Posts

Posts uit juli, 2025 tonen

blijde intrede in Jeru-Sjalom - Stad van Vrede

Afbeelding
- psalm 120 - 195.4 M. Valtorta: 'De binnenkomst in Jeruzalem moet een gedenkwaardige gebeurtenis zijn geweest. Jezelf presenteren bij de stadsmuren tijdens deze feestelijke periode, was als op audiëntie gaan bij de vorst. De Heilige Stad was de wáre koningin van de Israëlieten. Ik begrijp dat dit jaar goed, want ik kan, op deze consulaire weg, de menigte en hun gedrag goed observeren. Hier worden de stoeten gevormd van de verschillende families, de vrouwen allemaal bij elkaar, de mannen in aparte groepen, de kinderen bij de een of de ander, maar allemaal ernstig, en tegelijkertijd sereen. Sommigen vouwen hun meest versleten mantel op en halen een nieuwe uit hun reistas, of verwisselen hun sandalen. -dansende Koning David- En dan wordt hun gang plechtig, ja priesterlijk. In elke groep geeft een solist de toon aan en worden de hymnen gezongen, de oude, glorieuze hymnen van David. En de mensen kijken elkaar aan met vriendelijker ogen, alsof ze verzacht zijn door het zien van het Huis...

ook Petrus wordt zacht terecht gewezen

Afbeelding
- Oor van Malchus (Duccio) - 195.3 Maria Valtorta: '"Wat is er vandaag met Judas aan de hand?" vraagt Bartholomeüs . "Stil, zodat Simon, zoon van Jona, het niet hoort. Laten we ruzie vermijden en... Simon niet vergiftigen.  Hij is zo gelukkig met zijn kind!" "Ja, Meester. Maar Judas gedraagt zich niet goed, ik ga het hem vertellen." "Hij is jong, Nathanaël , jij bent ook jong geweest..." "Ja... maar... hij mag niet respectloos tegen Jou zijn!" Onwillekeurig verheft hij zijn stem. -idem (Grégoire Guérard)- Petrus snelt naar hem toe: "Wat is er aan de hand? Wie is er respectloos? De nieuwe discipel?" En hij kijkt naar Johannes van Endor, die zich discreet had teruggetrokken, toen hij besefte dat Jezus de apostel corrigeerde, en in gesprek is met Jakobus van Alfeüs en Simon Zeloot. "Zelfs geen spatje, die is zo respectvol als een meisje." "Ah! Goed! Want anders... euh! was zijn ene oog in gevaar. Dan... dan is ...

Jezus reageert zacht op Judas - zwarte gedachten vergen gebed

Afbeelding
195.2 Maria Valtorta: '"Dat is waar, Johannes, Ik hoor je ziel." Jezus mengt zich in het gesprek tussen hen beiden. Judas bloost van schaamte, de man uit Endor van vreugde. "Ik hóór je ziel, dat is waar. En ik voel ook de werking van je geest. Je hebt gelijk. Als je je in Mij zult hebben gevormd, zal het je veel goeds hebben gedaan een aandachtige leraar en leerling te zijn geweest. Spreek, spreek, zelfs tegen jezelf..." -film Judas (2004)- "Eens, Meester, en het is nog niet zo lang geleden , zei Jij tegen mij dat het verkeerd is om tegen je eigen ego te spreken," merkt Judas brutaal op. "Het is waar, dat heb Ik gezegd. Maar dat was omdat jij tegen je eigen ego mopperde. Deze man moppert niet, hij mediteert, en met goede bedoelingen. Hij doet geen kwaad." "Kortom, ik heb het mis!" Judas is agressief. "Nee, je hebt een bewolkt hart. Maar het kan niet altijd zonnig zijn. Boeren verlangen naar regen. Het is naastenliefde om ervoo...

Johannes van Endor leert Judas de les

Afbeelding
CXCV LES VAN JOHANNES van ENDOR aan ISKARIOT AANKOMST IN JERUZALEM -Aeneas met Anchises (anoniem)- 195.1 Maria Valtorta: 'De lucht is vol regen, en Petrus lijkt mij een omgekeerde Aeneas , want in plaats van zijn vader weg te dragen, draagt hij de kleine Jabes op zijn schouders, volledig bedekt met Petrus' mantel - het kleine hoofdje komt boven Petrus' grijze hoofd uit, met de armen van het kind om zijn nek, lachend terwijl hij zelf in de plassen plonst. "Dit hadden we ons kunnen besparen," moppert Iskariot, nerveus door het water dat uit de lucht komt vallen en van de grond op zijn kleren spat. "O! We hadden ons zoveel kunnen besparen!" antwoordt Johannes van Endor, terwijl hij met zijn ene oog, dat volgens mij voor twee ziet, strak naar de knappe Judas kijkt. "Wat bedoel je?" "Ik bedoel, het is nutteloos om van de elementen te verwachten om rekening met ons te houden, als wij dat zelf niet doen met onze naasten, en dan nog wel in zaken d...

Jabes verkiest profeet Daniël boven Jesaja

Afbeelding
-Visioen van Daniël (Rembrandt)- 194.5 Maria Valtorta: 'Laten we met ons examen onder elkaar verdergaan... Nu je Mij hebt herkend, weet jij of er over Mij in het Boek wordt gesproken?" "O! ja, Heer! Vanaf het begin tot nu. Alles spreekt over U. U bent de beloofde Redder. Nu begrijp ik, waarom U de poorten van het Voorgeborchte zult openen. O! Heer! Heer! En U houdt zo veel van mij?" "Ja, Jabes." "Nee. Niet langer Jabes. Geef mij een naam die betekent dat U van mij hield, dat U mij gered hebt..." "Ik zal de naam samen met Mijn Moeder kiezen. Is dat goed?" "Maar laat hem dat echt betekenen. En ik zal hem aannemen, vanaf de dag dat ik een zoon van de Wet word." "Je zult hem vanaf die dag aannemen!" Ze zijn Bethel voorbij en in een koele, waterrijke vallei stoppen ze om te eten. Jabes is half verbijsterd door de openbaring en eet in stilte, eerbiedig elke hap aanvaardend die Jezus hem aanreikt. Maar beetje bij beetje herw...

Jezus onderricht Jabes over sabbatrust

Afbeelding
194.4 M. Valtorta: '"O! Goed! Laten we nu verder gaan, richting de Heilige Stad. We moeten daar morgenavond aankomen. Waarom die haast? Kun jij het Me vertellen? Zou het niet hetzelfde zijn om overmorgen aan te komen?" "Nee, het zou niet hetzelfde zijn. Want morgen is het  Voorbereidingsdag   [vrijdag voor sabbat] , en na zonsondergang mogen we maar zes stadiën lopen. We mogen niet verder, want de sabbat en de rusttijd zijn begonnen." "Dus luieren we op sabbat..." "Nee. We bidden tot de Allerhoogste Heer." "Wat is Zijn Naam?" "Adonai [Heer] . Maar de heiligen mogen Zijn Naam uitspreken." "Ook de brave kinderen. Vertel Me hem, als je het weet." "Chaavè" (het jongetje zegt dit met een heel zachte G die bijna een J wordt, en een heel lange aa). "En waarom bidden we op de sabbat tot de Allerhoogste Heer?" "Omdat Hij het Mozes vertelde, toen Hij hem de Stenen Tafelen van de Wet gaf." ...

Jezus onderricht Jabes over hiernamaals

Afbeelding
-Hellevaart van Christus (Istanboel)- 194.3 Maria Valtorta: 'Het kind, dat allesbehalve dom is, maar slechts verbijsterd is door de pijn en het verlies dat het heeft geleden, vraagt, geïnteresseerd in het verhaal: "Maar U zegt dat U de poorten van de hemel zult openen. Zijn ze niet gesloten vanwege de grote zonde? Mama vertelde me dat niemand binnen kon komen tot de Vergeving zou komen, en dat de rechtvaardigen daarop wachtten in het Voorgeborchte." "Zo is het. Maar nadien zal Ik naar de Vader gaan, nadat Ik het Woord van God heb gepredikt en... en vergeving heb ontvangen. En Ik zal zeggen: 'Mijn Vader, nu heb Ik al Uw Wil volbracht. Nu wil Ik Mijn beloning voor Mijn Offer. Laat de rechtvaardigen die wachten, naar Uw Koninkrijk komen'... En de Vader zal tegen Mij zeggen: 'Het geschiede zoals Jij wilt.' En dan zal Ik afdalen om alle rechtvaardigen te roepen, en het Voorgeborchte zal zijn poorten openen op het geluid van Mijn stem, en de heilige aarts...

Jezus onderricht Jabes over jakobsladder

Afbeelding
CXCIV OPENBARING AAN DE KLEINE JABES TIJDENS REIS VAN SICHEM NAAR BEROT -Bethel (nu Beit El, ten noorden van Jeruzalem)- Jakobsladder (Michael Willmann)- 194.2 M. Valtorta: '"Jabes," roept Jezus, "kom hier! Zie je die gouden punt? Dat is het Huis van de Heer. Daar zul je zweren de Wet te gehoorzamen. Maar ken je die wel goed?" "Mama heeft er met me over gesproken,  en mijn vader heeft me de geboden geleerd. Ik kan lezen en... en ik denk dat ik weet wat 'zij' me vertelden voordat ze stierven..." Het kind, dat met een glimlach op Jezus' roep was toegesneld, huilt nu, met gebogen hoofd en trillende hand in die van Jezus. "Huil niet. Luister. Weet je waar we zijn? Dit is Bethel . Hier had de heilige Jakob zijn engelachtige droom. Ken je die? Herinner je je die nog? "Ja, Heer! Hij zag een ladder die van de aarde naar de hemel reikte, en engelen gingen er op en neer, en mama vertelde me dat als iemand altijd goed is geweest, hij op het ...

buiten Sichem overnachten in een schuur met hooi

Afbeelding
-Sichem (nu Nablus, Tell Balata)- 193.5 Maria Valtorta: '"We staan nu voor de poorten van Sichem. Ga met je broer en Judas van Simon [Iskariot]  op zoek naar onderdak. Ik ga naar het marktplein en wacht op je." En ze gaan uiteen, terwijl Petrus weggaloppeert op zoek naar onderkomen en de anderen maar moeizaam door de straten voortsjokken, vol met schreeuwende en gebarende mensen, ezels en karren, allemaal op weg naar Jeruzalem voor het aanstaande Pesach. De stemmen, de kreten, de vloeken vermengen zich met het gebalk van ezels, wat een geluid maakt dat luid weerkaatst onder de bogen die van huis tot huis lopen, een geluid dat doet denken aan het gebrul van sommige schelpen die tegen het oor worden gehouden.  De echo gaat van boog tot boog, waar zich al schaduwen verzamelen, en de mensen, als eeuwig stromend water, zich door de straten haasten, zich een weg banend, op zoek naar een dak, een plein, een weide om te overnachten... Jezus, het kind bij de hand, leunend tegen ee...

Jezus wil Emmaüs mijden, omwille van ongeluk van Jabes' ouders

Afbeelding
-Emmaüs Trail- 193.4 Maria Valtorta: '"Die reizen goed, die!" zegt Petrus, moe en bezweet. "Maar als God ons helpt, zijn wij overmorgenavond ook in Jeruzalem." "Nee, Simon. Ik moet een omweg maken, richting de Jordaan gaan." "Maar waarom, Heer?" "Voor dat kind. Hij is erg verdrietig, en het zou te triest voor hem zijn om de berg van het ongeluk weer te zien." "Maar die zien we toch niet! Of liever gezegd, we zien hem van de overkant... en... en ik zal ervoor zorgen dat de jongen afgeleid wordt. Johannes en ik... Hij wordt meteen afgeleid, arm duifje zonder nest.  Richting de Jordaan! O jee! Beter dan hierlangs. Rechtstreekse weg. Korter. Veiliger. Nee. Nee! Deze, deze! Zie Je? Ook die Romeinse vrouwen doen het. Langs de zee en de rivier dampen de koortsen, bij deze eerste voorjaarsregens. Hier is het gezonder.  En dan... Wanneer komen we daar dan aan als we het nog langer rekken? Stel Je voor wat een schok Je Moeder wel niet z...

ook karavaan van hof van consul passeert - met vele slaven

Afbeelding
-Sichem (nu Nablus, Tell Balata)- 193.3 Maria Valtorta: 'De volgende dag. De apostelen, die 's ochtends vertrokken zijn, zullen 's avonds  Sichem  binnenrijden, nadat ze Samaria zijn gepasseerd, een prachtige stad omgeven door muren, bekroond met prachtige en majestueuze gebouwen, omringd door elegante, goed geordende huizen.  Ik heb de indruk dat de stad, net als Tiberias , recentelijk is herbouwd met behulp van bouwmethoden die zijn overgenomen uit Rome. Erom heen, voorbij de muren, ligt een cirkel van vruchtbaar, goed bewerkt land. De weg van Samaria naar Sichem slingert heuvelafwaarts, met een systeem van muren (terrassen) dat het land ondersteunt en me doet denken aan de heuvels van Fiesole , en met een prachtig uitzicht op groene bergen in het zuiden en een prachtige vlakte die zich naar het westen uitstrekt.  De weg daalt meestal af naar de vallei, maar klimt zo nu en dan weer omhoog om andere heuvels over te steken. Vanaf de top kijkt men neer op het land Sa...

rijke pelgrims mijden contact met arme

Afbeelding
-Pelgrims onderweg naar Mekka (Léon Belly)- 193.2 Maria Valtorta: 'Nadat ze de vallei zijn overgestoken en vervolgens een prachtige groene heuvel hebben gezien, vanwaar ze nog steeds de vlakte van Esdrelon kunnen zien  – wat de jongen doet zuchten: "Wat zal mijn oude vader nu doen?", en doet eindigen met een zeer droevige zucht, en een glimp van tranen in zijn bruine ogen: "O! Hij is veel minder gelukkig dan ik... en toch zo goed!"... en die klaagzang van de jongen werpt een sluier van verdriet over iedereen – dalen ze af door een vruchtbare vallei, volledig bebouwd met velden en olijfgaarden, en de lichte wind verjaagt de sneeuw van de kleine bloemetjes van de wijnstokken en de vroegste olijfbomen. De vlakte van Esdrelon verdwijnt voorgoed uit het zicht. Een stop voor een maaltijd en dan gaat de mars naar Jeruzalem verder. Maar het moet hevig geregend hebben, of een plek zijn met veel grondwater, want de prairies lijken op een laaggelegen moeras, zozeer zelfs d...

bijna in Sichem - Jabes en Felix bloeien op

Afbeelding
CXCIII AANKOMST IN SICHEM NA TWEE DAGEN WANDELEN 193.1 Maria Valtorta: 'Langs de wegen die steeds voller worden met pelgrims vervolgt Jezus Zijn weg naar Jeruzalem. Een stortbui in de nacht heeft de straten wat modderig gemaakt, maar ook het stof weggevaagd en de lucht helder gemaakt. Het landschap lijkt op een tuin, goed onderhouden door de tuinman. En ze lopen allemaal snel, omdat ze verfrist zijn door de stop, en omdat het kind, met zijn nieuwe sandalen, onderweg geen pijn meer lijdt. Integendeel, steeds zelfzekerder, kletst hij tegen de een en tegen de ander, en vertrouwt Johannes toe dat zijn vader ook Johannes heette, en zijn moeder Maria, en dat hij daarom ook zo veel van Johannes houdt. "Maar ja," besluit hij, "ik hou van iedereen, en in de tempel zal ik veel veel bidden, voor jullie en voor de Heer Jezus." Het is ontroerend om te zien hoe deze groep mannen, van wie de meesten kinderloos zijn, zo vaderlijk en vol zorg zijn voor de jongste van Jezus' ...

Publius laat Jabes even meerijden te paard

Afbeelding
-Soldaat met kind (Ak Wernerberg)- 192.6-7 M. Valtorta: 'Publius kijkt om zich heen en ziet Petrus, zwaar, rood en bezweet. "Dat kind?" "Een weeskind dat ik heb meegenomen." "Maar die man van jou vermoeit zich te hard! Jongen, ben jij bang om een paar meter te paard te gaan? Ik zal je onder mijn mantel leggen en langzaam verdergaan. En ik zal je teruggeven aan... aan deze man... als we de poort bereiken." Het kind verzet zich niet. Hij moet zo zacht zijn als een lammetje, en Publius tilt hem in het zadel. En terwijl hij de soldaten beveelt langzaam paard te rijden, ziet hij ook de man uit Endor. Hij staart hem aan en zegt: "Ben jij hier?" "Ik. Ik ben gestopt met het verkopen van eieren aan de Romeinen. Maar de kippen zijn er nog! Nu ben ik bij de Meester..." "Goed zo! Je zult zo meer troost vinden. Tot ziens! Vaarwel, Meester. Ik wacht op jullie bij die bomengroep." En hij geeft het paard de sporen. "Ken jij hem? En k...

ook Romeinse wacht voor Pesach naar Jeruzalem

Afbeelding
-security in Mekka- 192.5 Maria Valtorta: 'Ze zijn al in de buurt van Engannim – een prachtige stad, goed voorzien van water, aangevoerd vanuit de heuvels door een luchtig aquaduct, waarschijnlijk Romeins – wanneer het geluid van een naderend militair detachement hen ertoe aanzet hun toevlucht te zoeken aan de rand van de weg. De paardenhoeven ratelen op de weg, die hier, vlakbij de stad, een restant van bestrating onthult, dat tevoorschijn komt uit het stof dat zich samen met het puin op de weg heeft verzameld, kennelijk nog nooit schoongemaakt. -beveiliging rond Kaäba - "Wees gegroet, Meester! Hoe komt U hier?" roept Publius Quintillianus , die afstijgt en met een brede glimlach op Jezus afstapt, terwijl hij het paard aan de teugel leidt. Zijn soldaten gaan stapvoets om hun aanvoerder te volgen. "Ik ga naar Jeruzalem voor Pesach." "Ik ook. De wacht wordt versterkt, voor de feestdagen. Vooral omdat Pontius Pilatus ervoor naar de stad komt, en Claudia er ...

Petrus wast voetjes van Jabes liefdevol

Afbeelding
192.4 Maria Valtorta: '"Kom, Jabes! Dit water is goed voor vermoeide voetjes. Kom, ik zal ze voor je wassen. Daarna zul je beter lopen. O! Wat hebben deze touwen je pijn gedaan! Je mag niet meer lopen. Ik draag je in mijn armen tot we Engannim bereiken. Daar zal ik een sandalenmaker vinden en een paar nieuwe sandalen voor je kopen." En Petrus wast en droogt de voetjes die al lang niet meer zo liefdevol verzorgd zijn. Het kind kijkt hem aarzelend aan, maar buigt zich dan over de man heen die zijn sandalen opnieuw knoopt en slaat zijn magere armpjes om hem heen, terwijl hij zegt: "Wat ben je goed!" en hij kust zijn grijzende haar. Petrus is ontroerd. Hij gaat op de grond zitten, daar in al die nattigheid, waar hij is, en neemt het kind op zijn schoot en zegt tegen hem: "Noem me dan 'vader'..." Het tafereeltje is lief. Jezus komt met de anderen dichterbij. Maar eerst nog vragen de twee hooghartigen van eerder, die er nieuwsgierig bij hadden gestaa...

trotse farizeeënzonen krenken arme Jabes

Afbeelding
192.3 Maria Valtorta: 'Ze stoppen in een dorp, dat ik Mageddo hoor noemen, om te eten en te rusten bij een zeer koele, lawaaierige bron, gevuld met water dat eruit gutst in een donker stenen bassin. Maar niemand in het dorp heeft interesse voor de reizigers, anoniem te midden van de vele andere min of meer rijke pelgrims, die te voet of op ezels en muilezels naar Jeruzalem reizen voor Pesach. Er heerst al een feestelijke sfeer en veel kinderen zijn bij de reizigers, opgetogen bij de gedachte aan hun meerderjarigheidsceremonie. Twee welgestelde jongens, die bij de bron komen spelen terwijl Jabes daar is met Petrus, die hem meesleept en verleidt met duizend kleine dingen, vragen aan de jongen: "Word jij ook een zoon van de Wet?" Jabes antwoordt timide: "Ja", maar verschuilt zich bijna achter Petrus. "Is dat je vader? Je bent arm, toch?" "Ik ben arm, ja." De twee kinderen, misschien wel zonen van Farizeeën, bekijken hem met ironische nieuwsgier...