg wanneer jullie die zouden vieren. Ik wil er ook ...

CXCVII IN DE TEMPEL MET JOZEF VAN ARIMATHEA HET UUR VAN DE WIEROOK 197.3 Maria Valtorta: 'Ze zijn bij het offerblok om hun offers te brengen wanneer Jozef van Arimathea hen roept. "Jullie hier? Sinds wanneer?" zegt hij na hun wederzijdse begroeting. "Sinds gisteravond." "De Meester?" "Die is daar, met een nieuwe leerling. Hij komt zo." Jozef kijkt naar het kind en vraagt Petrus: "Een kleinzoon van je?" "Nee... ja... Om kort te gaan: niet qua bloed, veel qua geloof, totaal qua liefde." "Ik begrijp je niet..." "Een weeskind... dus niet wat het bloed betreft. Een leerling... dus veel wat het geloof betreft. Een zoon... dus totaal wat de liefde betreft. De Meester heeft hem aangenomen... en ik vertroetel hem. Hij wordt een dezer dagen volwassen..." "Al twaalf jaar? Zo klein?" "Euh!... de Meester zal het je vertellen... Jozef, jij bent goed... een van de weinige goede mensen hier... Vertel me...

196.9 Maria Valtorta: '"Wanneer gaan we naar deze Mama, Heer?" vraagt Jabes met verlangende ogen. "Vanavond. Wat zul jij tegen haar zeggen, als je haar ziet?" "Gegroet, Moeder van de Verlosser! Is dat goed?" "Heel goed!" bevestigt Jezus, terwijl Hij hem liefkoost. "Maar gaan we dan vandaag niet naar de tempel?" vraagt Filippus. "Voor we naar Bethanië vertrekken, gaan we. En jij zult mooi hier blijven, niet?" "Ja, Heer." De vrouw van Jona , de pachter van de olijfgaard, die stilletjes is genaderd, zegt: "Waarom neemt u hem niet mee? Het kind wil zo graag..." Jezus kijkt haar aandachtig aan, zonder iets te zeggen. De vrouw begrijpt het en zegt: "O ik begrijp het... Maar ik moet nog een manteltje van Marcus hebben! Ik ga ernaar zoeken!" En ze rent snel weg. Jabes trekt aan Johnannes' mouw: "Zullen de leraren streng zijn?" "O nee! Wees niet bang. En het is niet voor vandaag... ...

-Joachim met Maria (Francisco Camilo)- 196.8 Maria Valtorta: '"Maar, neem me niet kwalijk als ik, overtreder, het waag te spreken, maar wisten Joachim en Anna dat zij de uitverkoren Maagd was?" vraagt Judas Iskariot. "Dat wisten zij niet." "Hoe kon Joachim dan zeggen dat God haar al bij voorbaat had gered? Is dit niet een toespeling op haar privilege boven schuld?" "Het verwijst ernaar. Maar Joachim sprak als stem van God, zoals alle profeten. Ook hij begreep de verheven bovennatuurlijke waarheid die de Geest op zijn lippen legde niet.  Want hij was een rechtvaardig, Joachim. Zozeer dat hij dat vaderschap verdiende. En hij was nederig. Want waar trots is, is er geen rechtvaardigheid/gerechtigheid. Hij was rechtvaardig en nederig.  Hij troostte zijn dochter uit vaderliefde. Hij onderwees haar met de wijsheid van een priester, want dat was hij, als bewaker van de Ark van God. Hij wijdde/zalfde/zegende haar als hogepriester/paus met de meest zoete ti...

196.7 Maria Valtorta: '"Maar zou het niet mooier zijn om het onderricht van de Meester voort te zetten, in plaats van te lijken op evenzovele onhandelbare geitebokken?" vraagt de vredelievende Thomas. "Ja, Meester! Vertel ons meer over Jouw moeder. Haar kindertijd is zo stralend! Die maakt onze ziel maagdelijke door reflectie erover, en ik, arme zondaar, heb daar zoveel behoefte aan!" roept Mattheüs uit. "Wat zal Ik jullie vertellen? Er zijn zovele gebeurtenissen, de ene nog zoeter dan de vorige..." "Heeft zij ze Jou verteld?" "Sommige. Maar Jozef nog meer, als het mooiste vertelsel dat Ik als kind heb meegemaakt, en ook Alfeüs van Sara, die, slechts een paar jaar ouder dan mijn moeder, haar vriend was tijdens de korte jaren die ze in Nazareth doorbracht." "O! Vertel, vertel..." bidt Johannes. Ze vormen allemaal een kring, zittend in de schaduw van de olijfbomen, met Jabes in het midden, starend naar Jezus alsof ze naar ee...

196.6 Maria Valtorta: '"En de andere liefdes?" vragen Simon Zeloot en de man van Endor samen. "De eerste van de tweede reeks [liefdes, na de 3 hoogste liefdes] is die van de naaste. In werkelijkheid is het de vierde in potentie. [Liefde van de 4e macht.] Daarna komt de liefde voor kennis. Dan de liefde voor werk." "En dat is het?" "En dat is het." "Maar er zijn nog veel meer liefdes!" roept Judas Iskariot uit. "Nee. Er zijn nog andere hongers. Maar dat zijn geen liefdes. Het zijn 'disliefdes'. Ze negeren God, ze negeren de mens. Daarom kunnen het geen liefdes zijn, want het zijn negaties. En negatie is haat." "Als ik toestemming met het kwaad weiger, is dat dan haat?" vraagt Judas Iskariot opnieuw. "O Wij ongelukkigen! Maar jij bent nog meer een muggenzifter dan de schriftgeleerden! Vertel eens, wat is er aan de hand? Is het de mooie lucht van Judea die je zenuwen als kramp in de keel zit?" roe...

196.5 Maria Valtorta: '"En de naastenliefde? Vergis Jij Je niet? Of ben Je die vergeten?" vraagt Iskariot. De anderen kijken hem verbaasd en...woest aan, bij die opmerking. Maar Jezus antwoordt kalm: "Nee, Judas. Maar let op! LIEDE VOOR GOD God moet bemind worden omdat Hij God is,  en er is geen uitleg nodig om ons van deze liefde te overtuigen. Hij is Die is, m.a.w. het Al. En de mens, het niets - dat deel wordt van het Al via de ziel die door de Eeuwige is ingeprent (zonder welke de mens slechts een van de vele redeloze dieren zou zijn die op aarde, in de wateren of in de lucht leven) - moet Hem aanbidden, uit plicht, en om het te verdienen te overleven in het Al, d.w.z. het te verdienen deel uit te maken van (het heilige volk van) God in de hemel, burger te zijn van het Jeruzalem dat voor eeuwig geen ontheiliging of vernietiging zal kennen. LIEFDE VOOR (JE) KINDEREN De liefde van de man, en vooral van de vrouw, voor hun nakomelingen wordt uitgedrukt als Gebod in G...

196.4 Maria Valtorta: '"Mijn Moeder had zich aan maagdelijkheid gewijd uit Liefde. Maar als volmaakt schepsel had ze het moederschap in haar bloed en in haar geest. Want een vrouw is gemaakt om moeder te zijn, en het is een afwijking wanneer ze doof is voor dit gevoel, dat liefde is van de tweede macht/graad/orde..." Ook de anderen komen nu langzaam dichterbij. "Wat bedoel Je, Meester, met liefde van de tweede macht?" vraagt Judas Thaddeüs. "Mijn broeder-neef, er zijn vele liefdes en met verschillende potentie." 1. LIEFDE van GOD (100% geestelijk) Er is de liefde van de eerste macht: die welke aan God gegeven is. 2. LIEFDE van MOEDER/VADER (2/3 geestelijk + 1/3 vleselijk) Dan de liefde van de tweede macht: die welke moederlijk of vaderlijk is. Want als de eerste volledig geestelijk is, bestaat deze uit twee delen geestelijk en één deel vleselijk. Menselijke affectieve gevoelens zijn er zeker bij betrokken, maar de hogere zin overheerst. Omdat een vader...

196.3 Maria Valtorta: '"Luister, op een dag vertelde ze me over de tijd dat ze een klein meisje was . Ze was nog geen drie jaar oud, want ze nog niet naar de tempel gegaan... Haar hart brak van liefde en gaf, net als een bloem... en een olijf die in de wijnpers worden geperst en geplet... al haar oliën en parfums. En in een delirium van liefde vertelde ze haar moeder dat ze maagd wilde zijn, om de Heiland meer te behagen, maar dat ze liever nog zondares was geweest, om gered te worden. Ze huilde bijna, omdat haar moeder haar niet begreep en haar niet kon vertellen hoe je tegelijkertijd 'rein' en 'zondig' zou kunnen zijn. -Madonna met Kind en vogeltje (Cusco)- Haar vader gaf haar vrede door haar een musje te brengen dat hij aan de rand van een fontein van gevaar had gered. Hij vertelde haar de gelijkenis van het vogeltje, waarin hij zei dat God haar [net als het vogeltje] van tevoren had gered, en dat ze Hem daarom twee keer moest zegenen. En de kleine Maagd va...

196.2 Maria Valtorta: 'Ze verspreiden zich over de olijfgaard, zo mooi op deze heldere aprildag. De regen van de afgelopen dagen lijkt de olijfbomen te hebben verzilverd en bloemen te hebben gezaaid, zo mooi glanzen de bladeren in de zon, en zo talrijk zijn de kleine bloemen aan de voet van de olijfbomen. De vogels zingen en vliegen van alle kanten. De stad strekt zich uit, ten westen van de toeschouwer. Je kunt de zwermende menigte erbinnen niet zien, maar je kunt de karavanen zien die richting de Vispoort en andere poorten gaan waarvan ik de namen niet weet, aan de oostkant, en dan worden ze door de stad verzwolgen als een vraatzuchtige maag. Jezus wandelt verder en ziet Jabes vrolijk spelen met Johannes en de jongeren. Zelfs Iskariot, die gisteren zijn humeur heeft verloren, is vrolijk en speelt. De ouderen kijken toe en glimlachen. "Wat zal je moeder van dit kind zeggen?" vraagt Bartholomeüs. "Ik denk dat ze zal zeggen: 'Hij is erg zwak!'" zegt Thoma...

CXCVI SABBAT IN GETSEMANE JEZUS SPREEKT OVER ZIJN MOEDER EN OVER LIEFDES VAN VERSCHILLENDE GRADEN 196.1 Maria Valtorta: 'De ochtend van Sabbat wordt voornamelijk besteed aan het verfrissen van de vermoeide lichamen en het wassen van de kledingstukken, stoffig en verkreukt door de reis. In de grote reservoirs van Gethsemane, gevuld met regenwater, en in het Kidrondal, waar een ware symfonie op de stenen speelt, schuimend en vol van de stortbuien van de afgelopen dagen, is er zoveel water dat het werkelijk een uitnodiging daartoe is. En de een na de ander dalen de pelgrims - de koele lucht trotserend - af om erin te duiken, en daarna, van top tot teen aangekleed, en met hun haar nog lichtjes losgewoeld door de opspattende beek, halen ze water uit de waterreservoirs, om het in grote kuipen te gieten, waarin de kledingstukken, kleur bij kleur, gesorteerd liggen. "O! Goed!" zegt Petrus blij. "Zo worden ze voorgewassen, en zal Maria minder moeite hebben straks!" (Ik n...